Neth-ER neemt u de komende tijd mee voor een blik achter de schermen bij een bijzonder Europees project van één van onze leden of hun achterban. Deze keer is het project Pilot Platform of Vocational Excellence Water aan de beurt. Voor dit project dat zich richt op het opleiden van de excellente watervakman, wordt 1 miljoen euro aan subsidie ontvangen uit het Erasmus+ programma. Wat is het verhaal achter dit project? Wat zijn de beoogde doelstellingen en welke kansen en uitdagingen komen daarbij kijken?

Uitgelicht: project Pove Water – Nordwin & Friesland College

PoVe Water – de excellente watervakman

Water is essentieel voor leven. Voor veel mensen lijkt water een vanzelfsprekend goedje uit de kraan, maar het aanleveren ervan is het resultaat van complexe processen en geavanceerde technologieën. Bovendien moet de verzorging van water worden aangepast aan specifieke lokale omstandigheden, afhankelijk van verschillende factoren zoals bevolkingsdichtheid, vereiste zuiveringsniveaus en lokale topografie. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Water, verbonden aan het Friesland College en Nordwin College, werkt in het project Pilot Platform of Vocational Excellence Water (PoVE Water) daarom samen met elf partners uit vijf Europese regio’s aan het opleiden van de ‘excellente watervakman’ die ervoor zal zorgen dat schoon drinkwater nu en in de toekomst uit de kraan vloeit. “De snel veranderende waterindustrie vraagt om bekwame, goed opgeleide en behendige vakmensen met een mentaliteit die innovatie stimuleert”, aldus Pieter Hoekstra, als programmamanager verbonden aan CIV Water én coördinator van het project.

Koploper in Europa

Het CIV Water is coördinator van één van de vijf pilotpartnerschappen van de Centres of Vocational Excellence die in juli 2019 werden geselecteerd door de Europese Commissie. Deze partnerschappen zijn samenwerkingsverbanden tussen het bedrijfsleven, onderwijs en andere organisaties gericht op excellent beroepsonderwijs en innovatie. Voor de uitvoering van dit specifieke project werd een Europese subsidie van bijna 1 miljoen euro toegekend uit het Erasmus+ programma. Hiervan is ruim 40% bestemd voor de Friese partners, te weten het Friesland College, waterbedrijf Vitens en Learning Hub Friesland. Deze Friese instellingen werken samen met acht andere partners uit Malta, Schotland, Tsjechië en Letland. Samenwerking met het bedrijfsleven speelt in dit project een grote rol, waarbij curricula bijvoorbeeld gezamenlijk worden vormgegeven door docenten en experts uit het bedrijfsleven. Leidend hierbij is de bestaande maatschappelijke vraag naar vaardigheden én opkomende vaardigheden, zoals digitale vaardigheden en een professionele houding. Ook moet de waterindustrie weer ‘sexy’ worden onder jongeren, gezien de grote tekorten aan bekwame vakmensen. Juist door de samenwerking tussen het onderwijs en de bedrijven wordt de watersector zichtbaarder in de regio.

Ontstaan uit behoefte

Het platform bleek een gat in de markt. Tijdens de European Water Tech Week van 2018 raakte Pieter Hoekstra in gesprek met internationale contacten van de partners op de Friese WaterCampus Leeuwarden. Het bleek dat Europa snakt naar goed opgeleide mbo-watervakmannen en vastgesteld moest worden dat het mbo een onderschoven kindje is in het ecosysteem voor waterinnovatie. CIV Water had de afgelopen jaren al flinke stappen gezet in het betrekken van het mbo in het ecosysteem, geholpen met subsidie uit het Regionaal Investeringsfonds van de Nederlandse overheid. Andere Europese regio’s hadden juist behoefte aan een geslaagd voorbeeld en begeleiding bij het opzetten van hun eigen centrum voor innovatief vakmanschap. In de eerste fase van dit grote PoVE waterproject bleek weer eens dat de participerende Europese regio’s verschillende startpunten hebben. “De uitdaging zit dan ook in het vinden van de raakvlakken en hoe je deze naar elkaar toe kan ontwikkelen”, aldus Pieter Hoekstra.

