06 mei 2024

“Investeren in onderzoek en innovatie essentieel voor Europese vrede en welvaart’’, Ronald de Bruin (NSC)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

Er moet meer geïnvesteerd worden in onderwijs, onderzoek en innovatie om de grote uitdagingen van vandaag – zoals klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en ontwrichtende technologieën – te overwinnen en het concurrentievermogen en de strategische autonomie van Europa te versterken. Dit vertelt Ronald de Bruin, nummer vijf op de kandidatenlijst van NSC.


“Investeren in onderzoek en innovatie essentieel voor Europese vrede en welvaart’’, Ronald de Bruin (NSC)

Op 6 juni kunnen Nederlanders stemmen voor het Parlement. Waarom is stemmen voor de Europese verkiezingen juist nu belangrijk?  

“Het Europese project is in de kern een vredesproject. Na de verschrikkingen van twee wereldoorlogen was het devies: nooit meer oorlog, nooit meer honger. De vrede in Europa wordt momenteel echter ernstig bedreigd door de agressie van Rusland, assertiviteit van China en andere mogendheden die onze gemeenschappelijke waarden (menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtstaat en mensenrechten) niet delen. Tegelijkertijd staan onze gedeelde waarden binnen Europa zelf onder druk wat fundamentele uitdagingen met zich meebrengt voor de rechtstaat in de EU. Daarom is het belangrijker dan ooit om te gaan stemmen, om een duurzame vrede, vrijheid en welvaart in Europa te garanderen voor de  huidige en toekomstige generaties.”

Welke grote uitdagingen ziet u, en welke bijdrage hieraan verwacht u van kennis (onderwijs, onderzoek & innovatie)?

”Wij zijn als samenleving (bijna) vergeten waarom het Europese project is gestart en beschouwen haar verworvenheden (vrede, vrijheid en welvaart) als vanzelfsprekend. In het onderwijs zou meer aandacht moeten worden geschonken aan de lessen die kunnen worden getrokken uit het verleden. Tegelijkertijd biedt onderwijs kansen tot zelfontplooiing en geeft ons een basis om de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan.”

 

“Er komen steeds meer grote uitdagingen op ons af waar wij als (kennis)maatschappij een antwoord op moeten vinden. Denk hierbij aan klimaatverandering, toenemende milieuvervuiling (bodem, water, en lucht), impact van demografische veranderingen op medische zorg, aantasting van de veiligheid en betrouwbaarheid van onze digitale leefomgeving, en de afhankelijkheid van derde landen voor grondstoffen en technologieën in tijden van geopolitieke spanningen. Om deze en andere uitdagingen het hoofd te bieden, zijn een versterking van investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie essentieel. Uiteindelijk levert dit meer welvaart en banen op wat weer bijdraagt aan bestaanszekerheid, een kernthema van Nieuw Sociaal Contract.”

Kennisinstellingen hebben veel belang bij Europese samenwerking en de programma’s die dit mogelijk maken, zoals Erasmus+ en Horizon Europe. Het komende Parlement mag de opvolgers vormgeven. Hoe kijkt uw partij naar Erasmus+ en Horizon Europe?

”We zien Erasmus+ als een goed programma voor onder andere de uitwisseling van studenten en het verlenen van subsidies voor samenwerking tussen onderwijsinstellingen en onderzoek. We bevorderen uitwisseling van studenten op het mbo, hbo en de universiteiten. Het is heel goed om een semester of een studiejaar in een ander EU-land door te brengen.”

 

“In lijn met ons Europese verkiezingsprogramma willen we Erasmus+ versterken en tegelijkertijd de negatieve neveneffecten van studentenmigratie beperken. Het mag niet zo zijn dat studenten uit andere Europese landen relatief goedkoop onderwijs in Nederland kunnen volgen, met aanvullende rechten op huursubsidie of uitkeringen die voor Nederlandse studenten niet toegankelijk zijn. Dit maakt het enorme tekort aan studentenhuisvesting nog erger. Daarom willen we het aantal EU-studenten beperken dat voltijds aan Nederlandse instellingen studeert (40% van de instroom van nieuwe studenten aan de universiteiten komt uit het buitenland). Dit kan bijvoorbeeld worden tegengegaan door de EU-regels aan te passen, zodat EU-studenten minder snel recht hebben op studiefinanciering in Nederland. Dat hebben ze nu al bij een bijbaan van 8 uur per week. Daarnaast zijn wij er voorstander van dat het hoger onderwijs in Nederland weer grotendeels in de Nederlandse taal wordt aangeboden. Uitzonderingen voor enkele studies blijven mogelijk.”

