Dossier: Horizon 2020 (2014-2020)
Horizon 2020 was van 2014 tot en met 2020 het achtste Europese Kaderprogramma voor onderzoek & innovatie. Het programma werd in 2021 opgevolgd door Horizon Europe. Hoewel de laatste projectovereenkomsten in 2020 ondertekend werden, lopen sommige projecten nog enkele jaren door. In 2023 zal de Commissie het programma evalueren.
Laatste ontwikkelingen
Horizon 2020 was opmerkelijk succesvol, concludeert de Commissie na een grondige evaluatie. Na deelname boeken bedrijven 30% meer omzet dan hun concurrenten en deelnemende wetenschappers worden twee keer vaker geciteerd dan hun collega’s. Het aantal aanvragen steeg dan ook tot meer dan een miljoen. Dat succes heeft een keerzijde: drie op de vier excellente voorstellen ging niet door en Horizon 2020 kwam 159 miljard euro tekort. De ex-post evaluatie verscheen in januari 2024.
Nederlandse instellingen dienden in Horizon 2020 bijna 56.000 aanvragen in en waren bijna 10.000 keer succesvol. Gemiddeld krijgen Nederlandse voorstellen de hoogste beoordeling, na België. In totaal wonnen Nederlandse instellingen goedkeuring voor bijna 5,4 miljard euro aan projecten, zo’n 7,9% van het totale budget.
Horizon 2020 heeft meer aandacht voor sociale- en geesteswetenschappen dan eerdere EU-kaderprogramma’s voor onderzoek & innovatie. Toch besteden niet alle onderdelen van het programma evenveel aandacht aan de disciplines, blijkt uit een analyse van de Commissie.
Horizon 2020 is inmiddels overgegaan in opvolger Horizon Europe. Toch blijft het programma van belang voor het veld. Veel projecten zijn in de laatste jaren van start gegaan en lopen nog tot en met 2024. Daarnaast werken de ervaringen met Horizon 2020 door in het nieuwe programma. De Europese Rekenkamer concludeerde dat er in 2021 opnieuw veel fouten worden gemaakt in onderzoeksprojecten, net als in voorgaande jaren. Zij spoort aan om hier in Horizon Europe extra op te letten, bijvoorbeeld in de vorm van lump sum financiering.
Laatst geüpdatet: 27 februari 2024
Doel Horizon 2020
Horizon 2020 was gericht op wetenschap op topniveau, concurrerende industrie en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Daarnaast moest het achtste Kaderprogramma innovatie aanjagen, samenwerking met derde landen bevorderen en de Europese onderzoeksruimte (ERA) versterken. Verder moest het programma de Europese financiering van onderzoeks- en innovatieprojecten een stuk eenvoudiger maken door simpelere regels voor deelname en een overzichtelijke programmastructuur. Om deze doelen te bereiken richtte Horizon 2020 zich op drie prioriteiten met Europese meerwaarde die aansloten bij de Europa 2020-strategie voor werkgelegenheid en groei en de Innovation Union.
Drie pijlers
Net als opvolger Horizon Europe kende Horizon 2020 drie pijlers, die echter iets anders opgebouwd waren:
- De eerste pijler Excellent Science richtte zich op het bevorderen van excellente wetenschap om van Europa een aantrekkelijke locatie te maken voor ’s werelds beste wetenschappers. Deze prioriteit werd ingevuld met behulp van de instrumenten als de European Research Council (ERC) en Marie Curie-acties. Verder vielen onder deze pijler ondersteuning van Future and Emerging Technologies (FET) en de grote onderzoekinfrastructuren.
- De tweede pijler Industrial Leadership had heeft tot doel Europa aantrekkelijker te maken voor bedrijven om te investeren in onderzoek en innovatie. Bovendien moest deze prioriteit het groeipotentieel van Europese bedrijven ondersteunen, waaronder nadrukkelijk het midden- en kleinbedrijf. De pijler financierde onder meer samenwerkingsprojecten op het vlak van ICT.
- De derde pijler Societal Challenges richtte zich op zeven prioritaire gebieden die gehoor geven aan de beleidsprioriteiten van de Europa 2020- strategie. Het ging onder meer om gezondheid, voeding, energie, transport, klimaat & milieu, maatschappij en veiligheid.
Naast deze prioriteiten steunde Horizon 2020 ook het European Institute of Innovation and Technology (EIT), het Joint Research Centre (JRC), kernonderzoek (Euratom), widening en onderzoeksprojecten met burgers (Science with and for Society). De Commissie voorzag bij aanvang een budget van bijna 80 miljard euro, hoewel hier in de loop der jaren in geschoven werd.
