De Europese Unie mag trots zijn op hoe het Erasmus+ programma bijdraagt aan mobiliteit, internationale samenwerking en interculturele uitwisseling zegt Titia Bredée, directeur-bestuurder van Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs. Bovendien is het programma nauw verbonden aan Europese waarden - zoals democratie, inclusie en maatschappelijke betrokkenheid - waardoor het een belangrijk speerpunt vormt binnen de Unie.


“Erasmus+ is echt het visitekaartje van de EU”, Titia Bredée (Nuffic)

Op 6 juni zijn er Europese verkiezingen. Waarom is Europese samenwerking van belang voor het kennisveld?  

“De wereld verandert in rap tempo door grote trends, zoals klimaatverandering, technologische innovatie, demografische ontwikkelingen, en economische en politieke machtsverschuivingen. De vraagstukken die hieruit voortkomen kunnen niet op nationaal niveau worden opgelost. Deze vragen om structurele, internationale samenwerking, te beginnen in Europa. Onderwijs- en onderzoeksinstellingen spelen hierbij een belangrijke rol. En Europese financiering hiervoor is onontbeerlijk.”

Op welk resultaat van de afgelopen jaren mag de EU wat u betreft het trotste zijn?   

“Vanuit het perspectief van Nuffic is het onderwijsprogramma Erasmus+ zeer succesvol. Het bouwt voort op eerdere Europese programma’s, waar Nuffic vanaf het begin bij betrokken is, en waar inmiddels meer dan 10 miljoen Europeanen aan hebben deelgenomen.”

 

“Het huidige programma, dat van 2021 tot en met 2027 loopt, heeft een goede balans gevonden tussen continuïteit en innovatie. Zo zijn er nieuwe elementen toegevoegd, zowel voor mobiliteit als voor samenwerking, en wordt inclusievere uitwisseling gestimuleerd. Door de grote variatie aan mogelijkheden is de impact op individueel, organisatie- en systeemniveau vergroot.”

 

“De huidige prioriteiten in het programma - inclusie en diversiteit, digitale en groene transformatie, deelname aan het democratische leven, maatschappelijke betrokkenheid en gemeenschappelijke waarden - verbinden Erasmus+ met actuele uitdagingen in de samenleving en verhogen de relevantie van het programma. Erasmus+ is echt het visitekaartje van de EU.”

Waarmee zouden Parlement en Commissie de komende vijf jaar nu echt het verschil maken voor kennisinstellingen?

“Wat belangrijk is, is dat de Europese onderwijs- en onderzoeksruimte verder wordt versterkt en mogelijkheden biedt aan kennisinstellingen om hun rol nog beter te kunnen vervullen. Dat betekent ook dat er voldoende financiële middelen beschikbaar moeten blijven, wat niet gemakkelijk is gezien alle andere beleidsprioriteiten. Ook omdat Nederland, samen met een aantal andere landen, heel terughoudend is wat betreft de Europese begroting. Parlement en Commissie zouden ervoor moeten zorgen dat dat niet ten koste gaat van onderwijs en onderzoek – zeker gezien de grote ambities die de Commissie heeft geuit in het voorstel Europe on the Move.”

 

“Wat Erasmus+ betreft: dat zou een breed en inclusief programma moeten blijven. Alleen dan blijft het programma beschikbaar voor, en aansluiten op, de behoeften van alle Europese deelnemers uit het onderwijs.”

 

“Verder zou ik het heel goed vinden als er Nederlandse Europarlementariërs zitting zouden nemen in de CULT-commissie van het Parlement. Als we als Nederland invloed willen uitoefenen op het Europese beleid op het gebied van onderwijs en onderzoek, dan moeten we niet aan de zijlijn blijven staan.”

Hoe kunnen we Nederlands en Europees beleid beter aan elkaar koppelen, indachtig de recente adviezen van de Onderwijsraad en AWTI?

“Nuffic onderschrijft de adviezen van de Onderwijsraad. Het is belangrijk dat Nederland meer doet dan wat uit Brussel komt nauwkeurig te volgen. We moeten niet alleen kijken naar de effecten van Europees beleid op het Nederlandse onderwijs, maar ons actief opstellen zodat we Europees beleid waar nodig kunnen beïnvloeden. Dit is helemaal belangrijk nu er op onderwijsgebied steeds meer beleid uit Brussel komt en de voorbereidingen voor de nieuwe onderwijs- en onderzoeksprogramma’s al lopen.”

Welke bijdragen heeft uw eigen organisatie te bieden aan Europa?

“Nuffic is de organisatie voor internationalisering in het onderwijs. Wij brengen kennis en kunde over internationale uitwisseling en samenwerking samen en we kunnen beleidsmakers voeden met ons onderzoek en onze expertise. En natuurlijk zijn we ook actief als uitvoerder van dat beleid: onze dienstverlening is enorm breed, van diplomawaardering tot het beheer van het programma Erasmus+, en van internationalisation at home tot ondersteuning van netwerken.”

 

“Verder zijn we EU pillar assessed. Hierdoor zijn we een speciale partner van de EU en kunnen we namens de EU programma’s en fondsen implementeren. Zo voeren we capaciteitsversterkingsprogramma’s uit, zoals het HOPES Libanon-programma, het EDU Syria-programma in Jordanië, het EU SHARE programma in Indonesië en het European Mobility Programme in Myanmar. Hierbij werken we nauw samen met de Nederlandse overheid en andere Nederlandse en internationale partners.”

 

Context

In aanloop naar de Europese Verkiezingen (6 – 9 juni) publiceert Neth-ER wekelijks een schriftelijk interview met vertegenwoordigers, bestuursleden en andere sleutelspelers binnen het Nederlandse kennisveld over Europese kwesties en thema’s. Vorige week sprak Neth-ER met Robert-Jan Smits over wat kennisinstellingen Europa te bieden hebben, en andersom.