 

“Wij zijn voorstander van een versterking van Europese samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie. Nederland speelt in Europa een vooraanstaande rol bij het creëren en verspreiden van hoogwaardige kennis en technologieën, inclusief voor ons belangrijke sleuteltechnologieën zoals fotonica, quantumtechnologie, semiconductors, 5-6G, kunstmatige intelligentie, klimaat- en medische technologie. Binnen de EU-begroting mag er meer geld naar het Kaderprogramma Horizon Europe, ook om grote uitdagingen (zoals bijvoorbeeld de energietransitie) gezamenlijk aan te gaan.”

In een vorig interview vertelde Robert-Jan Smits (UNL):

“De basis op orde. Nieuwe projecten zijn heel zichtbaar en in sommige gevallen (kennisveiligheid, AI) ook echt nodig. Maar het grootste belang voor universiteiten is toch echt dat Horizon zo goed blijft functioneren als het nu doet, zonder tussentijdse bezuinigingen, en dat in het onderwijs de afspraken over onderlinge erkenning en kwaliteitszorg – onder andere uit ‘Bologna’ – nu echt tot volle wasdom komen. Zulke zaken zijn onmogelijk te regelen door individuele lidstaten en tegelijk essentieel voor een daadwerkelijk open Europa op het gebied van kennis.”

 

In reactie hierop vertelt Ronald de Bruin:

“Robert-Jan Smits raakt een gevoelige snaar als het gaat om tussentijdse bezuinigingen op onderzoek en innovatie. De kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie zijn nogal eens het slachtoffer als geld voor acute problemen moet worden gevonden. Denk daarbij aan het Junckerplan (2019) of de recente bezuiniging van ruim 2 miljard op het kaderprogramma. Het Europees Parlement heeft onlangs een budget van 200 miljard euro geclaimd voor het volgende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, met daarbij de eis dat aan dit budget niet tussentijds mag worden getornd. Ook al lijkt de budgettaire claim zeer ambitieus, er moet worden voorkomen dat het kaderprogramma als grabbelton wordt gebruikt. Dan speelt nog de vraag of defensieonderzoek door het volgende kaderprogramma moet worden gefinancierd en zo ja, of er dan extra budget wordt toegekend. Mijns inziens moet kannibalisatie worden voorkomen.”

Wat is uw visie op Europa in 2030 en op welke dossiers zullen we daarom uw stem horen in het volgende Parlement?

“Voor de welvaart en vrede in Europa zijn gerichte investeringen in onderzoek en innovatie essentieel. Het Kaderprogramma Horizon Europe is het belangrijkste financieringsprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie met een budget van 95,5 miljard euro. Dit is de derde budgetlijn in omvang op de EU begroting (na landbouw en structuurfondsen) en het grootste budget dat direct door de Europese Commissie wordt geïmplementeerd. Ook al vangt het volgende zevenjarig Kaderprogramma pas in 2028 aan, de Europese Commissie is al bezig met het schetsen van de contouren van een uitgebreid voorstel dat in 2025 het licht zal zien. Het Europees Parlement is samen met de Europese Raad medewetgever. Als Europarlementariër wil ik een vooraanstaande rol spelen bij de onderhandelingen om te komen tot een programma met een juiste balans tussen onderzoek en innovatie. Een programma dat instrumenten versterkt die hun waarde hebben bewezen en stopt met instrumenten die onvoldoende rendement opleveren. En dat bijdraagt aan oplossingen voor grote maatschappelijke problemen, de Europese concurrentiepositie versterkt en ook de strategische autonomie van Europa waarborgt.

 

"Daarnaast is het van belang te blijven investeren in het ecosysteem dat de Europese Onderzoeksruimte voedt, zodat kennis en onderzoekers vrij kunnen blijven circuleren. En niet te vergeten, laten we zoveel mogelijk overlap vermeiden en synergie creëren tussen de kaderprogramma’s en andere fondsen waar voor een (bescheiden) deel onderzoek en innovatie in zit, zoals het EU4Health programma, LIFE Klimaatprogramma, Europese structuur- en investeringsfondsen, de Ondersteuningsfaciliteit voor herstel en veerkracht, en het Onderzoeksfonds voor kolen en staal.”

 

Context

Op 6 juni stemmen Nederlanders voor een nieuw Europees Parlement. In de opmars naar de Europese verkiezingen, publiceert Neth-ER wekelijks een interview met kandidaat Europarlementariërs over onderwijs, onderzoek en innovatie in Europa. Vorige keer sprak Neth-ER met Sacha Muller van Volt over de kracht van Europees ondernemerschap en onderzoek, en met Eveline Herben van BBB over een realistisch klimaatbeleid.