Nederlandse studenten studeren relatief snel en succesvol af en zijn goed voorbereid op de arbeidsmarkt. Een minder positieve noot: weinig studenten kiezen voor een exacte opleiding en de arbeidsmarkt voor leerkrachten is onaantrekkelijk. Dit blijkt uit het OESO-rapport Education at a Glance 2017.

OESO prijst Nederlandse slagingspercentages

Nederlands beroepsonderwijs scoort hoog

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) prijst in haar rapport het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland vanwege het hoge slagingspercentage (75%) ten opzichte van het OESO-landengemiddelde (44%). Bovendien sluit dit onderwijs goed aan op de arbeidsmarkt. Daarnaast benoemt de OESO de uitzonderlijke mogelijkheid om werkervaring op te doen tijdens de studie. Nederland is één van de weinige landen die dergelijke programma’s aanbiedt. 

Zorgen om STEM-opleidingen

Wel baart het de OESO zorgen dat de zogenaamde STEM-wetenschappen (science, technology, engeneering and mathematics) minder populair blijken in Nederland, vergeleken met andere landen. Waar het OESO-gemiddelde op 28% ligt, kiest in Nederland minder dan een vijfde van de hbo- en wo-studenten voor een studie in deze hoek. Terwijl de loopbaanperspectieven erg goed zijn.

Nederlandse arbeidsmarkt onaantrekkelijk voor nieuwe leraren

De loopbaanperspectieven voor leraren stemmen de OESO ook minder positief. Leerkrachten verdienen in Nederland meer dan het OESO-gemiddelde, maar zij liggen procentueel verder achter op Nederlandse werkenden met een vergelijkbaar opleidingsniveau.Bovendien werken Nederlandse leerkrachten op jaarbasis gemiddeld meer uren dan in andere landen. Ook is er sprake van vergrijzing: de helft van de Nederlandse leraren in 2015 was 50 jaar of ouder.

Verder benadrukt de OESO dat de totale uitgaven aan onderwijs zijn toegenomen. De uitgaven aan tertiaire instellingen zijn zelfs tweemaal zo snel gestegen als het aantal studenten. Salarissen van onderwijzers zijn daarentegen in alle OESO-landen nog steeds laag. Zij verdienen gemiddeld 78% tot 94% van het salaris van arbeidskrachten met een gelijkaardig opleidingsniveau.

Positieve trends

In de OESO-landen genieten steeds meer mensen een universitaire opleiding. De meerderheid van de 25 tot 34-jarigen bezit tegenwoordig een universitaire graad. Bedrijfsadministratie, bedrijfskunde en rechten blijken op universitair niveau de populairste studies. Ook noemt de OESO het positief dat meer volwassenen hoger middelbaar onderwijs volgen. Wel doen studenten in deze leergang over het algemeen langer over hun studie of stoppen zij vroegtijdig.

Context

Education at a Glance 2017 biedt een overzicht van de stand van zaken van het onderwijs in 35 OESO-landen en 11 partnerlanden. Het rapport vergelijkt de impact van onderwijs, de beschikbare financiële instrumenten, en de participatie en toegang tot onderwijs tussen de landen.