Vereenvoudiging
Om excellente onderzoekers en innovatieve bedrijven bij het nieuwe onderzoek- en innovatieprogramma te betrekken, was een relatief eenvoudig programma een absolute vereiste. Voorbeelden van deze vereenvoudigingen zijn één set deelnameregels die van toepassing is op alle onderdelen van het programma; eenvoudigere financieringsregels; het wegnemen van lastige obstakels die de toegang tot onderzoeksfinanciering belemmeren; het verminderen van administratieve kosten van de deelnemers en vereenvoudiging. Toch bleef het percentage fouten hoog. Daarom maakte ook opvolger Horizon Europe simplificatie tot speerpunt.
Afronding en evaluatie
De Commissie moet eind 2023 een zogenaamde ex-post evaluatie afronden voor Horizon 2020. Deze volgt op de mid-term evaluatie van het programma. Volgens de Verordening moet de ex-post evaluatie een aantal aspecten behandelen, waaronder de achtergrond, de uitvoering en de successen. Ook de impact en duurzaamheid van de maatregelen op langere termijn en de verspreiding en de benutting van de onderzoeksresultaten worden beoordeeld. Daarnaast zal de Commissie kijken naar beoordeling van voorstellen, de EIC pilot, open access, focusgebieden, horizontale prioriteiten, relevantie & coherentie, en synergieën met andere programma’s.
Publieke consultatie
Het veld kon haar ervaringen delen via een publieke consultatie, die naast Horizon 2020 ook Horizon Europe en de strategische prioriteiten van de kaderprogramma’s omvat. Daarnaast maakt de Commissie voor de evaluatie gebruik van twaalf studies. Zeven hiervan gaan specifiek over horizontale elementen binnen Horizon 2020 en worden in de loop van 2022/2023 afgerond:
- De studie naar evaluaties van voorstellen concludeerde dat deze eerlijk verlopen maar sneller en transparanter kunnen, bijvoorbeeld door het veld eerder te betrekken.
- 83% van de Horizon 2020-publicaties is al openlijk toegankelijk, bleek uit een studie naar Open access policy, maar dit brengt hoge kosten met zich mee.
- Focusgebieden verbeteren de doelmatigheid van Horizon 2020, maar de afstemming met missies kan beter.
- De pilot van de European Innovation Council (EIC) heeft haar nut bewezen, mede door de competitie in heel Europa.
- Horizon 2020 kende teveel cross-cutting issues, die ook nog eens niet goed zijn bijgehouden.
- Relevance, internal coherence & policy mix
- External coherence & synergies
Daarnaast gaan vijf studies over specifieke impactgebieden, die de evaluaties van Horizon 2020 én Horizon Europe ondersteunen. Deze worden in de loop van 2023 afgerond.
- Excellent Science (inclusief widening en ERA)
- Resilient Europe
- Green transition
- Digital and industrial transition
- Innovative Europe
Laatste ontwikkelingen
Horizon 2020 was opmerkelijk succesvol, concludeert de Commissie na een grondige evaluatie. Na deelname boeken bedrijven 30% meer omzet dan hun concurrenten en deelnemende wetenschappers worden twee keer vaker geciteerd dan hun collega’s. Het aantal aanvragen steeg dan ook tot meer dan een miljoen. Dat succes heeft een keerzijde: drie op de vier excellente voorstellen ging niet door en Horizon 2020 kwam 159 miljard euro tekort. De ex-post evaluatie verscheen in januari 2024.
Nederlandse instellingen dienden in Horizon 2020 bijna 56.000 aanvragen in en waren bijna 10.000 keer succesvol. Gemiddeld krijgen Nederlandse voorstellen de hoogste beoordeling, na België. In totaal wonnen Nederlandse instellingen goedkeuring voor bijna 5,4 miljard euro aan projecten, zo’n 7,9% van het totale budget.
Horizon 2020 heeft meer aandacht voor sociale- en geesteswetenschappen dan eerdere EU-kaderprogramma’s voor onderzoek & innovatie. Toch besteden niet alle onderdelen van het programma evenveel aandacht aan de disciplines, blijkt uit een analyse van de Commissie.
Horizon 2020 is inmiddels overgegaan in opvolger Horizon Europe. Toch blijft het programma van belang voor het veld. Veel projecten zijn in de laatste jaren van start gegaan en lopen nog tot en met 2024. Daarnaast werken de ervaringen met Horizon 2020 door in het nieuwe programma. De Europese Rekenkamer concludeerde dat er in 2021 opnieuw veel fouten worden gemaakt in onderzoeksprojecten, net als in voorgaande jaren. Zij spoort aan om hier in Horizon Europe extra op te letten, bijvoorbeeld in de vorm van lump sum financiering.
Laatst geüpdatet: 27 februari 2024
Doel Horizon 2020
Horizon 2020 was gericht op wetenschap op topniveau, concurrerende industrie en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Daarnaast moest het achtste Kaderprogramma innovatie aanjagen, samenwerking met derde landen bevorderen en de Europese onderzoeksruimte (ERA) versterken. Verder moest het programma de Europese financiering van onderzoeks- en innovatieprojecten een stuk eenvoudiger maken door simpelere regels voor deelname en een overzichtelijke programmastructuur. Om deze doelen te bereiken richtte Horizon 2020 zich op drie prioriteiten met Europese meerwaarde die aansloten bij de Europa 2020-strategie voor werkgelegenheid en groei en de Innovation Union.
