24 juni 2025
Uitgelicht: “EKFI”, een internationaal kennisplatform voor creatievelingen

Dominique Selier
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
24 juni 2025
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Hoe breng je Europese creativiteit, ondernemerschap en innovatie samen in één digitale leeromgeving? En hoe dicht je de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven in de creatieve industrie? Het Europees gefinancierde EKFI-project vond daarop het antwoord. Neth-ER sprak met Frank den Hartog van Stivako en Peter Huisman van Muldis over de impact van internationale samenwerking.
Kennis uitwisselen voor het innoveren en verstevigen van de culturele en creatieve industrie. Dat is het hoofddoel van het EKFI-project, ofwel Exchange Knowledge for Future Innovation. In dit Uitgelicht artikel interviewt Neth-ER kennis- en opleidinginstituut Stivako, een stichting die zich richt op bij- en opscholing voor ondernemersonderwijs, met name in de print-media sector. De creatieve branche bestaat uit deelsectoren zoals film en media, reclame en communicatie, en mode en textielontwerp. Als private speler biedt Stivako open inschrijving en incompany opleidingen aan voor medewerkers van mbo- en hbo-instellingen en bedrijven. Samen met Europese partners uit de creatieve sector leidde Stivako een consortium dat het EKFI-platform heeft opgezet. Dit platform biedt open leermaterialen aan en slaat een brug tussen het mbo, hbo en de creatieve industrie.
Met steun van een Erasmus+ agentschap zette Stivako een openbaar digitaal platform op voor het uitwisselen van leermiddelen. “Men ontwikkelt veel langs elkaar heen in de creatieve en communicatiesector”, stelt Frank den Hartog, directeur van Stivako. Het werkveld had behoefte aan één gezamenlijke plek om lesmateriaal te ontwikkelen en te delen. Zo ontstond het idee voor EKFI, een Erasmus+-project met twee projectfases: één voor het opzetten van het platform, en één voor de ontwikkeling van leermodulen, onderwijsmodellen en projectsamenwerking. Het Europese consortium bestond uit mbo- en hbo-instellingen en industriële partners uit Nederland, België, Griekenland, Estland en Spanje. Het project werd zorgvuldig gecoördineerd, met inzet van nationale expertisegebieden en sectorbehoeften. Zo ontwikkelde Stivako samen met de andere partners een leermodule over de circulaire economie in de print-media sector. België en Spanje hadden op productievlak al aanzienlijke vooruitgang geboekt, terwijl dit thema in Nederland relatief recent in opkomst is. Deze samenwerking bood dan ook een waardevolle kans voor wederzijds leren.
Studenten, docenten en werkenden uit de hele wereld kunnen zogenoemde ‘EKFI-punten’ verdienen en inzetten. Elke gebruiker start na gratis aanmelding met een basisaantal punten om lesmateriaal te downloaden. Is je saldo op? Dan kun je bijvoorbeeld als docent een syllabus vertalen naar een andere taal om 100 'ekfis’ te verdienen. Wordt deze syllabus vervolgens gedownload door een andere gebruiker? Dan krijg je daar 20 punten voor om bijvoorbeeld een presentatie of werkboek te downloaden. Het systeem stimuleert actieve deelname en zorgt ervoor dat iedereen, ongeacht financiële middelen, kan bijdragen én profiteren van gedeelde kennis. Ook landen met minder ontwikkelde of innovatieve sectoren hebben hier baat bij.
In de tweede projectfase, EKFI Plus, breidde het platform zich uit met eigen onderwijs, netwerkmogelijkheden en projectsamenwerking. Dat vertelt Peter Huisman, eigenaar van partner Muldis, die de software ontwikkelt en beheert. Zo creëerde het consortium een onderwijsmodel voor didactische ondersteuning rondom materiaalontwikkeling en -beheer. Daarnaast ontwikkelden de partners mbo- en hbo-leermodules over onder meer circulaire economie en kunstmatige intelligentie binnen de communicatie- en creatieve sector. Gebruikers kunnen via het platform internationale projectpartners vinden op basis van profiel, interessegebieden en competenties. Het uploaden van nieuwe leermiddelen vereist een grondige kwaliteitscheck, zegt Huisman. Hierbij worden leeruitkomsten gedefinieerd, beoordelingscriteria vastgesteld, een competentiescan uitgevoerd en het EQF-niveau aangeduid. Momenteel zijn bijna 400 scholen en bedrijven uit de Europese en internationale creatieve sector aangesloten op het EKFI-platform.
