Onderwijs loont: Investeringen betalen zich dubbel en dwars terug
Volgens het rapport Investing in Education 2025 van de Europese Commissie herstelden de onderwijsinvesteringen in de EU in 2023 licht na een dip in 2020–2021. Europese landen besteedden gemiddeld 4,7% van hun bbp (€806 miljard) aan onderwijs, met grote verschillen tussen de landen. Nederland lag in 2023 boven het gemiddelde met 5,3% van het bbp. Toch blijft het niveau in veel landen achter bij dat van vóór de pandemie, mede door de toenemende concurrentie om publieke financiering, terwijl deze investeringen juist cruciaal zijn. Ze versterken het menselijk kapitaal, verhogen de productiviteit en stimuleren innovatie. Zonder gerichte investeringen dreigt waardevol talent langs de zijlijn te blijven staan. Strategische investeringen in onderwijs lonen, mede dankzij nieuwe EU-kaders die landen extra flexibiliteit geven. Volgens het rapport is echter nog veel inzet nodig om de volledige impact te realiseren, zowel op EU- als op nationaal niveau.
Context
De bevindingen in het rapport zijn gebaseerd op analyses van recente cijfers over onderwijsuitgaven in de EU, aangevuld met input uit beleidsdialogen, consultaties en een recent EU-evaluatierapport. Daarbij komen thema’s zoals inclusieve mobiliteit, levenslang leren en automatische erkenning van kwalificaties nadrukkelijk aan bod. Deze onderwerpen worden erkend als essentieel om de European Education Area (EEA) te versterken en gelijke kansen voor alle leerlingen en studenten te waarborgen. De Commissie presenteerde op 16 juli haar voorstel voor het Meerjarig Financieel Kader 2028–2034 en op 18 juli haar voorstel voor het volgende Erasmus+-programma.
Mede geschreven door Thijs Neefs.
