02 december 2021
Nederland onderaan qua percentage vrouwelijke onderzoekers
Joep Roet
Plaatsvervangend directeur
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
02 december 2021
Plaatsvervangend directeur
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Met een percentage van 26,4 heeft Nederland nog steeds een van de laagste percentages vrouwelijke onderzoekers van heel Europa. Genderongelijkheid plaagt het onderzoeks- en innovatieveld in de hele EU, waarbij er vooral binnen STEM-gebieden nog veel te winnen valt. Dit blijkt uit het She Figures 2021 rapport van de Commissie.
Maar 26,4% van de Nederlandse onderzoekers is vrouw, tegenover een Europees gemiddelde van 33,8%. Hiermee heeft Nederland, net als in 2018 toen het percentage 25,4% was, een van de laagste percentages vrouwelijke onderzoekers in Europa. Dit blijkt uit de cijfers van ‘She Figures 2021’. Ook op het gebied van innovatie zien we deze ongelijkheid: voor elke tien mannelijke uitvinders in Europa is er maar één vrouw. Voor Nederland zijn deze cijfers ongeveer hetzelfde.
Hoewel vrouwen in het onderzoeks- en innovatieveld stelselmatig ondervertegenwoordigd zijn, groeit het aantal vrouwelijke studenten op bachelor-, master- en PhD-niveau wel gestaag. Binnen die eerste twee niveaus vormen vrouwen zelfs de meerderheid. Toch vertaalt dit zich nog niet door in het onderzoeksveld, na het behalen van diploma’s. STEM blijft net als voorgaande jaren een aandachtsgebied. In dit veld zijn er nog steeds relatief weinig vrouwelijke PhD-kandidaten, en is er ook weinig vooruitgang zichtbaar in vergelijking met het vorige She Figures rapport.
Verder bestaat er veel ongelijkheid op het gebied van wetenschappelijke publicaties. Waar mannen en vrouwen aan het begin van hun carrière nog ongeveer evenveel publiceren, gaan vrouwen naarmate hun loopbaan vordert steeds minder publiceren. Het rapport benoemt dat dit effect heeft op de verdere onderzoeksloopbaan van vrouwen. Zo hadden mannen in 2019 vier keer meer kans om financiering binnen te halen bij een aanvraag dan vrouwen, zowel op Europees niveau als binnen de verschillende lidstaten.
Een van de gebieden waar Nederland zichzelf wel in een voortrekkerspositie vindt, is de mobiliteit van onderzoekers. In Nederland zijn vrouwelijke onderzoekers internationaal mobieler dan mannelijke, terwijl dit gemiddeld in Europa juist andersom is. Overigens neemt in heel Europa de mobiliteit onder vrouwen af naarmate hun carrière vordert.
Elke drie jaar publiceert de Commissie het rapport ‘She Figures’, dat de genderongelijkheid in het Europese onderzoeks- en innovatieveld monitort. Het rapport kijkt naar de gehele carrière van onderzoekers: van het moment dat ze gaan studeren, tot hun verdere loopbaan en deelname op verschillende besluitvormende posities. De eerste editie werd gepubliceerd in 2003. Dit jaar gaat het rapport gepaard met zeven beleidsrapporten over onder meer de cultuur aan instellingen en intersectionaliteit. Ook het mainstreamen van gender in onderzoeksactiviteiten komt aan de orde.