Sinds 2001 hebben de Centraal- en Oost-Europese landen een grote inhaalslag gemaakt met dank aan de structuurfondsen van het cohesiebeleid. Om richting 2050 hetzelfde effect te bereiken zullen zij echter moeten investeren in onderwijs & training, onderzoek & innovatie en de kwaliteit van instituties, stelt de Commissie in het driejaarlijkse Cohesierapport.


Cohesiebeleid economisch succes, maar volgende (kennisintensieve) stap nodig

Volgende stap nodig voor cohesiebeleid  

Centraal- en Oost-Europese landen hebben een enorme economische inhaalslag gemaakt ten opzichte van West- en Zuid-Europa mede dankzij het Cohesiebeleid van de EU. Als zij deze inhaalslag willen doorzetten zullen er echter kennisintensieve stappen moeten worden genomen. Dit blijkt uit het Eighth Report on Economic, Social and Territorial Cohesion’ van de Europese Commissie. De hoge economische groeicijfers werden de afgelopen twintig jaar aangejaagd door verschuiving van de werkgelegenheid in de landbouw naar sectoren met een hogere toegevoegde waarde, investeringen in infrastructuur en relatief lage lonen. Echter zullen de effecten daarvan de komende decennia afnemen. Investeringen in onderzoek & innovatie, onderwijs & training en de kwaliteit van instituties zullen richting 2050 essentieel zijn om lagere economische groei te voorkomen, aldus de Commissie.

Regionale innovatiekloof groeit juist  

De innovatiekloof tussen regio's in Europa is de afgelopen twintig jaar juist gegroeid, terwijl innovatie volgens de Commissie een bepalende factor voor economische groei is. Dit ligt niet enkel aan een gebrek aan O&I-investeringen, maar ook aan zwaktes in regionale innovatie ecosystemen. Daarnaast noemt de Commissie ook lage spillovers vanuit internationale handel op menselijk kapitaal en innovatie in regio’s als redenen. Door geringe ingebruikname van digitale technologieën, managementpraktijken en Industrie 4.0-technologieën in bedrijven en de publieke sector kunnen vele regio's niet profiteren van de kansen die de digitale en groene transitie bieden.

Innovatie ingebed in alle regio’s

Innovatie zal in alle regio's van Europa moeten worden ingebed om voorgenoemde uitdagingen het hoofd te bieden, stelt de Commissie. Brede innovatie moet worden aangemoedigd en zwaktes op het gebied van diffusie en invoering van nieuwe ideeën en technologieën dienen geadresseerd te worden. Daarvoor is een effectievere ruimte-gebonden aanpak nodig gebaseerd op slimme specialisatiestrategieën die in de toekomst de digitale en groene prioriteiten van de Commissie beter moeten incorporeren. Tenslotte zijn het verder stroomlijnen van de regels van structuur- en investeringsfondsen voor begunstigden en investeringen in leven lang leren belangrijke punten die de Commissie wil aanpakken richting 2050.

Context

Het Cohesiebeleid, ook wel regionaal beleid genoemd, heeft als doel regionale ontwikkeling te stimuleren en de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van ontwikkelde en minder ontwikkelde regio's te verkleinen. De Commissie stelt voor de programmaperiode 2021-2027 330 miljard euro beschikbaar, verdeeld over verschillende fondsen zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikking, Europees Sociaal Fonds en Interreg. Ook de Green Deal draagt via het Just Transition Fund bij aan regionale ontwikkeling in transitieregio's. Binnen deze fondsen wordt een behoorlijke bijdrage geleverd aan O&I, onderwijs en gezondheid. Ook Nederland ontvangt middelen uit de fondsen. Iedere drie jaar analyseert de Commissie in een cohesierapport economische, sociale en territoriale cohesie tussen regio's en de belangrijkste veranderingen daarin. Op basis daarvan doet zij aanbevelingen voor toekomstig beleid. De nood aan ‘slimme’ investeringen lijkt nog niet ingedaald bij de regeringsleiders: zij besloten dat onderontwikkelde en transitieregio’s binnen het EFRO in 2021-2027 minder geld aan innovatie hoeven te besteden dan in de vorige programmaperiode.