Erik Drop, Director Knowledge Programmes and Government Relations, van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) hamert op het belang van Europese samenwerking in onderzoek en innovatie tegenover andere mogendheden en technologische koplopers rond de wereld. Aanvullend, wijst Drop op het tekort aan internationaal talent en de behoefte van een Europese aanpak.


‘’Innovatie stopt niet aan de grens’’ onderstreept Erik Drop (TNO)

Op 6 juni zijn er Europese verkiezingen. Waarom is Europese samenwerking van belang voor het kennisveld?

‘’Innovatie stopt niet aan de grens. Het is daarom essentieel om krachten te bundelen om grensoverschrijdende problemen gerelateerd aan klimaat, digitalisering, defensie en gezondheid aan te pakken. Alleen door samen te werken, kunnen we dergelijke problemen effectief het hoofd bieden. Vanuit dat perspectief is het noodzakelijk dat óók juist in het toegepaste onderzoek in Europa de krachten worden gebundeld om maximale impact te creëren. De EU kan dit proces van samenwerking ondersteunen.’’

 

‘’Samenwerking op de toepassing van kennis is ook juist belangrijk om onze concurrentiepositie in de wereld te behouden. Zo is het ook noodzakelijk om, naast en in lijn met de Nederlandse Technologie Strategie, op Europees niveau te investeren in sleuteltechnologieën om zo te kunnen concurreren met andere mondiale economieën die veel in hun R&I sector investeren.”

 

‘’Alleen op deze wijze kunnen we de economische welvaart van Nederland en de EU blijven garanderen.’’

 

Op welk resultaat van de afgelopen jaren mag de EU wat u betreft het trotste zijn?

‘’Het normerende Brussels effect: buiten de EU worden, gezien het feit dat de EU een populatie heeft van meer dan 470 miljoen mensen, en de EU een aandeel van meer dan 20% van de totale wereldhandel, Europese normen overgenomen. Het voldoen aan deze standaarden geeft toegang tot de Europese afzetmarkt, maar heeft een wereldwijd effect. Dit heeft in het bijzonder een positieve invloed gehad op wereldwijde regelgeving omtrent klimaat en gezondheidsvereisten.’’

 

‘’De Europese fondsen zijn een belangrijke inkomstenbron voor Nederlandse onderzoeksinstellingen. Een groot deel  van de publieke onderzoeksfinanciering van Nederland kwam uit Horizon 2020. Dankzij dit programma is de positie van Europa en Nederland als leider op het gebied van onderzoek en innovatie substantieel versterkt. En daarmee wordt de bijdrage van NL aan de EU juist via deze fondsen weer terug geïnvesteerd in onderzoek, met als bijkomend voordeel de samenwerking met en verrijking van Europese partners, zowel kennisinstellingen als bedrijven.’’

 

‘’De specifieke Europese Partnerschappen onder H2020 en Horizon Europe leveren hier ook een bijdrage aan. De partnerschappen geven onderzoeksinstellingen en industrie de kans om relevante thema’s te selecteren om op te nemen in deze werkprogramma’s die recht doen aan het moderniseren van de industrie en het oplossen van mondiale vraagstukken.’’

 

‘’Tot slot blijkt uit de evaluatie van H2020 dat investeringen in het kaderprogramma een positief effect hebben op de economische welvaart van Nederland en Europa. Iedere euro geïnvesteerd in het programma, levert uiteindelijk 5 euro op.’’

 

Waarmee zouden Parlement en Commissie de komende vijf jaar nu echt het verschil maken voor kennisinstellingen?

‘’In lijn met de Nederlandse nationale technologiestrategie, moet de EU investeren in technologieën waarin de EU uitblinkt en waarin gedurende de komende jaren wetenschappelijke en economische groei wordt verwacht. Alleen zo, kunnen we internationaal een speler van betekenis blijven.’’

 

‘’Met betrekking tot de toekomstige kaderprogramma’s pleiten wij daarnaast voor een verhoging tot 200 miljard van de beschikbare gelden; alleen zo kunnen we de technologieën ontwikkelen om strategisch autonomer te worden.’’

 

‘’Tot slot wil ik benadrukken dat we voor steeds grotere mate afhankelijk zijn van internationaal talent. Nu al komt een groot deel van onze talenten uit het buitenland. Het is ook aan de EU om de toevoer van specifiek internationaal talent te bevorderen om zo negatieve effecten op onze welvaart te voorkomen.’’

 

Hoe kunnen we Nederlands en Europees beleid beter aan elkaar koppelen, indachtig de recente adviezen van de Onderwijsraad en AWTI?

‘’Het begint bij jezelf.”

 

‘’Het maken van die koppeling houdt in dat er een opgave ligt maar dit tegelijk een kans is voor Nederlandse kennisinstellingen. Strategisch doordachte onderzoek road-maps kunnen vanuit de inhoud een verbinding leggen tussen de eigen kennispositie, de Nederlandse én Europese ontwikkelingen. Dit betekent dat een kennisinstelling moet identificeren welke inhoudelijke doelen het voor ogen heeft, en aan welke nationale programma’s kan worden deelgenomen om dit te versterken, zoals het Nationaal Groeifonds of de Nationale Wetenschapsagenda, en daarbij ook te bepalen hoe samenwerking in Europa met excellente partners daar versterkend aan kan zijn. Dat vraagt tegelijk dat de Nederlandse overheid moet kijken naar de manier waarop nationale instrumenten zoals het NGF en NWA inhoudelijk  en instrumenteel goed op Europese doelen aansluiten.’’

 

‘’Tot slot moeten kennisinstellingen en Neth-ER ook aan de EU bij de strategische programmering de Nederlandse doelen meegeven om zo maximale synergie te krijgen.’’

 

Welke bijdragen heeft uw eigen organisatie te bieden aan Europa?

‘’TNO heeft ruim 4000 experts in dienst, die constant bezig zijn om de verbinding tussen nationale en Europese onderzoekslijnen te leggen. De kennis die wij toepassen leidt tot maatschappelijke en economische impact, zowel voor Nederland als Europa.’’

 

‘’Tot slot, scale-ups zijn van groot belang voor de concurrentiepositie en werkgelegenheid van Europa. TNO richt ook nieuwe bedrijven op om zo toegepast onderzoek naar praktische toepassingen in de buitenwereld te vertalen. En deze bedrijven blijken al veel potentie tot snelle doorgroei naar Europese scale-ups te hebben.’’

 

Context

In aanloop naar de Europese Verkiezingen (6 – 9 juni) zal Neth-ER wekelijks een schriftelijk interview delen met vertegenwoordigers, bestuursleden en andere sleutelspelers binnen het Nederlandse kennisveld over Europese kwesties en thema’s. Vorige week sprak Neth-ER met Gaby Allard van de MBO Raad over het beroepsonderwijs in Europese context.