Op 1 november 2014 maakte de Europese Commissie, onder leiding van José Manuel Barroso, plaats voor die van Jean-Claude Juncker. Een goede reden om terug te blikken op 10 jaar Barroso. Wat zijn de belangrijkste verdiensten van de Europese Commissie onder leiding van de Portugese Commissievoorzitter op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie?


De verdiensten van Barroso op kennisgebied

De eerste Commissie van Barroso trad aan in november 2004, nog een tijd van economische groei en optimisme. Destijds waren de strategische doelstellingen van Barroso ‘welvaart, solidariteit, veiligheid en vrijheid en een sterker Europa in de wereld’. Tien jaar later, inclusief  een economische crisis die geen enkele sector ongemoeid liet, maken we de balans op met speciale aandacht voor de ontwikkelingen op de gebieden van onderwijs, onderzoek en innovatie.

Lissabon & Europa 2020

De Lissabonstrategie had van de Europese Unie in 2010 de meest innovatieve kenniseconomie van de wereld moeten maken. In 2000 legden de regeringsleiders deze strategie vast met als nevendoelen de realisatie van duurzame economische groei, voor meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang binnen de EU. Het bleek al ruim vóór 2010 helaas te hoog gegrepen om China en de VS economisch voorbij te streven, en de doelstellingen van de strategie werden niet behaald. Enerzijds zal de economische crisis hier een belangrijke rol in hebben gespeeld, maar anderzijds er zijn ook veel analisten die van mening zijn dat het aan de open coördinatiemethode lag[1]. De niet-bindende afspraken zorgden er voor dat de lidstaten er niet op aangesproken konden worden als ze niet genoeg deden om de afgesproken doelstellingen te halen.

 

Na zijn herverkiezing in 2009 presenteerde Barroso begin 2010 de opvolger van de Lissabonstrategie, de Europa 2020 strategie. Deze strategie moest zowel een goede uitweg uit de economische crisis bieden als structurele ambitieuze hervormingen in gang zetten. Europa 2020 kreeg een nog sterkere focus op kennis dan de Lissabonstrategie, wat te zien is aan de budgetten voor dit onderwerp. De Commissie onder leiding van Barroso heeft in 2014 binnen de Europese begroting een verhoging van het budget gerealiseerd voor de kennisprogramma’s, wat overigens in 2007 ook al het geval was. De doelstellingen van de nieuwe strategie waren onder meer dat de EC zou streven naar minder dan 10% vroegtijdige schoolverlaters en dat ten minste 40% van de 30 - 34 jarigen een einddiploma hoger onderwijs heeft.

 

Op het gebied van vroegtijdige schoolverlaters is in de meerderheid van de lidstaten het percentage de laatste jaren gedaald. Meer dan de helft heeft de doelstelling van 10% begin 2015 al behaald. Wat betreft het percentage hoger opgeleiden, is in 10% van de Europese regio’s de Europese doelstelling al behaald en is meer dan 40% van de beroepsbevolking hoger opgeleid. In 15% van de regio’s is het aandeel hoger opgeleiden echter zelfs minder dan 15%, Het is duidelijk dat er momenteel nog grote regionale verschillen in Europa zijn in het behalen van de doelstellingen, ondanks de inspanningen van het Cohesiebeleid om dit te verminderen.

Van de Innovatie Unie tot Horizon 2020

Máire Geoghegan-Quinn, Europees commissaris voor Onderzoek en Innovatie, zei in oktober 2014 in haar afscheidsboodschap dat in 2010 “the minds of Europe's leaders were almost exclusively fixed on the economic crisis. Research and innovation were not on their agenda.” Vandaag de dag staan onderzoek en innovatie centraal in de Europa 2020 strategie, en hebben de EU leiders opnieuw bevestigd dat in Europa gemiddeld 3% van het Europees bruto binnenlands product besteed zou moeten worden aan onderzoek en innovatie. Eén van de vlaggenschepen van de Europa 2020 strategie, de ‘Innovatie Unie’ had als doel om het European Research Area (ERA) te voltooien in 2014. Alhoewel de resultaten niet eenduidig zijn, is er anno 2015 al wel een structuur op Europees niveau waarmee gewerkt kan worden. Hiermee is implementatie op nationaal niveau mogelijk. Daarbovenop, was de Innovatie Unie ook het startpunt voor een nieuwe revolutionaire aanpak van het EU onderzoek en innovatie beleid, wat het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek, Horizon 2020 werd. Het Europees Parlement en de regeringsleiders, verenigd in de Europese Raad stemden in 2014 voor een 30% verhoging van het EU onderzoeksbudget om Horizon 2020 te financieren (72,5 miljard euro), dit terwijl het totale EU-budget juist werd verminderd. Onder Barroso is het vertrouwen in onderwijs, onderzoek en innovatie als de motor van de kenniseconomie dus duidelijk gestegen.

