Meer samenwerking tussen lidstaten
Het Europees Parlement vraagt om politieke inzet van lidstaten en roept hen op om mechanismes op te zetten voor de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s en studieperiodes in het buitenland. Dit blijkt uit een resolutie die het Parlement heeft aangenomen. Zij roept de lidstaten op deze mechanismes in 2025 gerealiseerd te hebben, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Onderwijsruimte. De Commissie kan de lidstaten hierin ondersteunen, stelt het Parlement, door te faciliteren dat lidstaten van elkaar leren en best practices uitwisselen. Ook onderstreept het Parlement het belang van de Europese studentenkaart. Deze Europese studentenkaart kan de erkenning van diploma’s en buitenlandse studieperiodes vereenvoudigen en zorgt voor lagere administratieve lasten en kosten voor zowel studenten als onderwijsinstellingen. Het Parlement vraagt de Commissie en lidstaten daarom om vaart te zetten achter de ontwikkeling van deze kaart.
Context
In mei heeft de Commissie een voorstel voor een Raadsaanbeveling gepresenteerd voor de automatische erkenning van diploma’s en kwalificaties in Europa. Dit voorstel was onderdeel van het tweede onderwijspakket met initiatieven ter invulling van het door de Commissie voorgestelde Europese Onderwijsruimte. De Raad benadrukte in een reactie op deze aanbeveling het belang van vertrouwen en transparantie waar Europese afspraken op gebaseerd zijn en het respecteren van de verschillen tussen de onderwijssystemen van lidstaten. De automatische erkenning van diploma’s en buitenlandse studieperiodes is een vereiste voor de oprichting van de Europese onderwijsruimte in 2025. Het gebrek aan harmonisatie voor erkenning van kwalificaties en diploma’s vormt een belemmering voor mobiliteit, met name in het beroepsonderwijs.
