19 mei 2021
Onderwijsministers tekenen voor kansengelijkheid, Europese Universiteiten en bespreken toekomst hoger onderwijs
Marieke van Ruiten
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
19 mei 2021
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
De Europese onderwijsministers hebben Raadsconclusies aangenomen over kansengelijkheid en inclusie in onderwijs en het Europese Universiteiten-initiatief. Daarnaast hebben zij om de tafel gezeten over de toekomst van het hoger onderwijs in Europa. De ministers zijn het eens dat kansengelijkheid en inclusie aan de basis staan van kwalitatief onderwijs. Verdere uitrol van het Europese Universiteiten-initiatief vergt nog inspanning op alle niveaus en bereidheid om barrières tot samenwerking af te breken. Ook dienen de Europese Universiteiten als inspiratie voor de toekomst van het Europees hoger onderwijs.
Tijdens de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport (OJCS)-Raad van 17 en 18 mei 2021 hebben de Europese ministers een tweetal Raadsconclusies op het gebied van onderwijs aangenomen: één over kansengelijkheid en inclusie en één over het Europese Universiteiten-initiatief. Het hierop volgende beleidsdebat ging over hervorming in het hoger onderwijs, gestoeld op de Europese Universiteiten-allianties als koplopers, bereidheid van lidstaten om ruimte te maken voor een Europese aanpak van kwaliteitszorg voor joint degrees en nationale juridische mogelijkheden voor toepassing van microcredentials in het hoger onderwijs.
De Europese onderwijsministers zijn het eens dat kansengelijkheid, inclusie en succes voor iedereen aan de grondslag staat van kwalitatief onderwijs. De aangenomen Raadsconclusies wijzen erop dat onze onderwijs- en opleidingssystemen de groeiende diversiteit van de Europese samenleving moeten dienen, zodat iedere leerling en student niet alleen formele maar ook daadwerkelijke gelijke toegang tot kwaliteitsonderwijs geniet. De sociaaleconomische achtergrond blijft vooralsnog bepalend voor de slagingskans in het onderwijs in de EU. De Onderwijs- en Opleidingsmonitor van de Commissie laat zien dat kansarme studenten slechts in 43,4% van de gevallen een opleiding afronden na het voortgezet onderwijs, tegenover 82,3% van hun leeftijdsgenoten. De conclusies onderstrepen dat gelijke toegang essentieel is, maar niet voldoende. Er moet gekeken worden naar bijkomende en overlappende uitdagingen die studenten hinderen hun volle potentie te bereiken. Waar van toepassing, worden lidstaten opgeroepen leraartekorten te adresseren.
De onderwijsministers zien graag (financiële) inzet van lidstaten en onderwijsinstellingen ter ondersteuning van de Europese Universiteiten-allianties, om met het initiatief een brug te kunnen slaan tussen de Europese Onderwijsruimte, Onderzoeksruimte en Hoger onderwijsruimte. De Raadsconclusies bevatten onder andere de oproep om beschikbare regionale, nationale en EU-middelen (inclusief het herstelfonds en Horizon Europe) in te zetten. Ook wordt verzocht om in samenwerking met onderwijsautoriteiten, hoger onderwijsinstellingen en belanghebbenden barrières tot verdere Europese samenwerking op het gebied van kwaliteitszorg en automatische erkenning van diploma’s te verhelpen. Vanaf 2022 willen de ministers plannen zien van de Commissie en lidstaten om deze barrières af te breken, terwijl zij de mogelijke creatie van gezamenlijke Europese diploma’s binnen de Europese Universiteiten-allianties verkennen. Hiernaast moet het een bottom-up initiatief blijven, open voor alle vormen van hoger onderwijs, gebaseerd op excellentie, met aandacht voor inclusie en geografische balans, concluderen de ministers.
Aandachtspunten uit de Raadsconclusies over het Europese Universiteiten-initiatief komen terug tijdens het beleidsdebat over de toekomst van het hoger onderwijs. Zo is er gesproken over het fungeren van de Europese Universiteiten als testbeds voor de interoperabiliteit en samenwerking op het gebied van onderzoek en onderwijscarrières, en over welke maatregelen lidstaten bereid zijn te nemen om naar een Europese aanpak op kwaliteitszorg van gezamenlijke diploma’s toe te werken. Verder hebben de onderwijsministers bij elkaar gepolst of zij overwegen nationale wetgeving aan te passen om microcredentials toe te kunnen passen in het hoger onderwijs. Zoals in de Raadsconclusies is opgenomen, kunnen microcredentials voor flexibiliteit en verbeterde toegang zorgen, zonder volledige studieprogramma’s te ondermijnen. Een verwachte Europese strategie voor universiteiten, eerder aangekondigd als Transformatieagenda voor het hoger onderwijs, zal ook aan bod komen tijdens de Europese Research and Innovation Days.
Drie à vier keer per jaar komen de Europese onderwijsministers bijeen in de OJCS-Raad. Door middel van de Raadsconclusies over kansengelijkheid zetten de onderwijsministers nogmaals een streep onder het waarborgen van inclusie zoals staat vastgelegd in de Europese Sociale Pijler ondertekend in 2017. Recentelijk hebben de Raad, het Parlement en de Commissie hun handtekening gezet onder drie kerndoelen uit het actieplan voor de Sociale Pijler. Ook is verbetering van kwaliteit, gelijke kansen, inclusie en succes in het onderwijs één van de vijf strategische prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs ter bevordering van de Europese Onderwijsruimte. Een tweede strategische prioriteit is de versterking van het hoger onderwijs in Europa. Hiervoor is een rol weggelegd voor het Europese Universiteiten-initiatief, die onder het Erasmusprogramma voor 2021-2027 haar volledige uitrol ziet.
Rapport Draghi: ‘Europa verzwakt door falende innovatiecapaciteit en schrijnend vaardighedentekort’
Invitation event: Regional innovation ecosystems in education & the impact of multi-stakeholder partnerships
Nieuwe Commissie: Wel een commissaris voor O&I, niet voor onderwijs
Skills-commissaris Mînzatu moet paraat staan voor het hele onderwijs