In onze rubriek “Uitgelicht!” neemt Neth-ER u mee voor een blik achter de schermen bij een bijzonder Europees project van één van onze leden of hun achterban. Deze week kijken we naar het AR-Net project dat werd gecoördineerd door Nuffic. Hoe kunnen we automatische erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs de praktijk maken? Die vraag stond centraal in dit project dat bouwde op jarenlange ervaring en hechte samenwerking. Wat is het verhaal achter dit project? Wat was het doel en welke kansen en uitdagingen kwamen daarbij kijken?

Uitgelicht: project AR-Net – Nuffic

De weg naar automatische erkenning 

Hoe kunnen we automatische erkenning de realiteit maken? Automatische erkenning geldt wanneer het niveau van diploma’s of kwalificaties zonder extra stappen geldig verklaard wordt in andere landen. Studenten krijgen dan gemakkelijker toegang tot vervolgstudies in het buitenland. Hoewel in Europa afspraken zijn gemaakt om automatische erkenning in het hoger onderwijs een realiteit te maken1, is dit in de praktijk nog niet breed doorgevoerd. Erkenning gaat soms nog erg moeizaam: procedures kunnen per land en zelfs per instelling sterk verschillen, en zijn daarmee voor studenten weinig inzichtelijk. Dit kan tot ingewikkelde processen en vertragingen leiden. Het Automatic Recognition in the Networks in 2020 (AR-Net) project wil de implementatie van automatische erkenning ondersteunen. Projectcoördinator Jenneke Lokhoff licht toe hoe het project een bijdrage kan leveren aan organisaties voor onderwijsvergelijking en hogeronderwijsinstellingen. “En studenten natuurlijk, want dat zijn uiteindelijk degenen voor wie we het doen.”

AR-Net – automatische erkenning in de netwerken

De vergelijking van hogeronderwijsniveaus, kwalificaties en diploma’s gebeurt al in de ENIC-NARIC2 centra. In Nederland doet Nuffic dat. In dit project, onder coördinatie van Nuffic, voerden negen nationale ENIC-NARIC centra verschillende activiteiten uit om een stap dichter bij automatische erkenning te komen. Het AR-Net project liep tussen maart 2018 en februari 2020 en ontving financiering uit Erasmus+ Key Action 3, gericht op ondersteuning van beleidshervorming. Het project heeft drie publicaties opgeleverd, gericht op erkenning in de praktijk:

Hechte samenwerking als basis

Europese samenwerking is essentieel voor het realiseren van automatische erkenning. Zoals Jenneke benoemt: “als het om erkenning gaat is het per definitie iets wat je met anderen op moet oplossen. Het is per definitie internationaal.” Het ENIC-NARIC netwerk, waar Nuffic onderdeel van uitmaakt, vormt een hecht samenwerkingsverband tussen nationale onderwijsvergelijkers in Europa. Het netwerk komt regelmatig bijeen om ervaringen en best practices rond erkenning uit te wisselen. Dit vormde dan ook de perfecte basis voor het opzetten van dit project.

Praktijkgerichtheid – de kern van erkenningsprojecten

De rode draad in de erkenningsprojecten is de vertaalslag die wordt gemaakt van theoretische principes en doelstellingen voor erkenning naar de praktische toepassing daarvan. Terwijl Europese afspraken vaak abstract zijn en niet altijd zonder meer geïmplementeerd kunnen worden, neemt het ENIC-NARIC netwerk de taak op zich om dit in de praktijk verder te brengen. Elk project begint met de vraag: “wat gebeurt er al?” en daar wordt vervolgens op verder gebouwd. Met resultaat, want Jenneke laat weten dat de Raadsaanbeveling voor automatische erkenning tegen 2025 deels geschreven is op basis van eerdere projecten die door het netwerk uitgevoerd zijn.

De facto automatische erkenning in de praktijk

Het eerste onderdeel van het AR-Net project richtte zich op de implementatie van de facto3 automatische erkenning. Dat wil zeggen dat erkenningsautoriteiten automatisch de kwaliteit en het niveau van een kwalificatie uit een ander land erkennen, dus BA=BA en MA=MA. De facto betekent dat je automatische erkenning gewoon gaat toepassen op basis van de drie daarvoor geldende criteria4. Dit model is relatief eenvoudig te implementeren op het niveau van de ENIC-NARIC netwerken en is volgens Jenneke in de praktijk het gemakkelijkste te bereiken. In een voorgaand project heeft Nuffic samen met andere ENIC-NARIC centra gekeken naar de theorie rond dit model en werden er richtlijnen opgesteld. Binnen het AR-Net project is vervolgens getoetst of deze richtlijnen in de praktijk werken en dus effectief leiden tot automatische erkenning. Onverwacht bleken er hierbij geen grote obstakels te zijn: de richtlijnen blijken in de praktijk goed te werken.

