De implementatie van nationale kwalificatiekaders (NQF’s) vordert binnen Europa, waardoor de toegevoegde waarde van de NQF’s steeds beter zichtbaar wordt. Dit meldt Cedefop in haar briefing note. Implementatie van het NQF vermindert barrières tussen verschillende onderwijssectoren en verbetert de erkenning voor kwalificaties die buiten het reguliere onderwijs gehaald zijn. In totaal hebben 39 Europese landen een nationaal kader ontwikkeld, waaronder Nederland.

Voordelen van implementatie NQF steeds beter zichtbaar volgens Cedefop

Positieve ontwikkeling van NQF’s in heel Europa

Europese landen maken vaart met het ontwikkelen en implementeren van hun nationale kwalificatiekaders (NQF) in de onderwijssectoren. Dit stelt Cedefop in haar briefing note Qualifications Frameworks in Europe: 2018 developments. In totaal hebben 39 Europese landen een nationaal kwalificatiekader opgesteld, voor zowel het beroepsonderwijs, hoger onderwijs, algemeen onderwijs en volwassenonderwijs. Naarmate de implementatie vordert, worden ook de voordelen van de kwalificatiekaders steeds duidelijker. De NQF’s zorgen voor meer transparantie, waardoor het makkelijker wordt om de kwalificaties van verschillende landen te vergelijken. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om kwalificaties die buiten het onderwijs zijn gehaald ook te erkennen. Van de 39 landen zijn er 17 nog in de beginfase: zij zijn onlangs gestart met de ontwikkeling van een NQF. 21 landen zijn in een vergevorderd stadium van implementatie waarbij de NQF’s al deel uitmaken van hun nationale onderwijssystemen.

Ook in Nederland een positieve ontwikkeling

In Nederland is de implementatie van het NQF in een vergevorderd stadium. Sociale partners die betrokken zijn bij de ontwikkeling erkennen de toegevoegde waarde van het NQF en het belang om deze positieve ontwikkeling voort te zetten door het instrument verder te implementeren. Uit de studie van Cedefop blijkt dat het NQF in Nederland de barrières tussen de verschillende onderwijssectoren en -instellingen (zoals het mbo en hbo) vermindert. Daarnaast werkt het NQF als aanjager voor nieuwe ontwikkelingen in de onderwijssystemen op het gebied van erkenning van leeruitkomsten.

Balans tussen nationale kenmerken en het internationaal vergelijken

Bij de ontwikkeling van een kader is het lastig een balans te vinden tussen nationale kenmerken en internationale vergelijkbaarheid. Wanneer de landen meer recht proberen te doen aan hun nationale kenmerken, wordt het nationale kader specifieker. Hierdoor wordt het moeilijker op internationaal niveau de kaders te vergelijken. Toch is het 35 landen gelukt om hun eigen kader formeel te laten aansluiten op het Europese kader (EQF). De overige vier landen zullen naar verwachting volgen in 2019. Daarnaast hebben 30 landen de Europese en nationale referentiekaders opgenomen in hun eigen kwalificatiedocumenten en Europass-supplementen.

Context

Het EQF is een gemeenschappelijk Europees referentiekader op het gebied van onderwijs en trainingen. Het heeft als doel kwalificaties van verschillende Europese landen en systemen eenvoudig met elkaar te vergelijken. Hiermee wil de Commissie het mogelijk maken dat mobiliteit van studenten en werknemers makkelijker wordt, in het kader van het Leven Lang Leren Programma. Cedefop werkt nauw samen met de Europese Commissie om de verdere implementatie van het EQF te bevorderen. De NQFs spelen hierbij een belangrijke rol. Nederland begon in 2009 met het ontwikkelen van een NQF en heeft in 2012 het NQF laten aansluiten op het EQF.