Lidstaten doen te weinig om de eigen concurrentiekracht te waarborgen. De hele Unie heeft daaronder te lijden, stelt de Commissie in het jaarlijkse Europees Semester. Investeren in onderwijs en onderzoek voert daarom de boventoon in de aanbevelingen aan alle EU-lidstaten. In Nederland maakt de Commissie zich specifiek zorgen over krapte op de arbeidsmarkt en ondermaatse investeringen in vergroening en O&I. Ook problemen rondom stikstof en het elektriciteitsnet passeren de revue.


Commissie aan lidstaten: 'Jullie doen te weinig voor concurrentiekracht'

Focus op concurrentievermogen

De Commissie richt dit jaar de pijlen op concurrentievermogen in het Europees Semester. In haar jaarlijkse aanbevelingen aan de lidstaten waarschuwt de Commissie dat andere landen Europa voorbijschieten qua economische groei. Vooral de productiviteitsgroei baart zorgen: sinds 2000 is die groei vertraagd. Terwijl landen buiten de EU steeds meer uitgeven aan kennis en vaardigheden, blijven investeringen door Europese overheden én bedrijven achter. Daarmee staat de welvaart van Europa onder druk.

Lidstaten, investeer én hervorm!

Daarom moeten overheden investeren én hervormen om de eigen concurrentiekracht te verbeteren. De aanbeveling van de Commissie beslaat zes thema’s, waarbij onderwijs en onderzoek  centraal staan. Op onderwijsgebied moeten lidstaten kwalitatief en inclusief onderwijs verzorgen met voldoende gekwalificeerde leraren en moderne curricula. Op onderzoeksgebied moeten lidstaten ervoor zorgen dat de private sector meer investeert in O&I en dat regionale ecosystemen wetenschappers en bedrijven bij elkaar brengen. Tenslotte kijkt de Commissie naar economische hervormingen, toegang tot kapitaal, en de digitale en groene transities. Vooral die laatste twee vragen veel van omscholing op de arbeidsmarkt, concludeert de Commissie.

Gevolgen voor Nederland

Nederland is in Europees perspectief redelijk concurrerend. Desalniettemin ziet de Commissie drie knelpunten voor onze concurrentiepositie: onderwijs, onderzoek, en investeringen in infrastructuur. Onder die laatste schaart de Commissie onder meer de congestie op het elektriciteitsnest en de excessieve uitstoot van stikstof, die samen een rem zetten op de uitbreiding van hernieuwbare energie, ondernemingen en huizenbouw.

Nederlands onderwijs gekenmerkt door tegenstrijdigheden

Tegenstrijdigheden kenmerken de Nederlandse onderwijssector, ziet de Commissie. Hoewel Nederland bovengemiddeld scoort op deelname aan volwassenonderwijs en Leven Lang Ontwikkelen, kunnen werkgevers niet genoeg vakkrachten vinden. Bovendien laten de Nederlandse PISA-scores één van de grootste dalingen in de EU zien. Het tekort aan leraren is één oorzaak, vindt de Commissie. Ook het grote aantal flexcontracten is een probleem, omdat werkgevers niet investeren in om- en bijscholing van flexwerkers. Dit beperkt de mobiliteit tussen sectoren.

Onderzoek & innovatie in Nederland stagneert

De Nederlandse onderzoeks- & innovatiesector werkt goed maar dreigt te stagneren, stelt de Commissie. Nederland investeerde in 2022 2,30% van het bbp in O&I, wat net iets meer is dan het Europees gemiddelde van 2,24%. Vooral de private investeringen stegen licht tot 1,56% van het bbp, tegenover 1,48% gemiddeld. Desalniettemin is Nederland nog ver van de Europese afspraak om 3% van het bbp te investeren in O&I. Bovendien kon de Commissie zich nog geen rekenschap geven van de onzekere toekomst van het Nationaal Groeifonds: in het rapport ziet de Commissie het fonds nog als lichtpunt van de Nederlandse kennissector.

Context

Elk jaar geeft de Commissie landspecifieke aanbevelingen die fungeren als richtlijn voor het economisch beleid van de lidstaten. De aanbevelingen zijn onderdeel van het Europees Semester, een jaarlijkse cyclus van begrotings- en economisch beleid. Dit jaar legt de Commissie bijzonder veel nadruk op investeringen en hervormingen in onderwijs en onderzoek. De slappe productiviteitsgroei en versnipperde interne markt zijn de Commissie dan ook een doorn in het oog. Naast de aandacht voor kennis komen veel aanbevelingen ieder jaar terug, zoals het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en het grote aantal flexcontracten.