21 mei 2024

“China gebruikt onze kennis om een leger tegen het Westen op te bouwen”, Bart Groothuis (VVD)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

Bart Groothuis, nummer twee op de kandidatenlijst van de VVD, maakt zich zorgen over de invloed die China uitoefent op het Nederlandse onderwijs en R&D veld. Volgens Groothuis zijn we te ‘’ver in de fuik gezwommen’’ en worden wetenschappers bedreigd of juist verleid door de schatkist uit het Verre Oosten. Er ligt dus een belangrijke taak voor het kennisveld om zich te weren tegen deze dreiging, en voor de EU om zich op te stellen in de wereld als een onafhankelijke koploper in diverse sleuteltechnologieën.  


“China gebruikt onze kennis om een leger tegen het Westen op te bouwen”, Bart Groothuis (VVD)

Op 6 juni kunnen Nederlanders stemmen voor het Parlement. Waarom is stemmen voor de Europese verkiezingen juist nu belangrijk?  

"Het Parlement is naast de 27 lidstaten medewetgever. Gekozen Europarlementariërs maken dus wetten, wijzigen of schrappen ze. Het doet ertoe welke Europarlementariërs er in Brussel deze wetten maken, en ook of ze serieus hun werk doen of vooral aan de Champagne zitten op Place Luxembourg. Vooral aan de flanken is dat laatste een favoriet tijdverdrijf, zo valt me op."

 

Welke grote uitdagingen ziet u, en welke bijdrage hieraan verwacht u van kennis (onderwijs, onderzoek & innovatie)? 

“Het onderwijs-, innovatie- en onderzoeksveld heeft een groot probleem omdat zij de dreiging vanuit de Chinese communistische partij niet wenst te onderkennen. Veel instellingen kiezen ervoor de problematiek met de mantel der liefde te bedekken. Die dreiging is op zich niet geheim en is publiek ruim gedocumenteerd. Deze gaat veel verder dan kennisveiligheid en behelst ook serieuze dreigingen jegens de vrijheid van meningsuiting, politieke soevereiniteit, onderdrukking van studenten en medewerkers of ernstige mensenrechtenschendingen. Juist onderwijsinstellingen zouden dit moeten willen begrijpen, maar de afhankelijkheden die de CCP de afgelopen decennia al heeft opgebouwd in het onderwijs en R&D veld in Nederland zijn fors. Intimidatie van wetenschappers is aan de orde van de dag. En ik vrees dat het geld lonkt.”

 

“Geeft u mij eens aan waar in Nederland de debatten zijn over de concentratiekampen die China in Xingjang onderhoudt, hoeveel debatten er nog plaatsvinden in Nederland over zaken die de CCP onwelgevallig zijn. Het is richting de nul. We zijn dus al ver in de fuik gezwommen en erover praten gebeurt met veel, heel veel meel in de mond.”

 

“Ik verwacht van de instellingen dat ze een vuist maken tegen de CCP en niet langer wegkijken wat er gebeurt op hun terrein. Politieke vluchtelingen worden hier geïntimideerd. Kennis gestolen. Debatten over five poisons worden onder dreiging van intimatie of zelfs geweld niet eens meer gehouden. Verdienvermogen verdwijnt. Onze kennis wordt gebruikt om in China een leger op te bouwen dat zich voorbereidt op een oorlog tegen het Westen.”

 

“Een eenvoudige maatregel voor een universiteit met een Confucius instituut zou kunnen zijn dat je drie regels afspreekt: 1) de universiteit heeft zelf het laatste woord over welk personeel wordt aangesteld zoals geldt bij elke universitaire instelling, 2) in de statuten wordt vastgelegd dat drie keer per jaar een publiek debat wordt georganiseerd over de concentratiekampen in Xingjang, de onderdrukking door de CCP in Hong Kong en het lot van politieke gevangenen. 3) Financiële transparantie. Duitsland en Zweden kozen ervoor Confusius instituten te sluiten, maar ik voorspel u dat het instituut zelf zijn deuren per direct zal sluiten bij deze totaal redelijke spelregels, waarmee meteen de intentie is blootgelegd.”

 

“Een andere maatregel is om samenwerking met Chinese instellingen steeds publiekelijk uit te leggen en daar actief over te communiceren. De Radboud Universiteit bijvoorbeeld werkt samen met een Chinese universiteit die het Chinese leger helpt groeien, maar toch kiest Nijmegen ervoor op goede gronden om samen met deze Chinezen een meetinstrument aan de achterkant van de maan te krijgen. Daarover is ze transparant, en de afweging is valide wat mij betreft. Geen ontkoppeling, wel de-risking.”

