15 mei 2024

“Kennis is een van de belangrijkste troeven die Europa heeft”, Ufuk Kâhya (GroenLinks-PvdA)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

GroenLinks-PvdA pleit voor substantiële investeringen in kennis en innovatie als antwoord op hedendaagse uitdagingen, zoals klimaatverandering en Europese veiligheid. Dit stelt Ufuk Kâhya, achtste kandidaat-Europarlementariër voor GroenLinks-PvdA. Kâhya benadrukt dat Nederland haar groei te danken heeft aan een gerichte focus op internationale samenwerking, waarin kernwaarden als solidariteit, vrijheid en openheid centraal staan. 


“Kennis is een van de belangrijkste troeven die Europa heeft”, Ufuk Kâhya (GroenLinks-PvdA)

Op 6 juni kunnen Nederlanders stemmen voor het Parlement. Waarom is stemmen voor de Europese verkiezingen juist nu belangrijk? 

“Ons land is groot geworden door de blik naar buiten te richten. In het volle besef dat wij alleen door internationale samenwerking vooruitkomen. Door om te zien naar elkaar én elkaar vrij te laten om te zijn wie je bent. Het zijn precies deze waarden van solidariteit, een open houding, samenwerken en vrijheid die ons land verbinden met andere vrije democratieën in Europa.” 

 

“Maar we zien Europa veranderen. Net zoals Nederland verandert. Steeds vaker ondermijnen extremisten het draagvlak voor de zo nodige klimaataanpak, keren zij zich tegen Europese samenwerking en zaaien zij haat en verdeeldheid.” 

 

“Dat maakt 2024 een cruciaal jaar voor Europa. Het is belangrijker dan ooit dat alle progressieve stemmen zich laten horen, want alleen samen kunnen we onze democratie en vrijheden beschermen en tegelijkertijd onze samenleving eerlijker en duurzamer maken. Nu is Europa te afhankelijk van de Verenigde Staten voor zijn veiligheid, van Rusland voor gas en China voor spullen. Europese samenwerking is nodig voor een onafhankelijk en vrij Europa.” 

 

Welke grote uitdagingen ziet u, en welke bijdrage hieraan verwacht u van kennis (onderwijs, onderzoek & innovatie)? 

“Kennis is een van de belangrijkste troeven die Europa heeft om een sterke, duurzame, gezonde en concurrerende economie te garanderen. We hoeven maar terug te denken aan de coronacrisis om te realiseren hoe onschatbaar de waarde van onderzoek en innovatie is. De grootste uitdagingen waar de Unie nu voor staat, zijn het beschermen van een leefbaar klimaat en gezonde natuur en de ingrijpende omschakeling van onder andere de Europese industrie en landbouw die dit vereist."

 

"Europees kennisbeleid moet nog meer dan nu het geval is gericht zijn op de urgente opdracht om snel in een schonere industriële basis te voorzien, die kan concurreren met China en de VS. Europa kan daarmee ook mondiaal het voorbeeld tonen dat een schoner economie samengaat met een hoog welvaartsniveau. Een andere urgente en grote uitdaging zijn de oplopende internationale spanningen en in het bijzonder de dreiging die uitgaat van Rusland voor het Europese continent. We ontkomen er niet aan om extra in te zetten in onderzoek en ontwikkeling van de Europese defensie-industrie om ons beter tegen deze dreiging te wapenen. Voor beide grote uitdagingen geldt dat wij bereid zijn om hier grootschalig in te investeren. GroenLinks-PvdA wil een zeer significante verhoging van het Europese budget voor kennis om deze uitdagingen aan te kunnen. Hierin hebben we in het bijzonder aandacht voor vakmanschap en de ambachten. Zo heb ik als lid van het Europees Comité gepleit voor het nauw betrekken van mbo-instellingen bij de Europese innovatieagenda.” 

 

Kennisinstellingen hebben veel belang bij Europese samenwerking en de programma’s die dit mogelijk maken, zoals Erasmus+ en Horizon Europe. Het komende Parlement mag de opvolgers vormgeven. Hoe kijkt uw partij naar Erasmus+ en Horizon Europe? 

