In 2022 maakt Erasmus+ financiering vrij voor een flink aantal vernieuwingen, waaronder ambitieuze “forward-looking projects”, uitwisselingen met derde landen en Jean Monnet Acties voor alle onderwijslagen. Daarvoor trekt de Commissie 3,9 miljard euro uit – het hoogste jaarbudget ooit.


35e Erasmus+ jaar brengt trits vernieuwingen

Hoogste budget in 35 jaar

Voor het 35e jaar van het Erasmus+programma stelt de Commissie meer geld beschikbaar dan ooit tevoren. Maar liefst 3,9 miljard euro kan het programma in 2022 besteden aan projecten op het gebied van onderwijs, training, jeugd en sport. Hiervan gaat bijna 2,4 miljard naar het onderdeel ‘Education & Training’, dat onder meer leermobiliteit, Erasmus Mundus masters en samenwerkingsverbanden als de Europese Universiteiten en Centres of Vocational Excellence financiert. Dat blijkt uit de Programmagids 2022. Ook is het Werkprogramma 2022 gepubliceerd waarin staat hoeveel budget voor elke actie is gereserveerd.

Vernieuwing is kans voor kennisveld

Het programma introduceert in 2022 een aantal vernieuwingen. Zo komen er nieuwe innovatiepartnerschappen met de naam ‘Forward-Looking Projects’. Deze projecten zijn gericht op het stimuleren van innovatie, creativiteit en sociale ondernemerszin. De partnerschappen zijn georiënteerd rond Europese prioriteiten als verduurzaming, digitaal onderwijs (met focus op kunstmatige intelligentie) en de Agenda voor Vaardigheden. Gekozen samenwerkingsverbanden moeten partners uit meerdere landen en sectoren betrekken. Daarbij maakt de Commissie onderscheid tussen drie typen projecten gericht op beroepsonderwijs, volwassenonderwijs of sectoroverstijgende uitdagingen. Met een budget van 46 miljoen euro in 2022 en de nadruk op interdisciplinaire samenwerking, biedt dit instrument kansen voor het Nederlands kennisveld.

Uitwisseling en uitbreiding

Bredere deelname is één van de speerpunten van het huidige programma ten opzichte van haar voorganger. Zo is er in 2022 meer voor projecten met derde landen dankzij de hogere bijdragen van Europese financieringsinstrumenten voor extern optreden (NDICI- Europa in de wereld), voornamelijk op het vlak van beroepsonderwijs en sport. Ook maakt de Commissie werk van inclusie, mede door het reisinitiatief DiscoverEU. Op aandringen van Nederland is ook een duidelijk leercomponent gekoppeld aan de jongerentreinreizen en worden deelnemende organisaties ook geacht hierover te rapporteren. Tot slot worden de Jean Monnet Acties uitgebreid naar het basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs en is er een speciaal initiatief opgenomen voor lerarenopleidingen. Opvallend is de uitsluiting van Belarus in verschillende acties.

Context

Erasmus+ is het Europese programma dat mobiliteit en samenwerking op onderwijs, opleiding, jeugd en sport verzorgt. 2022 wordt een bijzonder onderwijsjaar: de Commissie riep 2022 uit tot Jaar van de Jeugd en het is 35 jaar geleden sinds Erasmus+ de eerste uitwisseling mogelijk maakte. In Nederland geeft het Nationaal Agentschap Erasmus+ advies over het programma, uitgevoerd door Nuffic en het Nederlands Jeugdinstituut.