Het Europees Parlement is voorstander van meer synergie tussen de structuurfondsen en andere EU-programma’s, maar met beperkingen ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie. Dat blijkt uit het rapport over de gemeenschappelijke bepalingen voor het cohesiebeleid post 2020 dat het Parlement heeft aangenomen. Ook wil het Parlement dat het budget minstens evenveel bedraagt als in de huidige programmaperiode, in tegenstelling tot de voorgestelde bezuiniging van de Commissie.

Cohesiebeleid post 2020: EP zet in op behoud budget en meer synergie

Meer synergie en een even hoog budget voor 2021-2027

Het Parlement is het eens met de Commissie dat meer synergie mogelijk moet worden gemaakt tussen de cohesiefondsen en andere EU-programma’s. Dit blijkt uit het rapport over de verordening voor gemeenschappelijke bepalingen voor de structuurfondsen post 2020, dat het Parlement aangenomen heeft. Wel beperkt zij het voorstel van de Commissie dat hiertoe zou moeten leiden. Ook wil zij het huidige budget van 378,1 miljard euro behouden in de nieuwe programmaperiode. De Commissie had in haar voorstel voor de EU-begroting voor 2021-2027 juist een bezuiniging voorzien voor de structuurfondsen. Daarnaast wil het Parlement de cofinancieringspercentages verhogen ten opzichte van het voorstel van de Commissie.  

EP geen voorstander van overhevelen cohesiebudget

Complementariteit en synergie tussen de cohesiefondsen en andere Europese instrumenten worden nodig geacht, aldus het Parlement. Zij zou graag een link zien tussen de inzet van cohesiefondsen en projecten die gefinancierd worden in het kader van Horizon Europa. Het Parlement is echter geen voorstander van de mogelijkheid om delen van het toegewezen cohesiebudget over te hevelen naar een ander EU-fonds, zoals InvestEU of Horizon Europe. Dit was één van de voorstellen van de Commissie. Deze mogelijkheid wordt door het Parlement beperkt; alleen in specifieke gevallen kan een lidstaat beslissen middelen van de structuurfondsen in te zetten voor een project onder Horizon Europe, indien dit past in de regionale strategie.

Sterkere link met EU-beleidsdoelen, maar niet met het Europees Semester

De landenspecifieke aanbevelingen voor economisch beleid mogen van het Parlement geen voorwaarde vormen voor financiering uit de cohesiefondsen: zij verwerpt het voorstel van de Commissie om de link tussen cohesiebeleid en het Europees Semester te versterken. Het Parlement is daarentegen wel van mening dat het de prioriteiten van het nieuwe cohesieprogramma meer verbonden moet zijn met overkoepelende EU-beleidsdoelen en de SDGs. Zij benadrukt in het voorstel dat het cohesiebeleid het concurrentievermogen van de EU moet bevorderen door meer in te zetten op innovatie, digitalisering, de versterking van het middel -en kleine bedrijf in de regio en de transitie naar een koolstofeconomie. Ook wordt meer aandacht besteed aan energie, milieukwaliteit, klimaatverandering, slimme en duurzame mobiliteit.

Context

In mei 2018 presenteerde de Commissie haar voorstel voor het cohesiebeleid na 2020. Dit rapport bevat het standpunt van het Parlement voor de Verordening Gemeenschappelijke Bepalingen, die de overkoepelende regels bevatten voor het cohesiebeleid. Deze bepalingen zullen van toepassing zijn op onder andere het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds (EFS+).  Eerder nam het Parlement al een standpunt in over de verordening voor interregionale samenwerking de verordening voor interregionale samenwerking: INTERREG. De bal ligt nu bij de Raad. Het Roemeens voorzitterschap heeft aangekondigd van cohesiebeleid een prioriteit te willen maken.