02 april 2021
Steeds meer Erasmus+ stafmobiliteit in het hoger onderwijs, tevredenheid onder deelnemers
Marieke van Ruiten
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
02 april 2021
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Stafmobiliteit in Erasmus+ heeft volgens deelnemers een positieve impact op de kwaliteit van studenten- en stafmobiliteit, internationalisering en institutionele samenwerking. In de periode 2015-2019 is het aantal personeelsleden wat aan het uitwisselingsprogramma Erasmus+ deelneemt bijna verdubbeld. Dat komt naar voren uit een studie naar de trends, motivaties en impact van het Erasmus+ programma op stafmobiliteit.
Stafmobiliteit in het hoger onderwijs, gefinancierd uit Erasmus+, is in de periode 2015-2019 bijna verdubbeld en de algemene ervaringen zijn zeer positief. Dat blijkt uit een studie van de Academic Cooperation Association (ACA), die de gegevens van deelnemers analyseerde. 63% van de deelnemers nam al eerder deel aan Erasmus+, terwijl ongeveer 38% voor de eerste keer op uitwisseling ging. Deelnemers stellen dat mobiliteit een positief effect heeft, bijvoorbeeld op het vergroten van hun netwerk, het verwerven en delen van kennis en vaardigheden en het leren van andere talen. Tenslotte benoemt men versterking van kwaliteit van toekomstige mobiliteit, vergrote institutionele samenwerking en een positief effect op internationalisering als opbrengsten.
De meest genoemde motivatie van personeel voor deelname is netwerken op professioneel niveau en het verwerven van best practices in het buitenland. De groei van het aantal uitwisselingen is hoger bij personeel dat elders een opleiding volgt dan bij personeel dat op uitwisseling gaat om les te geven. Bij de groep die elders lesgeeft is ‘college geven’ de meest ondernomen activiteit en bij de groep die voor een opleiding op uitwisseling gaat is 'job-shadowing' (leren van een professional door mee te lopen) populair. De meest gekozen landen van bestemming zijn Spanje en Duitsland (onder de Erasmus+-landen) en Servië en Rusland (onder de Erasmus+-partnerlanden).
Eind maart 2021 is het nieuwe Erasmusprogramma van start gegaan. Bij het grote publiek staat Erasmus+ vooral bekend om de component studentenmobiliteit, maar het programma speelt ook een sleutelrol bij het ondersteunen van de mobiliteit van personeel. In de periode 2015-2019 zijn ruim 92 duizend personeelsleden in het hoger onderwijs op uitwisseling geweest, waarvan het Nederlandse aandeel net onder de tienduizend ligt.
REGISTER NOW: Neth-ER annual conference “Investing in Knowledge & Changing Global Perspectives”
Parlement zet kennis op eerste plaats in Europese begroting 2025
Mînzatu tegenover het Parlement: welke beloftes maakte zij tijdens haar hoorzitting?
Nieuw platform voor Europese Studentenkaart!