Een nieuwe rubriek in onze wekelijkse nieuwsbrief: “Uitgelicht!”
Neth-ER neemt u de komende tijd graag mee voor een kijkje achter de schermen bij een bijzonder Europees project van één van onze leden of hun achterban. De aftrap is deze week voor de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en hun deelname aan het Horizon 2020 Smart City-project ATELIER. Van de ruim 19 miljoen euro Horizon-subsidie gaat maar liefst 1,3 miljoen naar de hogeschool. Wat is het verhaal achter dit project? Wat zijn de beoogde doelstellingen en welke kansen en uitdagingen komen daarbij kijken?

Uitgelicht: project ATELIER – Hogeschool van Amsterdam

ATELIER – energiepositieve wijken in Amsterdam en Bilbao

Bekend met energieneutrale wijken? In Amsterdam gaan ze nog net een stapje verder. Met het project ATELIER wordt daar namelijk hard gewerkt aan het creëren van een energiepositieve wijk, oftewel een wijk waar meer duurzame energie wordt opgewekt dan verbruikt. Via zogenaamde ‘Positive Energy District’ (PED) Innovation Ateliers, waarbij burgerbetrokkenheid centraal staat, wil het project het lokale innovatie-ecosysteem versterken en werken aan duurzame en slimme oplossingen voor energie en transport. De twee lighthouse steden Amsterdam en Bilbao zijn de voortrekkers in het project. Zij investeren in demonstratieprojecten en dienen hierbij als testbed, van waaruit in een later stadium kan worden opgeschaald naar de andere 6 ATELIER fellow-steden én daarbuiten. Alle acht deelnemende steden zullen hun eigen roadmap ontwikkelen om de ontwikkelde oplossingen in de praktijk te brengen.  

Quadruple helix aan basis van succes?

De concurrentie binnen het Horizon 2020 programma is groot; voor elk geslaagd project halen 7 andere projecten het niet. Het succes van ATELIER komt dan ook niet uit de lucht gevallen, zo geeft ook Mark van Wees, programmacoördinator bij de HvA, aan: “ATELIER is gegroeid uit de bestaande en succesvolle samenwerking tussen gemeente, publieke en private partners én de lokale gemeenschap.  Zo is de Gemeente Amsterdam zelf al jarenlang heel actief op het gebied van smart cities, duurzame energie en urban data.” De Gemeente heeft ook een hele duidelijke doelstelling;  klimaatneutraal zijn in 2050. Ook private en publieke kennispartners zoals de HvA , die al jarenlang samenwerken op het gebied van smart grids /slimme energienetwerken en lokale energie communities, werden in het project betrokken. Tot slot is er ook een grote rol weggelegd voor de inwoners van de wijken. Zij zullen uitgroeien van energieconsument tot lokale energieproducent en staan dan ook centraal in alle activiteiten van het project. Een succesvolle quadruple helix, voortbouwend op bestaande ervaring en kennis, stond dus aan de basis van de geslaagde aanvraag.   

Rol kennispartner Hogeschool van Amsterdam

Binnen de HvA Smart City Academy wordt vanuit de HvA-speerpunten Urban Management, Urban Technology en Ondernemerschap ingezet op specifiek onderwijs en onderzoek rond het thema smart cities. In ATELIER is de HvA via haar toegepast onderzoek verantwoordelijk voor verschillende elementen in het project; van het inzichtelijk maken van effectieve technologieën tot het opzetten van monitoringssystemen voor evaluatie. Daarnaast kijkt de hogeschool ook naar nieuwe manieren van burgerparticipatie, de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen en  het opstellen van impact assessments. Tenslotte doet zij ook aanbevelingen voor het opschalen binnen de stad zelf en in de fellow-steden vanuit de verantwoordelijkheid voor de samenwerking met de andere projecten in die steden.

Alle begin…?

Het vijfjarige project bevindt zich momenteel in de opzetfase en moet nog uitgekristalliseerd worden. Met 30 partners en acht verschillende steden vormt het opzetten én behouden van een overkoepelend overzicht al een eerste mooie uitdaging, aldus Van Wees, die met zijn achtkoppig team de activiteiten coördineert. “In een dergelijk groot project, met veel verschillende contexten en eigen projecten, is het belangrijk om alle partijen eerst samen te brengen en goed af te stemmen wat je wil bereiken, wat je gaat meten en hoe je precies gaat evalueren. Wat verstaat iedereen precies onder ‘PED’? En vooral ook; wat is je gezamenlijke ambitie en visie? Dat vereist veel nadenkwerk en ook een nieuwe methodologie; hoe ga je namelijk innovatie precies vormgeven?” Daar komen tegelijkertijd zowel strategische en praktische aspecten bij kijken. Een grote uitdaging die Van Wees nu al ziet, is dat voorkomen moet worden dat de opgezette demonstratieprojecten in Bilbao en Amsterdam een eigen leven gaan leiden. De te ontwikkelen monitoring en evaluatie moet tenslotte ook in andere steden en hun eigen lokale context kunnen worden toegepast. Hoe kom je samen tot een gemeenschappelijke noemer die uiteindelijk geëvalueerd, geïmplementeerd en opgeschaald kan worden?

Meer dan alleen een leerproces

Door deel te nemen aan een dergelijk groot project kom je niet alleen vanaf het begin in een geweldig leerproces terecht, maar creëer je tegelijkertijd ook awareness binnen je instelling, aldus Van Wees. “De maatschappelijke vraagstukken van vandaag vereisen simpelweg een multidisciplinaire aanpak. Het project biedt de HvA dan ook een mooie gelegenheid om haar eigen visie rond multidisciplinair onderwijs en onderzoek toe te passen in de praktijk.” Het project vormt daarmee dan ook een ideaal testbed, zowel inhoudelijk op het gebied van smart cities, maar ook proces- en beleidsmatig gezien.

Studenten profiteren mee

Naast de gewenste impact op het vlak van duurzame energie hoopt de HvA door de ontwikkeling van het demonstratieproject ook positieve effecten op haar onderwijs te genereren. In de multidisciplinaire aanpak – variërend van techniek, economie/business en sociale wetenschappen hoopt ze haar studenten een interdisciplinaire kijk op innovatie mee te kunnen geven. Zo zullen de ingenieurs zich niet alleen maar bezighouden met technische constructies en studenten uit de alfa- en gammawetenschappen niet alleen focussen op burgerbetrokkenheid. Het is juist de bedoeling dat ze door deel te nemen in het onderzoek via de verschillende disciplines met én van elkaar leren. Daarnaast zal de HvA op basis van de opgedane inzichten in het project ook nieuw studiemateriaal kunnen ontwikkelen.

Hogescholen en Horizon

Tot slot wijst Van Wees op de kansen die er voor de Nederlandse hogescholen liggen in Europa. Zoals ook ATELIER laat zien biedt een programma als Horizon een ideale mogelijkheid om toegepast onderzoek relevant voor de regio op te schalen naar een internationaal perspectief. Ook hebben hogescholen vaak al een uitstekende band met het bedrijfsleven; iets wat ook onder het vervolgprogramma Horizon Europe een prominentere rol zal krijgen in onderzoeksprojecten. Dat succes niet vanzelf komt, spreekt echter ook voor zich; een proactieve en gedragen EU-strategie binnen de instelling lijkt hierbij een cruciale voorwaarde te zijn.