 

Tijdens Barroso II werd de Digitale Agenda, onder verantwoordelijkheid van Europees commissaris Neelie Kroes, een ander vlaggenschipinitiatief. In haar vijf jaar als commissaris heeft zij eScience, Open Education en de Digitale Agenda naar de voorgrond gebracht. Ze moest zich met de Digitale Agenda invechten binnen de Commissie: “een dood paard in beweging krijgen ging makkelijker” aldus Kroes. Wie de afgelopen 10 jaar voor haar echt ‘het verschil' maakte, is Barroso: ”hij was het die het aandurfde … en de Digitale Agenda kansen heeft gegeven”. Het ‘Opening Up Education’ initiatief dat zij in september 2013 samen met Europees commissaris voor Onderwijs, Androulla Vassiliou, lanceerde laat goed zien waar Kroes op stuurt, maar het is nog te vroeg om te kunnen evalueren. Tevens heeft de Europese Commissie 500 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek en innovatie op het gebied van Big Data, en heeft Kroes samen met John Dallli, Europees commissaris voor Gezondheid en Consumentenbescherming tot eind 2012, eHealth van de grond gekregen.

Het EIT

Het verhaal gaat dat de zoon van Barroso aan MIT in Amerika wilde gaan studeren. Barroso, in 2005 net begonnen als voorzitten van de EC, wilde dat zijn zoon in Europa zou studeren, maar zou geen vergelijkbaar instituut in Europa zijn. Dit heeft ertoe geleid dat Barroso een Europese variant van de MIT wilde oprichten, wat uiteindelijk het European Institute of Innovation and Technology (EIT) is geworden.

 

In het traject naar de oprichting van het EIT was er behoorlijk veel weerstand tegen zijn idee. Het was voor Barroso moeilijk om steun van de lidstaten en de industrie te krijgen en ook wetenschappers waren in het begin niet echt enthousiast. Wat eerst een Europees MIT moest worden, werd uiteindelijk een virtuele instelling voor kennis en innovatie netwerken, de Knowledge and Innovation Communities  (KICs), om wetenschap, onderwijs en industrie samen te brengen. In september 2014, zes jaar na de start van de EIT, zei Barroso “the EIT was set up to boost innovation in the EU, and I am impressed with these initial results…”. Op dat moment hadden de eerste drie KICs meer dan 500 leidinggevende partners uit de zakenwereld, onderzoek en hoger onderwijs uit heel Europa samengebracht. Sinds 2010 hebben de KICs meer dan 450 zakelijke ideeën ontwikkeld en 75 innovatieve start-ups gecreëerd. Daarnaast zijn 61 nieuwe producten en diensten op de markt gebracht. Ook zijn inmiddels de eerste 215 EIT ‘studenten’ afgestudeerd. Peter Oleson, de voorzitter van de EIT bestuursraad, zei: “I am delighted that the European Commission, under the leadership of President Barroso, has supported the development of the EIT and the negotiations for the EIT’s 8 fold budget increase for the 2014 to 2020 period.” Als onderdeel van Horizon 2020 heeft het EIT een budgetvoorstel van 2,7 miljard euro meegekregen.

Sleutelfiguren

Barroso heeft het niet allemaal alleen gedaan. Op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie heeft Neelie Kroes, de vicevoorzitter van de Europese Commissie met de Digitale Agenda als portefeuille (2009 – 2014) belangrijke bijdragen geleverd. Dit geldt ook voor Janez Potočnik die van 2004 – 2009 als Europees commissaris voor wetenschap en onderzoek werkzaam was, waarna Máire Geoghegan-Quinn hem opvolgde (2009 – 2014). Commissaris Ján Figel had de portefeuille onderwijs, training, cultuur en talen in Barroso I, waarna van 2009 – 2014  Androulla Vassilliou deze portefeuille had.

Conclusie

Hoewel er kritiek is geweest dat de Commissie Barroso niet adequaat gereageerd heeft op de economische crisis, zijn wel in een tijd van lagere budgets en concurrerende prioriteiten de terreinen onderwijs, onderzoek en innovatie nadrukkelijker op de agenda gezet en is substantieel meer geld hiervoor vrijgemaakt. In een interview dat Barroso op zijn laatste dag als voorzitter van de Commissie gaf zei hij: “I’m not going to pretend everything I did was right. […] Frankly, for me my conscience is enough. I did my best during these years and this I think even my critics recognise.” Het is nu aan de Commissie Juncker om het Europese kennisbeleid een succesvol vervolg te geven.

 

Door Anne-May Janssen

 


[1] Zie hiervoor o.a. Copeland et al. (2005) ‘The Lisbon Strategy and the Open Method of Coordination’. Policy Paper no. 12. Brussels: Notre Europe; Copeland, P. (2012) ‘Conclusion: The Lisbon Strategy – Evaluating Success and Understanding Failure’. In: Copeland, P. and Papadimitriou, D. (eds.) The EU’s Lisbon Strategy: Evaluating Success, Understanding Failure. London: Palgrave Macmillan: 229-237; Krcek, J. (2013) Vol. 5, No. 9. Vilpišauskas, R. (2011). Paper presentation at Biannual European Union Studies Association (EUSA) Conference.