Nu Horizon Europe af is, maakt Neth-ER de balans op. Hoe verschilt de definitieve budgetverdeling van het oorspronkelijke voorstel? En hoe verhoudt dit zich tot Horizon 2020? Het goede nieuws: ten opzichte van Horizon 2020 gaan vrijwel alle onderdelen er gemiddeld met 33% op vooruit, mede dankzij de Brexit. Helaas vertaalt zich dat niet direct naar een kennsintensievere begroting.


Waar gaat het Horizon Europe budget naar toe?

84,9 miljard euro tot 2027

Horizon Europe is af en de budgetverdeling is bekend. Horizon Europe mag tot en met 2027 84,9 miljard euro besteden, hoewel ook 95,5 miljard genoemd wordt. Het verschil tussen de twee is inflatie. 84,9 miljard is het bedrag dat het programma in 2018 zou mogen uitgeven, toen de Commissie haar voorstel deed. Dit wordt ook wel 2018 prijzen genoemd. Als men de verwachte inflatie à 2% per jaar meerekent komt het budget uit op 95,5 miljard, een verschil van iets meer dan 12%. Dit zijn lopende prijzen. Dit artikel gebruikt 2018 prijzen tenzij anders vermeld, zodat de inflatie het beeld niet vertroebelt.

Iets meer dan oorspronkelijke voorstel

Vergeleken met het voorstel uit 2018 gaat Horizon Europe er qua budget iets op vooruit, namelijk 1,4 miljard euro of 1,7%. Met 84,9 miljard valt het budget echter flink lager uit dan de 120 miljard die het Parlement en maatschappelijke organisaties hadden gevraagd, maar iets meer dan de 80,9 miljard die de regeringsleiders in juli 2020 hadden afgesproken. Van de 84,9 miljard komt er 75,9 miljard direct uit de Europese meerjarenbegroting en vijf miljard uit het herstelfonds NextGeneration EU. De resterende vier miljard komt uit de flexibele inzet van andere Europese middelen, waaronder de opbrengsten uit concurrentieboetes die de Commissie oplegt aan bedrijven en financiële middelen die elders niet werden opgemaakt (“marges”).

Cultuur, veiligheid en widening grote winnaars sinds 2018

Als gevolg van de onderhandelingen gaan sommige onderdelen erop vooruit ten opzichte van het voorstel uit 2018, andere erop achteruit. Over widening werd al in 2019 besloten dat het onderdeel 3,3% van het uiteindelijke budget zou ontvangen, tegenover 1,8% in het Commissievoorstel. De thematische clusters voor cultuur- en veiligheidsonderzoek zijn de grote winnaars van de onderhandelingen van dit najaar en gaan er beide met ongeveer 50% op vooruit ten opzichte van 2018. De grootste verliezers zijn het cluster voor voeding, bioeconomie en landbouw en het Joint Research Centre, die niets ontvangen uit de extra middelen noch uit het herstelfonds en ieder 10,5% inboeten ten opzichte van 2018. Ook de European Research Council (-3,1%; ERC), de Marie Curie Acties (-5,9%; MSCA) en de European Innovation Council (-2,1%; EIC) gaan er iets op achteruit. Op pijlerniveau is de horizontale pijler voor widening en de Europese Onderzoeksruimte de grote winnaar (+61,4%), terwijl de pijler voor excellente wetenschap het meest inlevert (-3,5%). Deze cijfers staan in tabel 1 van de bijlage.

Vergeleken met H2020

De vergelijking met het voorstel uit 2018 is voornamelijk theoretisch. Interessanter is de vraag hoe Horizon Europe zich verhoudt tot Horizon 2020. Welke onderdelen gaan erop vooruit? Neth-ER heeft een analyse gemaakt van twee veranderingen, namelijk het budget en de budgetverdeling van Horizon Europe ten opzichte van Horizon 2020 én het vertrek van het Verenigd Koninkrijk. De Britten ontvingen namelijk ±12,5% van Horizon 2020, die na hun vertrek beschikbaar komt voor de resterende 27 lidstaten.

Horizon Europe ontvangt 33% meer dan H2020

Horizon Europe groeit effectief met ±33% ten opzichte van Horizon 2020: van 64 miljard euro naar 84,9 miljard. Het verschil bedraagt zo’n 20,9 miljard euro. Daarvan is 11,8 miljard een directe stijging van het onderzoeksbudget zelf. Horizon 2020 heeft namelijk een budget van 73,08 miljard. De resterende 9 miljard komt vrij als gevolg van het vertrek van de Britten. Vooral Nederland profiteert daarvan, omdat Britse en Nederlandse onderzoekers het best presteren in dezelfde onderdelen, waaronder de ERC, MSCA en het cluster gezondheid.

ERC, cultuur, voeding, widening & innovatie groeien

Vrijwel alle onderdelen gaan erop vooruit ten opzichte van Horizon 2020. De grootste stijgingen zijn te vinden bij de clusters cultuur (+86%) en widening (+251%). Ook het cluster en voeding, bioeconomie & landbouw krijgt er uiteindelijk veel bij (+136%), hoewel iets minder dan de Commissie in 2018 beoogde. De ERC krijgt effectief +41% meer te besteden voor de resterende 27 lidstaten. Tenslotte krijgt de EIC zo’n 88% meer dan de onderdelen in de H2020-pilot. Enkel het Joint Research Centre en het onderdeel Science with and for society (SwafS) noteren een kleine min, hoewel die laatste vooral het gevolg is van de nieuwe programmastructuur. Deze cijfers staan in tabel 2 van de bijlage en zijn op basis van eigen berekeningen door Neth-ER. Sommige onderdelen uit Horizon 2020 komen niet geheel terug of laten zich lastig verdelen over Horizon Europe, zoals societal challenge vijf, wat de vergelijking bemoeilijkt.

Een kennisintensieve Europese begroting?

Het Europese onderzoeksbudget stijgt, maar wordt de Europese begroting daarmee ook kennisintensiever? Horizon 2020 nam met een budget van 73,08 miljard euro 6,48% van de Europese meerjarenbegroting voor zijn rekening. Horizon Europe zal met een budget van 79,9 miljard 7,44% van het MFK opstrijken. Bovendien maakt Europa extra geld vrij voor innovatie met nieuwe programma’s als Digital Europe, EU4Health, en defensie- & ruimteprogramma’s. Het onderzoeksaandeel van 7,44% is echter exclusief de bijdrage uit het herstelfonds. Inclusief herstelfonds ontvangt Horizon Europe 84,9 miljard, wat neerkomt op 4,65% van het budget dat Europa de komende zeven jaar mag uitgeven. Deze cijfers staan in tabel 3 van de bijlage. Gezien de grote maatschappelijke uitdagingen en de Europese ambities op het vlak van de groene en digitale transities, lijkt een kleine 5% van het totaalbudget toch wat aan de lage kant.

Context

Na twee jaar onderhandelen werden Parlement, Raad en Commissie het in december 2020 eens over Horizon Europe, het negende Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Het akkoord tussen de onderhandelaars moet nog ter stemming voorgelegd worden aan het Parlement en de Raad. Naar verwachting zal dit in januari 2021 gebeuren, waarna in het voorjaar de eerste calls kunnen worden gepubliceerd.