 

Kennisinstellingen hebben veel belang bij Europese samenwerking en de programma’s die dit mogelijk maken, zoals Erasmus+ en Horizon Europe. Het komende Parlement mag de opvolgers vormgeven. Hoe kijkt uw partij naar Erasmus+ en Horizon Europe?

“Ik onderhandelde een aantal maanden geleden nog over cyber security wetgeving en de Europese Commissie kwam met een alternatief dekkingsvoorstel voor de plannen. Zonder moeite voerden ze Erasmus+ op als bezuinigingspost. Daar ben ik niet van gediend, en dat hebben ze ook geweten. Hetzelfde geldt voor Horizon: te vaak wordt dit gebruikt om dekking te vinden gedurende een mandaat voor andere plannen dan waar Horizon voor bestemd is.”

 

“Er is bijna geen lidstaat die meer opbrengst haalt uit horizon of het innovatiefonds dan Nederland. Mijn inzet en oriëntatie spreekt dus voor zich.”

 

In een vorig interview vertel Robert-Jan Smits (UNL) …

“De basis op orde. Nieuwe projecten zijn heel zichtbaar en in sommige gevallen (kennisveiligheid, AI) ook echt nodig. Maar het grootste belang voor universiteiten is toch echt dat Horizon zo goed blijft functioneren als het nu doet, zonder tussentijdse bezuinigingen, en dat in het onderwijs de afspraken over onderlinge erkenning en kwaliteitszorg – onder andere uit ‘Bologna’ – nu echt tot volle wasdom komen. Zulke zaken zijn onmogelijk te regelen door individuele lidstaten en tegelijk essentieel voor een daadwerkelijk open Europa op het gebied van kennis.”

 

 

In reactie hierop vertelt Bart Groothuis …

“Ik vind dit een treffende uitspraak. Ik onderstreep het belang van een solide basis van Europese kennisinstellingen. Europese kennisinstellingen staan vaak aan het begin van innovatie en vormen een belangrijke schakel tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktische uitwerking ervan. Samenwerking tussen Europese kennisinstellingen, onderlinge erkenning en gedeelde kwaliteitsnormen zijn belangrijke basisvoorwaarden om die samenwerking tot een succes te brengen.”

 

“Maar: wij vermarkten onze kennis nog niet goed genoeg. We hebben top wetenschappers, top onderzoeken, geweldige kennis. En toch lopen we vaak achter op de Verenigde Staten en China als het aankomt om er grote bedrijven van te maken. Niet verwonderlijk als je kijkt naar een simpel gegeven hoeveel we uit onze pensioenfondsen investeren in venture capital: in vergelijking met de Amerikanen bijna een honderdste. Dat is allemaal te veranderen in een nieuw mandaat, met de juiste politieke wil.’’

 

 

Wat is uw visie op Europa in 2030 en op welke dossiers zullen we daarom uw stem horen in het volgende Parlement?

“De Commissie heeft op de valreep nog een lijst met sleuteltechnologieën opgeleverd. Dat was geen sinecure, knap gedaan. Op die lijst hoort de focus te zitten: zorgen dat we winnen en wereldkampioenen opleveren. Het succes van de Chips Act - die ik mede mocht onderhandelen - smaakt dus wat mij betreft naar meer. Het is wat mij betreft dan ook zaak dat we voor Quantum en mogelijk ook bio-tech een Act maken, maar die lijst kan langer.”

 

“Het Franse begrip van strategische soevereiniteit slaat in Brussel in dit tijdsgewricht aan, maar is ook ontoereikend. ‘Strategic indispensability’ draait om kennis en technologie waar de rest van de wereld bij jou voor aanklopt en van afhankelijk is. Daarover moeten we veel meer keuzes gaan maken, die discussie wil ik ook steeds op de agenda blijven zetten.”

 

“Voor onontkoombare zaken zijn we qua technologie en supply chain uitgeleverd aan China. Ik wil alternatieven zien voor Lithium batterijen. Europese elecytrolysers en zonnepanelen etc. Dat we hierin ooit voorop liepen en deze industrie en kennis is weggelekt, was geen natuurverschijnsel. Zorgen dat we het heft in handen nemen voor onze veiligheid en welvaart, dat is de opdracht.”

 

Context

Op 6 juni stemmen Nederlanders voor een nieuw Europees Parlement. In de opmars naar de Europese verkiezingen, publiceert Neth-ER wekelijks een interview met kandidaat Europarlementariërs over onderwijs, onderzoek en innovatie in Europa. Vorige keer sprak Neth-ER met Brigitte van de Berg (D66) over de belangenbehartiging van het beroepsonderwijs, en Ufuk Kâhya (GL-PvdA) over Europese kennis als speerpunt van het continent.