Instabiliteit van het Horizonbudget schaadt de Europese onderzoekssector. Dat staat centraal in de input van EARTO op de evaluaties van Horizon 2020 en Horizon Europe. Daarnaast heeft EARTO zorgen over de toenemende complexiteit van projecten, uit ze kritiek op instrumenten als de missies en de EIC en wil de koepel dat de complementariteit tussen Horizon en andere programma’s inzichtelijker wordt.


EARTO uit kritiek op instabiliteit budget Horizon Europe

Financiële instabiliteit budget

De instabiliteit van het Horizonbudget is kwalijk voor investeringen in onderzoek en innovatie. Dat zegt de European Association of Research & Technology Organisations (EARTO). Die instabiliteit moet worden aangepakt op drie fronten. Ten eerste in de jaarlijkse budgetonderhandelingen tussen de Raad en het Parlement, die jaarlijks een robbertje vechten om respectievelijk verlaging en verhoging van het Horizon-budget. Ten tweede worden er telkens binnen het budget veel wijzigingen doorgevoerd. Ten derde zorgen nieuwe EU-initiatieven voor instabiliteit in het budget, zonder dat er extra geld beschikbaar wordt gesteld. Deze volatiliteit in het budget komt doordat de gelden in Horizon niet direct worden toegewezen aan lidstaten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de landbouwsubsidies.

Zorgen over complexiteit

Onder andere door een toename in het aantal deelnemende partners is de coördinatie van projecten volgens EARTO complexer geworden, met toenemende administratieve lasten tot gevolg. Projecten zijn ook complexer geworden door het toegenomen aantal voorwaarden waaraan projecten moeten voldoen, zoals het Do No Significant Harm principe. EARTO pleit voor een evaluatie van dit soort horizontale voorwaarden op de projectimplementatie. Verder observeert EARTO een ontkoppeling tussen de beleidsmakers die het programma invulling geven en de uitvoerende agentschappen die het programma beheren, wat de implementatie van projecten verder bemoeilijkt. In toekomstige werkprogramma’s zou er daarom meer rekening moeten worden gehouden met reeds lopende projecten.

Kritiek op TRL’s, missies, EIC, lump sum

Volgens EARTO moet de balans tussen verschillende zogenoemde Technology Readiness Levels (TRL’s) in pijler 2 hersteld worden door te voorzien in meer onderzoeksmogelijkheden gericht op lagere TRL’s. Daarnaast is het zaak een betere balans te krijgen in pijler 2 tussen grotere en kleinere projecten, met een bredere dan wel nauwere focus. Wat betreft de missies stelt EARTO dat de eerste calls door een gebrek aan onderzoeks- en/of innovatiecomponent ook door de structuurfondsen zouden kunnen worden gefinancierd. Bestaande instrumenten, zoals de partnerschappen, zouden de activiteiten van de missies kunnen coördineren om duplicatie te voorkomen. EARTO haalt verder aan dat de European Innovation Council door diverse problemen, bijvoorbeeld op het gebied van intellectueel eigendom, onvoldoende functioneert. EARTO wijst er verder op dat nog niet alle relevante data voor de tussentijdse evaluatie van de lump sum aanpak is verzameld, en pleit daarom voor voorzichtigheid in de verdere uitrol hiervan. In een aparte publicatie komt EARTO met uitgebreide feedback over lump sum.

Synergieën

EARTO wijst op het grote aantal Europese programma’s dat naast Horizon Europe activiteiten financiert op het gebied van onderzoek en innovatie, zoals Digital Europe en EU4Health. Er zou meer zichtbaarheid moeten komen over de complementariteit tussen deze programma’s en instrumenten met een O&I-component. Zodoende kan voor potentiële deelnemers duidelijker worden wat de verschillende mogelijkheden zijn.

Context

EARTO vertegenwoordigt de belangen van Research and Technology Organisations (RTO’s) in Europa. Onder andere TNO is lid van EARTO. Momenteel is de Commissie bezig met de eindevaluatie van Horizon 2020 en de tussentijdse evaluatie van Horizon Europe. EARTO vroeg al eerder om voorzichtigheid bij de evaluatie van de lump sum pilot, samen met universiteitenkoepels EUA en CESAER.


Mede geschreven door Tsjalling Kootstra.