De mbo-sector zal niet enkel een proactieve rol moeten aannemen in het anticiperen op de impact van innovatie en digitalisering, maar ook een aandrijver moeten zijn van innovatie en digitalisering buiten het onderwijs. Dit stelt de ET 2020 Working Group on VET in een rapport over de impact van innovatie en digitalisering op het mbo. Het mes snijdt echter aan twee kanten. Van beleidsmakers en andere belanghebbenden wordt ook een proactieve aanpak verwacht om de capaciteit van beroepsonderwijssystemen voor de ondersteuning van digitalisering en innovatie op te bouwen.


Digitalisering & innovatie in beroepsonderwijs: van responsief naar proactief

Anticiperen op digitalisering en innovatie  

Beroepsonderwijssystemen zullen in de toekomst proactiever moeten reageren op het versnelde tempo waarmee innovaties en digitale technologieën worden ontwikkeld en zo ook zelf een aanjager worden van innovatie, zo stelt de ET 2020 Working Group on VET in haar rapport ‘Innovation and digitalisation in Vocational Education and Training’. In het rapport presenteert de werkgroep een visie op digitalisering en innovatie in relatie tot het beroepsonderwijs. Deze worden geïllustreerd met goede voorbeelden uit verscheidene landen. De werkgroep keek zowel naar de impact van innovatie en digitalisering op de mbo-sector, alsook de manieren waarop de mbo-sector zelf digitalisering en innovatie in de maatschappij en economie kan aandrijven.

Meer capaciteit nodig 

De mbo-sector heeft capaciteit nodig om een aanjager te worden van innovatie en digitalisering. Beleidsmakers en andere  belanghebbenden worden uitgenodigd om in de toekomst een proactieve rol te spelen bij de capaciteitsopbouw van beroepsonderwijssystemen voor het ondersteunen van digitalisering en innovatie. Terwijl het hoger onderwijs traditioneel wordt gezien als motor van innovatie, is de bijdrage van het mbo nog vaak onderschat of niet verkend. Om ook buiten het beroepsonderwijs innovatie en digitalisering te stimuleren is het zaak om het mbo beter aan te sluiten bij slimme specialisatiestrategieën, universiteiten en onderzoek, aldus de werkgroep.

Uitdagingen en kansen 

De werkgroep analyseert aan de hand van acht aspecten op het gebied van innovatie en digitalisering de uitdagingen en kansen voor beleidsmakers, de mbo-sector en andere belanghebbenden. Zo liggen er bijvoorbeeld uitdagingen voor mbo-instellingen in het inschatten van de kosten en baten van innovatie en digitale technologieën. De werkgroep stelt dat een systematische en onderling verbonden aanpak nodig is voor het identificeren van de pedagogische baten en kosten van innovatie en digitale technologieën.

Context

De ET 2020 Working Group on Vocational Education and Training werkte in de periode 2018-2020 onder coördinatie van de Commissie aan een verkenning van het grote potentieel van innovatie en digitalisering in het mbo. Dit rapport is het eindresultaat van deze opdracht en moet volgens de werkgroep gezien worden als een aanvulling op het Osnabrück communiqué en andere strategische Europese beleidsinitiatieven. Het rapport dient daarnaast als input voor het nieuwe strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding post-2020 (ET post-2020). Ook al is 2020 inmiddels voorbij, er ligt nog geen nieuw kader. Het Portugees voorzitterschap zal dit halfjaar de onderhandelingen over ET post-2020 leiden en naar verwachting afronden.