De mogelijkheid om levenslang microcredentials te vergaren maakt mensen breder inzetbaar en de EU weerbaarder voor de toekomst. Tegelijkertijd moet er gewaakt worden voor het behoud van reguliere complete opleidingen. Dat blijkt uit een rapport van Cedefop over de relatie van microcredentials en kwalificatiesystemen. Tevens gaat het rapport in op Nederland, dat zich bevindt in een fase waarin op het nationale beleidsniveau meer gevorderde discussies over microcredentials plaatsvinden.   


Microcredentials maken EU weerbaar voor de toekomst

Kansen en uitdagingen van MC

Microcredentials helpen de EU om weerbaarder te worden voor de toekomst. Door de mogelijkheid om levenslang kleinere leerervaringen te vergaren zijn mensen namelijk breder inzetbaar. Dit stelt Cedefop in het rapport Microcredentials for labour market education and training - microcredentials and evolving qualifications systems. Door middel van microcredentials kunnen mensen levenslang leren waarbij hun kennis, vaardigheden en competenties erkenning krijgen. Ook zorgen microcredentials voor de gebruikers voor meer flexibiliteit, aanpasbaarheid en relevantie in leersystemen. Microcredentials kunnen namelijk gemakkelijker inspelen op veranderende behoeften op de arbeidsmarkt door korte, gerichte scholing. Bovendien richten microcredentials zich op een beperkter aantal vaardigheden in vergelijking met volledige kwalificaties. Hierdoor geven ze een duidelijker beeld van specifieke kennis, vaardigheden en competenties. Ondanks de vele voordelen zijn microcredentials echter niet bedoeld om traditionele volledige kwalificaties te vervangen. Het rapport waarschuwt dan ook tegen een overmatig vertrouwen, wat leidt tot het afschaffen van traditionele kwalificaties. Holistisch formeel onderwijs waarin men een complete opleiding volgt zijn nog steeds van groot belang.   

Status quo in Europa

Het rapport constateert dat de meeste landen nog in een beginstadium verkeren als het gaat om de implementaie van microcredentials. Lidstaten zijn nog erg op zoek naar het juiste evenwicht tussen normalisatie en overregulering. Er zijn grofweg drie stadia als het gaat om de discussies over microcredentials op nationaal beleidsniveau: landen die zich in een beginstadium bevinden, landen met meer gevorderde discussies en landen waar expliciet naar microcredentials wordt verwezen en wetgeving in behandeling is of al is ingevoerd.

Status quo Nederland

Nederland bevindt zich volgens het rapport in de tweede categorie van het eerder benoemde spectrum. Dat wordt geïllustreerd door Nederlands eigen position paper. De Nederlandse overheid veronderstelt dat microcredentials in samenhang gezien moeten worden met het EQF. Hierdoor vullen ze formeel het curriculum aan zonder volledige kwalificaties te vervangen. In het mbo zijn microcredentials vergelijkbaar met keuzedelen in de opleidingen van mbo 3 en 4 niveau. In het Nederlandse hoger onderwijs loopt sinds 2021 een proefproject waarin microcredentials worden aangeboden die variëren tussen de drie en dertig ECTS.

Context

Microcredentials certificeren de leeruitkomsten van korte leerervaringen. Dit zorgt ervoor dat om- en bijscholing gemakkelijker wordt en het onderwijs flexibeler. Cedefop focuste in een eerder rapport op microcredentials in het beroepsonderwijs en stelde dat er nog steeds uitdagingen zijn in het verbeteren en opschalen van het systeem rondom microcredentials. Cedefop gaat nog een rapport uitbrengen over microcredentials en de toegevoegde waarde voor eindgebruikers. Het Europese platform voor volwassenenonderwijs EPALE hield recent een enquête over het gebruik van microcredentials in het mbo.

 

Mede geschreven door Lotte Kloosterhof.