Het Europese herstelfonds deelt miljarden uit voor lidstaten die een toekomstgericht herstelplan indienen. Terwijl alle andere Europese lidstaten hun plannen al hebben ingediend, met hierbij veel aandacht voor onderwijs, onderzoek en innovatie, blijft de voor Nederland beschikbare zes miljard euro voorlopig op de plank liggen door Haagse besluiteloosheid. In een open brief gericht aan de Nederlandse minister van Financiën benadrukt Neth-ER voorzitter Henne Schuwer dat de tijd nu echt begint te dringen om de positie van Nederland als kennisland veilig te stellen. Lees de open brief hieronder.


Voorzitter Neth-ER: Getreuzel met herstelfonds zet Nederland kennisland op achterstand

Het Europese herstelfonds deelt miljarden uit voor lidstaten die een toekomstgericht herstelplan indienen. Terwijl door Haagse besluiteloosheid de voor Nederland beschikbare zes miljard euro op de plank blijft liggen, zit de rest van Europa niet stil. Alle overige lidstaten hebben een herstelplan ingediend, met veel aandacht voor onderwijs, onderzoek en innovatie. Door de huidige inertie dreigt de Nederlandse kennispositie fors achteruit te gaan. Bovendien wordt een uitgelezen mogelijkheid gemist om oplossingen voor urgente thema’s zoals de klimaatagenda in een stroomversnelling te brengen. Het kabinet moet dringend in actie komen om de Nederlandse kenniskoppositie in Europa te handhaven.

In Nederland zijn we trots op onze kennis. In de coronacrisis stonden Leidse onderzoekers aan de wieg van één van de vaccins. Ook is door Nederlands onderzoek de opnameduur van ic-patiënten aanzienlijk verkort. Al langer staat onze kennispositie te boek als uitstekend. Zo bezoeken Europese studiegroepen het beroepsonderwijs aan de lopende band, om van ons te leren. Het hoger onderwijs loopt voorop bij ieder Europees initiatief. Ons onderzoeks- en innovatie-ecosysteem leidt niet alleen tot tal van doorbraken, maar trekt ook onderzoekers en investeringen uit de hele wereld aan. Het is niet voor niets dat Nederland vijf jaar op rij Europees innovatieleider was.

Maar het tij keert zich, in rapper tempo dan we ons realiseren. De concurrentiepositie van Nederland in de wereld verslechtert zienderogen. Dit jaar is Nederland één van de zeven landen die minder innovatief is geworden, volgens het Europees innovatiescorebord. Terwijl men steggelt in Den Haag, maakt de rest van de wereld vaart. China stopt de komende vijf jaar 250 miljard extra in R&D. En de Amerikaanse president Biden kondigde in april een investeringspakket aan met 325 miljard voor onderzoek en innovatie.
 

Ook onze buurlanden zitten niet stil. Alle Europese lidstaten hebben een herstelplan ingediend, waarin ze fors in kennis investeren, met bijzondere aandacht voor het klimaat en digitalisering. Landen als Duitsland, Finland en Oostenrijk besteden gemiddeld ruim één derde van deze Europese financiering aan kennis. Zij trekken miljarden uit voor digitaal onderwijs, bijscholing voor leraren en de ontwikkeling van duurzame technologie. België en Frankrijk investeren tientallen tot honderden miljoenen in een digitale infrastructuur voor de gezondheidszorg, waarmee gezondheidsdata beschikbaar komt voor onderzoek en innovatie. Overal om ons heen ontstaan Europese samenwerkingen op het vlak van waterstof, cloud-technologie en micro-elektronica, met steun uit het herstelfonds. Nederland blijft achter.
 

De coronacrisis heeft bovenal laten zien dat het onmogelijk te voorspellen is aan welke kennis en vaardigheden in de toekomst behoefte is. Wel weten we dat oplossingen voor het klimaat beginnen bij kennis. Die zijn cruciaal voor de implementatie van de Green Deal, de ambitieuze klimaatagenda van de EU. Ook het voorkomen van gezondheidsproblemen begint bij kennis over leefstijl en leefomgeving.

Om een leidende positie te behouden, is het nodig om blijvend te investeren in duurzaamheid, digitalisering en gezondheid. Daartoe biedt het herstelfonds een uitgelezen mogelijkheid. De investeringsmogelijkheden zijn legio, niet in het minst omdat er de afgelopen jaren fors te weinig is geïnvesteerd in ons onderwijs en de budgetten voor onderzoek en innovatie achterbleven.
 

Zo kan kennisoverdracht beter verankerd worden in een nationale aanpak. Nederland kent talrijke clusters met expertise op specialistische thema’s, zoals kankeronderzoek, kunstmatige intelligentie (AI) en circulaire economie. Het is zaak die beter met elkaar te verbinden, zodat resultaten uit onderzoek en innovatie versneld toegepast kunnen worden in de praktijk. Kennistransfer kan hiermee een middel zijn om het landelijke verdienvermogen verder te versterken. Bedrijven hebben hierbij een cruciale rol, maar ook onderwijsinstellingen, om te voorzien in voldoende opleidingsplaatsen aan studenten.  Een andere voorwaarde voor het versterken van het landelijk verdienvermogen is een robuustere kennisinfrastructuur. Het mag niet zo zijn dat onderzoekers, zoals nu het geval is, dagen in de rij staan om gebruik te kunnen maken van de faciliteiten die baanbrekende innovatie mogelijk maken.
 

Ook in de digitalisering van het onderwijs, waarbij nieuwe digitale vaardigheden van docenten en studenten nodig zijn, is nog een flinke slag te slaan. Er kan voortgebouwd worden op het zelflerend vermogen van scholen, die zich op bewonderenswaardige wijze door de coronacrisis hebben geslagen. Het is nu zaak door te zetten met investeringen in virtuele leeromgevingen en digitale onderwijsconcepten. Daarbij gaat het niet alleen om de knappe koppen die het bedenken, maar ook om het vakmanschap van degenen die innovaties toepassen.

Er is nog een kans om het tij te keren en onze koppositie te behouden, maar dan moet de politiek nú aan de slag. Minister van Financiën Hoekstra beloofde de Kamer om uiterlijk 1 oktober samen een plan te maken voor het herstelfonds. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen sommeerde de Kamer Hoekstra om hierover vóór 1 november een brief aan de Kamer te sturen. Bovendien zei Hoekstra tijdens het debat over de Voorjaarsnota in de zomer al toe dat onderwijs, onderzoek en innovatie forse aandacht verdienen in het herstelplan.
 

Daarom richten wij ons nu tot minister Hoekstra: wacht niet langer en investeer in kennis. De ideeën zijn er. De groene en digitale nood is hoog. Brussel heeft zes miljard euro beschikbaar voor Nederland. Besteed dat geld voor minstens één derde aan kennisinvesteringen, en zorg ervoor dat Nederland weer koploper wordt in Europa.
 

We kunnen niet langer wachten; de rest van de wereld wacht immers ook niet.
 

Henne Schuwer, voorzitter Neth-ER

Neth-ER is de vereniging van het Nederlandse kennisveld in Brussel met als leden: KNAW, MBO Raad, NFU, Nuffic, NWO, Vereniging Hogescholen, VSNU, TNO en de studentenbonden ISO, JOB en LSVb.