22 juli 2024
‘Vernieuwingen in Horizon Europe slaan (soms) de plank mis’
Joep Roet
Plaatsvervangend directeur
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
22 juli 2024
Plaatsvervangend directeur
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Een flink aantal veranderingen in Horizon Europe hebben nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Dat blijkt uit een studie die het Europees Parlement heeft laten uitvoeren naar onder meer de model grant agreement, het strategisch plan en het evaluatieproces. Een tweede studie naar de Green Deal concludeert dat Horizon Europe veel groene kennis oplevert, maar dat die niet altijd bij industriële eindgebruikers belandt.
Horizon Europe is op een aantal vlakken significant anders dan voorganger Horizon 2020, maar niet altijd ten goede. Dat blijkt uit ‘The Horizon Europe Programme: A strategic assessment of selected items’, een studie die het EP Panel for the Future of Science and Technology (STOA) heeft laten uitvoeren op basis van literatuuronderzoek en enquêtes. De studie neemt een flink aantal veranderingen in Horizon Europe onder de loep: de corporate model grant agreement, het strategisch plan, het stopzetten van FET Flagships, mkb-deelname, calls en het evaluatieproces. Het zijn weliswaar zes losse thema’s, maar uit de analyse komt één beeld naar voren: veel van de veranderingen in Horizon Europe ten opzichte van Horizon 2020 hebben nog niet het gewenste resultaat opgeleverd.
Onbekend maakt onbemind, luidt het spreekwoord, en dat gaat zeker op voor het strategisch plan. Het eerste en tweede strategisch plan moeten richting geven aan de werkprogramma’s van Horizon aan de hand van Europese politieke prioriteiten. Het plan heeft veel bedrijvigheid teweeg gebracht in de Commissie, onder overheden en via een consultatie ook in het veld. Maar de impact van het strategisch plan is onbewezen, stellen de onderzoekers. Maar liefst de helft van de ondervraagden gaf aan nog nooit van het plan gehoord te hebben. Van hen die er wel mee bekend waren, betwijfelt de meerderheid of de conclusies uit het strategisch plan daadwerkelijk van invloed waren op de calls in het werkprogramma.
Het H2020-onderdeel Future and Emerging Technologies (FET) ging in Horizon Europe deels op in de European Innovation Council (EIC), namelijk FET Open en FET Proactive. Het resterende deel, de FET Flaships, werd stopgezet en dat valt te betreuren, stellen de onderzoekers. Hoewel de onderzoeksresultaten van de flagships vooralsnog tegenvallen, waren de netwerken die rond elke flagship ontstonden—bestaande uit onderzoekers, private partijen en overheden—érg nuttig. Die kennisgemeenschappen konden meerjarige onderzoeksagenda’s onderling op elkaar afstemmen. In Horizon Europe ontbreekt dit, vinden de geïnterviewden, en dat is een gemis.
De corporate model grant agreement moest deelname aan Europese projecten vereenvoudigen, ongeacht het programma. Het idee is simpel: één contract met identieke regels voor alle Europese programma’s maakt het makkelijker om wegwijs te worden uit de vele potjes die de EU beheert. Dat is deels gelukt. Volgens de analyse is het inderdaad makkelijker geworden om deel te nemen aan verschillende programma’s, maar de administratieve last per project is nagenoeg gelijk gebleven. Met andere woorden: meermaals financiering aanvragen uit verschillende potjes is eenvoudiger, maar de drempel om überhaupt in Europa actief te worden blijft onverminderd hoog.
De evaluatie van onderzoeksvoorstellen is in Horizon Europe een stuk verbeterd. Er is meer nadruk op verwachte resultaten, wat de impact van projecten vergroot. Toch blijven er obstakels in het evaluatieproces, dat bepalend is voor de verdeling van de 95 miljard aan onderzoeksgelden. Zo blijft de beoordeling van interdisciplinair onderzoek een struikelblok. Ook vermoeden sommige respondenten dat gevestigde namen uit bepaalde landen betere scores krijgen, hoewel hier geen cijfermatig bewijs voor is. De belangrijkste verbetering van het evaluatieproces zit ‘m in de feedback op voorstellen die het nét niet halen, besluiten de onderzoekers.
Het midden- en kleinbedrijf vindt maar moeilijk de weg tot Horizon Europe. Dat was onder Horizon 2020 al zo en is in het huidige programma niet anders. Volgens de onderzoekers is het mkb vaak niet op de hoogte van de voorhanden middelen en beschikken ze vaak ook niet over de expertise om een hoogkwalitatief voorstel te schrijven. Investeren in nationale contactpunten (NCP), zoals RVO in Nederland, kunnen beide euvels verhelpen. Wijzigingen in de inhoud van calls ten opzichte van Horizon 2020 helpen ook niet: die zijn nu breder en beslaan hogere technology readiness levels (TRL), wat ongebonden onderzoek in de weg staat. Jammer genoeg gaat de studie niet in op de tegenstrijdigheid met het evaluatieproces, waar de focus op resultaat juist werd verwelkomd.
Horizon Europe levert veel nieuw groene kennis en technologie op, maar die belandt nog te weinig bij eindgebruikers, blijkt uit de tweede studie naar ‘Horizon Europe support for the European Green Deal’. Dat Horizon veel groene ontdekkingen oplevert is niet verwonderlijk: het programma is gericht op excellentie en impact en ten minste 35 procent van het budget gaat naar klimaatonderzoek. Maar het schort bij de toepassing, constateren de onderzoekers. Als oplossing doen zij drie suggesties: een grotere rol voor NCP’s, een online marktplaats voor groene resultaten, en strategische keuzes voor groene technologie.
Opdrachtgever van de studie is het Panel for the Future of Science and Technology, een panel van Europarlementariërs die oog hebben voor de wetenschappelijke en technologische kant van het parlementaire werk. Met de gerichte opdrachten bereidt het Parlement zich voor op de vormgeving van het nieuwe, tiende kaderprogramma (KP10). Naar verwachting zal de Commissie voor de zomer van 2025 een voorstel doen. Onlangs adviseerden de lidstaten dat een ambitieus KP10 Europa tot de wereldtop moet begeleiden. Momenteel werkt ook een expertgroep—met onder meer Annelien Bredenoord, rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam—aan een advies over Horizon Europe en KP10.