De drie toekomstige voorzitterschappen van de Raad van de EU gaan zich inzetten voor een veerkrachtig Europa, met een focus op duurzaamheid en digitalisering. Zij zien een rol weggelegd voor onderwijs, onderzoek en innovatie om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden. Ze willen dan ook zo snel mogelijk vorderingen maken op kennisprogramma’s die volgend jaar van start zouden moeten gaan, zoals Horizon Europe en de opvolger van Erasmus+.


Trio-programma van de Raad: inzet voor een veerkrachtig Europa in transitie

Duurzame en digitale transitie

In de nasleep van de coronacrisis, zetten de aankomende drie voorzitterschapen van de Raad van de EU – respectievelijk Duitsland, Portugal en Slovenië – zich in voor een veerkrachtig Europa. In het ‘trio-programma’ leggen ze de nadruk op duurzame en inclusieve groei, waarin de groene en digitale transities een grote rol zullen spelen. De drie toekomstige voorzitters staan volledig achter het doel om een klimaat-neutraal Europa te bereiken in 2050 en duurzame groei moet dan ook een belangrijk deel zijn van het antwoord om uit de huidige crisis te komen. Ze zien daarnaast mogelijkheden om verdere stappen te zetten op de digitale transformatie in onder andere onderwijs en onderzoek en daarnaast de digitale soevereiniteit van Europa te bevorderen. Ook willen ze Europa minder afhankelijk maken van derde landen, door middel van een dynamisch industriebeleid, steun voor het mkb, en een sterkere infrastructuur, met name in de gezondheidszorg.  

Vlotte afronding van openstaande onderhandelingen

De drie voorzitterschappen streven ernaar de onderhandelingen over Horizon Europe en de opvolger van Erasmus+ spoedig af te ronden, zodat de programma's volgend jaar van start kunnen gaan. Hetzelfde geldt voor de Strategische Innovatie Agenda van de EIT, Digital Europe en Creative Europe. Voorwaarde hiervoor is wel dat er eerst een akkoord bereikt wordt op het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het trio gaat zich dan ook inzetten om het MFK en de programma’s zonder vertraging te implementeren.

De Europese Onderzoeksruimte

Onderzoek en innovatie moeten bevorderd worden om technologische en sociale veranderingen in goede banen te leiden. De toekomstige voorzitterschappen zien dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de opvolger van de Europese Onderzoeksruimte (ERA), en wil ervoor zorgen dat onderzoekers werkelijk vrij kunnen circuleren binnen Europa. Daarbij gaat ook aandacht uit voor ethische aspecten van de ERA en de voorzitterschappen willen activiteiten uitrollen om citizen science te bevorderen.

Onderwijs en vaardigheden voor de toekomst

Ook onderwijssystemen moeten voorbereid worden op de uitdagingen van de toekomst en flexibel om kunnen gaan met veranderingen. De voorzitterschappen zullen dus aan de slag gaan met de update van het Digital Education Action Plan, de Europese Onderwijsruimte, de opvolger van ET2020 en de update van de Skills Agenda.

Context

Elk half jaar neemt een van de EU lidstaten het voorzitterschap van de Raad van de EU op zich. Ieder voorzitterschap stelt telkens een aantal eigen prioriteiten op, maar deze worden afgestemd binnen een strategisch programma van drie aansluitende voorzitterschappen: het ‘trio-programma’. Deze past dan weer binnen de vijfjarige strategische agenda (2019-2024) van de Raad, om de consistentie van de activiteiten van de Raad op de langere termijn te waarborgen. Op 1 juli zal Duitsland het stokje overnemen van de huidige voorzitter Kroatië. Volgend jaar is de beurt eerst aan Portugal (1 januari – 30 juni 2021) en vervolgens aan Slovenië (1 juli – 31 december 2021). In 2022 zal het volgende trio-programma van start gaan, met Frankrijk als eerste voorzitter in het rijtje.