Soepele samenwerking, ook online

De samenwerking in het project verloopt tot nu toe goed. “Naarmate de samenwerking vordert, merk je dat er meer vertrouwen ontstaat en dat je elkaar snel en beter weet te vinden. We spreken elkaar minstens één keer per maand online. Daardoor merk je dat er ook veel een-op-een gesprekken plaatsvinden, ook over thema’s die buiten het project vallen. Er ontstaan al heel veel spin-offs buiten de activiteiten die in het projectvoorstel staan.” Pieter Hoekstra vindt het jammer dat alle overleggen door de coronacrisis enkel online kunnen plaatsvinden. Uitwisselingsprogramma’s zijn uiteraard komen te vervallen en excursies bij de Europese partners zijn omgevormd tot webinars. Toch was het laatste PoVE webinar in mei door de grote interactie zeer succesvol.

Weinig aandacht mbo in triple helix

Als één van de eerste geselecteerde projecten in de pilot voor Centres of Vocational Excellence-partnerschappen fungeren het Friesland College en haar partners als echte pioniers voor de verdere uitwerking van het gloednieuwe Commissie-initiatief. Tot nu toe had Europa weinig aandacht voor het mbo in de samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. De Europese partnerschappen voor de Centres of Vocational Excellence erkennen de belangrijke rol die het mbo kan innemen. Als er bij een bedrijf of onderzoeksinstelling een onderzoek wordt gestart, kan een mbo’er een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoerende taken. “Met ons project willen wij ervoor zorgen dat het mbo een voortrekkersrol neemt en nauw betrokken is bij onderzoek en technologische ontwikkelingen in de watersector. Niet alleen bij ons in Friesland, maar in heel Europa,” aldus Pieter Hoekstra.

Gebruik je netwerk

Tot slot adviseert Pieter Hoekstra aan kennisinstellingen die Europese samenwerking overwegen om gebruik te maken van bestaande netwerken. Door in je eigen regio te inventariseren wie er al op Europees niveau samenwerkt, hoef je het warme water niet zelf uit te vinden. Mbo-instellingen zouden bij bijvoorbeeld universiteiten, gemeenten, provincies en bedrijven in de regio kunnen informeren naar netwerkmogelijkheden. Ook prijst Pieter Hoekstra het Learning Hub Friesland, partner in het PoVE Water project: “Door samen te werken met een ervaren Europese projectcoördinator leer je hoe Europese samenwerking in z’n werk gaat, als je daar zelf minder ervaring mee hebt.”

Voor de toekomst hoopt Pieter Hoekstra dat de pilot de tijd en ruimte krijgt om te verduurzamen, met ondersteuning van de Europese Commissie. “De periode van twee jaar is te kort om een net opgebouwd netwerk te bestendigen, dat vraagt minimaal vijf jaar, weet ik uit eigen ervaring met het CIV. Daarnaast is het doel om het PoVE netwerk uit te breiden om daarmee meer kennis te kunnen delen en meer uitwisseling van studenten en docenten te kunnen realiseren.”

Context

De geselecteerde partnerschappen van de Centres of Vocational Excellence zijn onderdeel van een pilot in het huidige Erasmus+ programma. Het betreft partnerschappen tussen beroepsonderwijsinstellingen, bedrijven en andere organisaties gericht op een innovatieve aanpak voor de modernisering van het beroepsonderwijs. Op basis van de ervaringen uit de pilotfase zal het concept van de partnerschappen verder worden uitgewerkt in het toekomstige Erasmusprogramma.

In juli worden nog eens vijf projecten geselecteerd voor deze pilotfase.