Drie pijlers
Net als opvolger Horizon Europe kende Horizon 2020 drie pijlers, die echter iets anders opgebouwd waren:
- De eerste pijler Excellent Science richtte zich op het bevorderen van excellente wetenschap om van Europa een aantrekkelijke locatie te maken voor ’s werelds beste wetenschappers. Deze prioriteit werd ingevuld met behulp van de instrumenten als de European Research Council (ERC) en Marie Curie-acties. Verder vielen onder deze pijler ondersteuning van Future and Emerging Technologies (FET) en de grote onderzoekinfrastructuren.
- De tweede pijler Industrial Leadership had heeft tot doel Europa aantrekkelijker te maken voor bedrijven om te investeren in onderzoek en innovatie. Bovendien moest deze prioriteit het groeipotentieel van Europese bedrijven ondersteunen, waaronder nadrukkelijk het midden- en kleinbedrijf. De pijler financierde onder meer samenwerkingsprojecten op het vlak van ICT.
- De derde pijler Societal Challenges richtte zich op zeven prioritaire gebieden die gehoor geven aan de beleidsprioriteiten van de Europa 2020- strategie. Het ging onder meer om gezondheid, voeding, energie, transport, klimaat & milieu, maatschappij en veiligheid.
Naast deze prioriteiten steunde Horizon 2020 ook het European Institute of Innovation and Technology (EIT), het Joint Research Centre (JRC), kernonderzoek (Euratom), widening en onderzoeksprojecten met burgers (Science with and for Society). De Commissie voorzag bij aanvang een budget van bijna 80 miljard euro, hoewel hier in de loop der jaren in geschoven werd.
Vereenvoudiging
Om excellente onderzoekers en innovatieve bedrijven bij het nieuwe onderzoek- en innovatieprogramma te betrekken, was een relatief eenvoudig programma een absolute vereiste. Voorbeelden van deze vereenvoudigingen zijn één set deelnameregels die van toepassing is op alle onderdelen van het programma; eenvoudigere financieringsregels; het wegnemen van lastige obstakels die de toegang tot onderzoeksfinanciering belemmeren; het verminderen van administratieve kosten van de deelnemers en vereenvoudiging. Toch bleef het percentage fouten hoog. Daarom maakte ook opvolger Horizon Europe simplificatie tot speerpunt.
Afronding en evaluatie
De Commissie moet eind 2023 een zogenaamde ex-post evaluatie afronden voor Horizon 2020. Deze volgt op de mid-term evaluatie van het programma. Volgens de Verordening moet de ex-post evaluatie een aantal aspecten behandelen, waaronder de achtergrond, de uitvoering en de successen. Ook de impact en duurzaamheid van de maatregelen op langere termijn en de verspreiding en de benutting van de onderzoeksresultaten worden beoordeeld. Daarnaast zal de Commissie kijken naar beoordeling van voorstellen, de EIC pilot, open access, focusgebieden, horizontale prioriteiten, relevantie & coherentie, en synergieën met andere programma’s.
Publieke consultatie
Het veld kon haar ervaringen delen via een publieke consultatie, die naast Horizon 2020 ook Horizon Europe en de strategische prioriteiten van de kaderprogramma’s omvat. Daarnaast maakt de Commissie voor de evaluatie gebruik van twaalf studies. Zeven hiervan gaan specifiek over horizontale elementen binnen Horizon 2020 en worden in de loop van 2022/2023 afgerond:
- De studie naar evaluaties van voorstellen concludeerde dat deze eerlijk verlopen maar sneller en transparanter kunnen, bijvoorbeeld door het veld eerder te betrekken.
- 83% van de Horizon 2020-publicaties is al openlijk toegankelijk, bleek uit een studie naar Open access policy, maar dit brengt hoge kosten met zich mee.
- Focusgebieden verbeteren de doelmatigheid van Horizon 2020, maar de afstemming met missies kan beter.
- De pilot van de European Innovation Council (EIC) heeft haar nut bewezen, mede door de competitie in heel Europa.
- Horizon 2020 kende teveel cross-cutting issues, die ook nog eens niet goed zijn bijgehouden.
- Relevance, internal coherence & policy mix
- External coherence & synergies
Daarnaast gaan vijf studies over specifieke impactgebieden, die de evaluaties van Horizon 2020 én Horizon Europe ondersteunen. Deze worden in de loop van 2023 afgerond.
- Excellent Science (inclusief widening en ERA)
- Resilient Europe
- Green transition
- Digital and industrial transition
- Innovative Europe