Obstakels bij het overdragen van erkenningsbeslissingen

Ook is gekeken naar de praktische  overdraagbaarheid van erkenningsbeslissingen. Dit houdt in dat wanneer een ENIC-NARIC centrum in het ene land een beslissing neemt over het erkennen van een diploma, een ENIC-NARIC centrum in een ander land deze beslissing over kan nemen. Hiervoor bestond al een wettelijke basis in de Lissabon Erkenningsconventie (LRC) – het internationale verdrag voor erkenning – in het artikel gericht op vluchtelingen. AR-Net nam dit als uitgangspunt en onderzocht of deze overdraagbaarheid breder toepasbaar zou kunnen zijn voor alle studenten. Uit een testronde bleek vervolgens dat er in de praktijk nog veel obstakels zijn. Deze obstakels – waaronder een gebrek aan vertrouwen tussen sommige centra – geven vervolgens stof voor discussies binnen het netwerk. “Dat vind ik mooi aan zo’n project: dat is een reflex die uit zo’n testronde naar bovenkomt en waar je samen weer echt het gesprek over moet aangaan”, aldus Jenneke.

Een praktische handleiding voor hogeronderwijsinstellingen

Activiteiten voor de implementatie van automatische erkenning reiken verder dan het ENIC-NARIC netwerk. Het is ook voor hogeronderwijsinstellingen van groot belang om duidelijke handvatten te krijgen voor de erkenning van kwalificaties, aangezien zij  de meeste erkenningsbeslissingen nemen. Toch valt hier nog veel te behalen. Binnen Europese hogeronderwijsinstellingen is er vaak nog weinig kennis over het toepassen van de principes van de Lissabon Erkenningsconventie – een belangrijke voorwaarde voor het implementeren van automatische erkenning. Daarom heeft AR-Net gewerkt aan een nieuwe editie van de European Recognition Manual for Higher Education Institutions (EAR Manual), een praktisch hulpmiddel dat toelatingscommissies ondersteunt bij het implementeren van de abstracte wettekst.

Erkenning, een doorlopend verhaal  

Nuffic is al decennia lang actief in erkenningsprojecten en ook nu staan er alweer meerdere projecten op de planning. Automatische erkenning is dan ook niet zomaar gerealiseerd. Onder invloed van een veranderend onderwijslandschap zullen zij onder andere gaan kijken naar digitalisering van studentengegevens in relatie met erkenning en buigen ze zich over de erkenningsaspecten van micro-credentials. Zoals Jenneke aangeeft: “als je een project hebt afgerond, is het nooit zo dat het helemaal klaar is. Er duikt altijd wel iets nieuws op wat moet worden opgelost.”




1 De implementatie van automatische erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs was reeds aangemerkt als prioriteit door de onderwijsministers van de Europese Hoger Onderwijs Ruimte (EHEA) in de verklaring van Yerevan (2015). In het kader van de Europese Onderwijsruimte heeft vervolgens de Raad als doel gesteld automatische erkenning een realiteit te maken in de EU-landen voor 2025.


2 Het ENIC-NARIC netwerk bestaat uit 57 nationale informatiecentra voor onderwijsvergelijking uit de 55 landen. National Information Centres (ENICs) zijn door de deelnemers aan de Lissabon Erkenningsconventie opgericht om advies te geven over erkenning van kwalificaties en om correcte informatie te verstrekken over het hogeronderwijssysteem en kwalificaties in eigen land. National Academic Recognition Information Centres (NARICs) zijn binnen EU verband opgericht. Daarom kunnen zij bijvoorbeeld deelnemen aan het Erasmus+ programma. Hun mandaat komt grotendeels overeen met de ENICs, in de meeste EU landen zijn deze dan ook samengebracht binnen dezelfde organisatie. Binnen het netwerk wisselen experts ervaringen en best practices uit op het gebied van erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs. De nationale ENIC-NARIC organisaties hebben echter wel te maken met verschillende mandaten en nationale contexten en wetgeving.


3 De facto automatische erkenning is een van de vier modellen voor automatische erkenning binnen de EHEA. Onder dit model erkennen bevoegde autoriteiten binnen de EHEA automatisch het niveau, de kwaliteit en de werklast van bachelor- en masterkwalificaties uit de andere landen. De andere modellen zijn:

  1. Bi- of multilaterale akkoorden tussen landen over wederzijdse automatische erkenning (bijvoorbeeld in de Benelux);
  2. Een unilaterale lijst van landen waarvan de kwalificaties automatisch erkend worden;
  3. Aanbevelingen en richtlijnen die tussen landen zijn afgesproken.

4 De drie criteria voor de implementatie van de facto automatische erkenning zijn als volgt:

  1. Ratificatie van de Lissabon Erkenningsconventie;
  2. Vermelding van het Europees Kwalificatieraamwerk of het Kwalificatieraamwerk van de Europese Hogeronderwijsruimte in het nationale kwalificatieraamewerk;
  3. Een kwaliteitszorgsysteem gebaseerd op de European Standards and Guidelines for Quality Assurance in higher education (ESG).