Nederland is bijna koploper
Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat recent afgestudeerde Nederlanders relatief succesvol zijn in het vinden van een baan. Met 93,2% moet Nederland alleen Malta (95,8%) voor zich dulden. Onze buurlanden Duitsland (91,5%) en België (86,4%) scoren ook boven het EU-gemiddelde. Het valt op dat er in Nederland een aanzienlijk verschil bestaat tussen mannen en vrouwen: 94,5% van de mannelijke afgestudeerden vindt een baan binnen één tot drie jaar tegenover 91,9% van de vrouwelijke afgestudeerden. EU-afgestudeerden met een tertiaire opleiding raken sneller aan een baan dan afgestudeerden zonder tertiaire opleiding.
Context
Een recent afgestudeerde is volgens de Europese Commissie iemand tussen de 20 en 34 jaar die in de afgelopen één tot drie jaar een havo-, vwo-, mbo-, hbo-, of wo-studie heeft afgerond en op dit moment geen onderwijs meer volgt. Het aantal afgestudeerden in de EU dat binnen deze periode een baan vindt, is de afgelopen tien jaar gemiddeld gestegen. Alleen ten tijde van de coronapandemie nam dit cijfer af. Ondanks dat deze cijfers een gunstig beeld schetsen, is het belangrijk om een slag om de arm te houden. De cijfers geven namelijk niet weer wat voor soort baan de recent afgestudeerden hebben gevonden en wordt er ook geen onderscheid tussen voltijd- of deeltijdbanen gemaakt. Ook is het onduidelijk of recent afgestudeerden een baan vinden in een sector die goed aansluit op hun studie