De eerste projectdoelen en het partnernetwerk werden opgesteld samen met het toenmalige internationale Erasmus+ mbo-agentschap. De expertise binnen het Erasmus+ agentschap leverde veel meerwaarde voor de ontwikkeling van het project. Deze kennis werd in de tweede fase verwerkt in een leermodule over projectmanagement verwerkt. Zo helpt Erasmus+ ook met lesmateriaal ontwikkelen. Op dit moment is het nationaal Erasmus+ agentschap Onderwijs & Training gevestigd onder Nuffic, één van Neth-ER's ledenorganisaties.
“Alleen gaat sneller, maar samen kom je verder”, stelt Den Hartog. Het hoofdingrediënt voor succes? Elkaar vertrouwen en elkaar iets durven gunnen. De creatieve en communicatiesector is zeer specifiek, maar kampt in heel Europa met dezelfde vraagstukken, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Samenwerken met Europese partners brengt andere benaderingen en kwaliteitseisen aan het licht – die juist je eigen werkwijze kunnen versterken. Om culturele verschillen te overbruggen, is fysiek bijeenkomen onmisbaar. Het bundelen van expertise maakt het mogelijk om kennis te vertalen naar de eigen, lokale context. Innovatieve landen kunnen bovendien veel leren van landen die traditionelere vormen van vakmanschap of kennis hebben behouden, maar die elders soms al zijn vergeten.
In december 2024 liep de Europese projectfinanciering af. Sindsdien is het draagvlak voor continuïteit van het platform afgenomen. Dat is niet vreemd, stelt Den Hartog. Een nieuwe Erasmus+ subsidieaanvraag brengt te veel risico’s met zich mee. Als de beoordeling tegenvalt, moet het consortium mogelijk een deel van de subsidie terugbetalen. “Dat kunnen we als kleiner privaat onderwijsinstituut minder goed dragen”. De partners zetten het platform op conform het plan voort – in elk geval tot 2029. Hoe en óf het platform daarna blijft bestaan, zal de komende jaren moeten blijken. Deelname en toegang tot de leermiddelen blijven gratis. Ondertussen blijft het netwerk groeien: ook bedrijven uit andere sectoren, zoals de kappersbranche, sluiten zich aan.
Frank den Hartog, directeur van Stivako, een opleidingsinstituut in de creatieve industrie en met name gericht op de printmedia sector. Naast opleidingen en trainingen geeft Frank ook advies aan bedrijven op het terrein van management, samenwerking, leiderschap en persoonlijke profiel analyses.
Peter Huisman, eigenaar van Muldis, partner van Stivako in het nieuwe internationale project: EKFI: Exchange Knowledge for Future Innovation, waar hij verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de software. Peter werkt in de creatieve sector als zelfstandig ondernemer en als auditor, met meer dan vijftien jaar ervaring binnen diverse disciplines met ICT als rode draad.
In de serie ‘Uitgelicht’ belicht Neth-ER Europese onderwijs-, onderzoeks- en innovatieprojecten van haar leden en achterban. Dit artikel gaat over de projecten EKFI – Exchange Knowledge for Future Innovation en EKFI+ – Innovation through cooperation, die mede tot stand kwamen met steun van een Erasmus+ Agentschap. Sinds 2014 is het Erasmus+ Nationaal Agentschap (E+ NA) binnen Nufficverantwoordelijk voor de uitvoering van het Erasmus+ programma voor onderwijs en training in Nederland. Nuffic is één van de elf leden van Neth-ER en is de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs. Het NA beoordeelt onder meer subsidieaanvragen voor Europese onderwijsprojecten en ondersteunt scholen met de projectuitvoering.