Erasmus+ is in de periode 2014-2020 inclusiever geworden, maar er is nog ruimte voor verbetering. Dat concludeert de studiedienst van het Europees Parlement. Aandachtspunten zijn onder meer speciale behoeftes, structurele barrières en het monitoren van inclusiviteit.


Studiedienst EP: Erasmus+ inclusiever, maar niet genoeg

Inclusie kan beter

De Erasmus+-maatregelen voor inclusie in de periode 2014-2020 waren effectief, maar het nieuwe programma kan nog een flinke slag slaan. Dat blijkt uit een evaluatie van de inclusiemaatregelen die het Europees Parlement heeft laten uitvoeren. De studie keek naar zowel individuele leermobiliteit als de inclusie- en diversiteitsstrategie van het programma. Nationale agentschappen hanteren vergelijkbare definities van lerenden met speciale behoeftes of beperkte kansen, zo blijkt, maar iedere definitie is net iets anders. Hierdoor zijn vergelijkingen tussen landen lastig. Zo scharen sommige landen ook lerenden uit perifere regio’s of ouderen onder deze groep. Opgeteld bedient het programma bijna 280.000 lerenden uit de groep, oftewel 17% van alle deelnemers.

Vijf barrières

Terwijl de doelgroep in ieder land anders is, blijken de problemen overal hetzelfde. Volgens de onderzoekers zien lerenden zich geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van taal, financiën en bureaucratie. Ook is het mentaal een grote stap en zijn veel potentiële deelnemers onbekend met het programma. Daarom moet deze groep extra aandacht krijgen, adviseert de studie. Zo zouden er projecten specifiek gericht op lerenden met speciale behoeftes of minder kansen kunnen komen. Ook moeten landen afspreken hoe zij de deelname uit deze groep monitoren.

Context

Inclusie en diversiteit zijn belangrijke speerpunten van het Erasmus+-programma, dat een eigen inclusiviteit- en diversiteitsstrategie hanteert. In de periode 2021-2027 bevat het programma financiële steun en inclusieve maatregelen om vorm te geven aan de gestelde ambities. De Onderwijsministers nemen in mei 2021 conclusies aan, waarin zij bevestigen dat kansengelijkheid, inclusie en onderwijssucces voor iedereen ten grondslag ligt van kwalitatief onderwijs. De studie is uitgevoerd door de studiedienst van het Europees Parlement in opdracht van de commissie CULT. De studie zal ter input dienen voor het eigen-initiatiefrapport van de Commissie CULT over inclusie in Erasmus+. De bevindingen van de studie sluiten aan bij de conclusies van een webinar van Neth-ER, ISO en LSVb over inclusie in het onderwijs.