“Erasmus+ is een van de meest zichtbare en tastbare successen van de Europese samenwerking. Dat moeten we koesteren, maar ook telkens verbeteren. Wat mij betreft komt er in de opvolger van dit programma extra aandacht om ervoor te zorgen dat het programma breder toegankelijk wordt. Erasmus+ moet bij uitstek ook mensen met minder kansen bereiken. Dat betekent dat er extra moet worden ingezet op inclusie en goede financiering voor deelnemers die in grotere inkomensonzekerheid leven.” 

 

“Ook Horizon is voor GroenLinks-PvdA een cruciaal Europees programma. Wij willen in het volgende meerjarig financieel kader substantieel meer middelen [ons verkiezingsprogramma pleit voor een verdrievoudiging!] voor dit programma zodat de kennissector optimaal kan bijdragen aan de grote Europese uitdagingen op het vlak van de groene transitie, de digitale transitie, gezondheid en veiligheid. We willen wel dat Europese subsidies voor onderzoek en innovatie nog meer dan nu het geval is gekoppeld worden aan duidelijk gedefinieerde maatschappelijke uitdagingen in plaats van te brede doelstellingen zoals "economische groei".” 
 

In een vorige interviewreeks vertelde Gaby Allard (MBO Raad)... 

 

‘’Het zou een geweldige doorbraak zijn als Europa net zoals in het hoger onderwijs al is gebeurd, de wederzijdse erkenningen van diploma’s (in het mbo) de komende vijf jaar weet te realiseren’’.  

 

 

 

In reactie hierop vertelt Ufuk Kâhya... 

“Ik ben altijd een groot pleitbezorger geweest voor meer maatschappelijke waardering voor de ambachten en het vergroten van de beroepstrots van vakmensen. Als wethouder heb ik ervoor gezorgd dat Den Bosch als eerste stad ook het mbo aan tafel had als volwaardige partner in de CityDeal ‘Kennis Maken’ van het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De groene economie van morgen kan niet zonder. Daarom ben ik ook trots dat mijn amendement om het mbo te betrekken bij de vormgeving van de nieuwe Europese Innovatieagenda in het Comité van de Regio’s brede steun kreeg.” 
 

“Een betere wederzijdse erkenning van mbo-diploma's zou inderdaad kunnen helpen om het tekort aan personeel met bepaalde vaardigheden te kunnen adresseren. Het is zonde als we het aanbod van de Europese arbeidsmarkt daarvoor niet volledig kunnen benutten. Een grote uitdaging daarbij is dat sommige landen hun arbeidsmarkt ten onrechte afschermen door buitenlandse diploma's moeizaam of niet te erkennen. Tegelijkertijd moeten Europese afspraken ervoor zorgen dat de kwaliteit van erkende diploma's gegarandeerd is.” 

 

Wat is uw visie op Europa in 2030 en op welke dossiers zullen we daarom uw stem horen in het volgende Parlement? 

“De zeespiegel stijgt harder dan het minimumloon. Kansengelijkheid neemt juist af. We weten wat ons te doen staat: een sterk Europa die de grote vraagstukken van antwoord voorziet. Dat kan alleen door samen te werken. Niet alleen als lidstaten, maar ook met kennisinstellingen, het maatschappelijke middenveld en het fijnmazige bedrijfsleven waarin mensen minstens zo belangrijk zijn als winst. En dit geldt voor alle dossiers. Alleen komen we er niet. Een relevant en sterk Europa kan alleen samen. In het Europees Parlement zal ik me hier dan ook hard voor maken.” 

 

Context 

Op 6 juni stemmen Nederlanders voor een nieuw Europees Parlement. In de opmars naar de Europese verkiezingen, publiceert Neth-ER wekelijks een interview met kandidaat-Europarlementariërs over onderwijs, onderzoek en innovatie in Europa. Eerder sprak Neth-ER met Brigitte van de Berg (D66) over een sterker Europa en de nodige overstap van kolen, olie en gas naar hernieuwbare energie.