20 april 2021
Onderwijssamenwerking met het VK na Brexit
Fleur Diepstraten
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
20 april 2021
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Het Verenigd Koninkrijk heeft zich teruggetrokken uit het nieuwe Erasmus+-programma. Hoewel het VK niet meedoet als programmaland, zijn er nog verschillende activiteiten waar zij wel bij kan aansluiten. Zo is het VK een mogelijk bestemmingsland voor mobiliteit vanuit het hoger en beroepsonderwijs, en staan er acties voor het VK open zoals de Erasmus Mundus Joint Masters en de Centres of Vocational Excellence.
De Europese kennissector betreurt het vertrek van de Britten uit Erasmus+. Hierdoor is de status van het VK als programmaland naar partnerland veranderd. Daarom zullen Nederlandse onderwijsinstellingen hun relatie met Britse onderwijsinstellingen de komende periode moeten herdefiniëren. Hoewel een stuk minder, zijn er nog mogelijkheden binnen het nieuwe programma om samenwerkingsprojecten te starten en mobiliteit naar het VK te financieren. Neth-ER dook de Erasmus+ programmagids 2021 in en zet de activiteiten die open zijn voor deelname van organisaties uit het VK uiteen.
Alleen organisaties gevestigd in een programmaland kunnen een aanvraag doen voor een mobiliteitsproject. Voor zowel mobiliteit voor het hoger onderwijs als voor het middelbaar beroepsonderwijs kan maximaal 20% van de financiering voor een project worden ingezet om uitgaande mobiliteit van studenten en personeel naar elk partnerland - waaronder het VK – te bekostigen. Hieronder vallen studentenmobiliteit voor studie en stages en personeelsmobiliteit voor lesgeven en training. Nieuw in het programma is de actie intensieve programma’s voor gecombineerd afstands- en contactonderwijs voor het hoger onderwijs. Hoger onderwijsinstellingen uit het VK kunnen hiervoor op eigen kosten als partner worden opgenomen in een consortium en uitgaande mobiliteit van eigen deelnemers financieren. Voor overige onderwijsvormen, waaronder schoolonderwijs en volwassenonderwijs zijn er geen mogelijkheden meer om mobiliteit te financieren richting het VK.
Lees hier meer over de visavoorwaarden voor studeren en werken in het VK na Brexit.
Op 26 december 2020 heeft het VK een eigen mobiliteitsprogramma gelanceerd: het Turing Scheme, waarmee uitgaande mobiliteit van haar eigen studenten wordt gefinancierd. Met een budget van 110 miljoen Britse pond voor het academisch jaar 2021 – 2022 wil de regering van premier Johnson 35.000 studenten op mobiliteit sturen voor studie of werk. Daarnaast heeft de Welshe overheid een nieuw mobiliteitsinstrument gelanceerd, genaamd het International Learning Exchange Programme for Wales voor de periode 2022 – 2027, met een totaalbudget van 65 miljoen Britse pond. In tegenstelling tot het Turing Scheme is 30% van het budget gereserveerd om inkomende mobiliteit te financieren.
Binnen Key Action 2, samenwerking tussen organisaties en instellingen, zijn er nog andere mogelijkheden voor het Nederlandse onderwijsveld om projecten op te zetten met partnerlanden, waaronder het VK:
1. Partnerschappen voor Samenwerking: instellingen uit het VK kunnen als partner worden opgenomen in een samenwerkingspartnerschap, maar kunnen niet aanvrager zijn van een project of projectcoördinator zijn. In het algemeen zijn samenwerkingspartnerschappen gericht op samenwerking tussen in programmalanden gevestigde organisaties. Niettemin kunnen organisaties uit partnerlanden worden betrokken indien hun deelname essentiële meerwaarde oplevert voor het project. De nieuwe actie voor kleinschalige partnerschappen is uitsluitend voor programmalanden en kan het VK dus niet aan meedoen.
2. Erasmus Mundus: voor de gezamenlijke masteropleidingen van Erasmus Mundus (EMJM) kunnen hoger onderwijsinstellingen uit het VK een aanvraag indienen dan wel als partner worden opgenomen in een projectvoorstel. In een EMJM-consortium moeten minstens drie verschillende landen betrokken zijn, waarvan ten minste twee programmalanden. Nieuw onder het huidige programma zijn de Erasmus Mundus-ontwerpmaatregelen, waarmee de Commissie instellingen een steuntje in de rug geeft voor het opzetten van nieuwe, transnationale masterprogramma’s. Ook hiervoor gelden dezelfde deelname-eisen als voor de bestaande Erasmus Mundus masteropleidingen.
3. Centres of Vocational Excellence: net als voor de samenwerkingspartnerschappen kunnen ook binnen de kenniscentra voor beroepsopleidingen organisaties uit het VK deelnemen aan projecten als partner.
4. Allianties voor Innovatie: voor de twee soorten allianties die bestaan onder het programma, te weten allianties voor onderwijs en ondernemingen en allianties voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden, kunnen organisaties uit het VK als partner worden opgenomen in een projectvoorstel.
Aan de Teachers Academies kunnen instellingen uit het VK niet meedoen. De programmagids voor 2021 merkt nog geen acties aan voor het Europese Universiteiten-initiatief. Bij verschijning van de gids voor 2022 zal blijken of instellingen uit het VK een rol kunnen spelen in het initiatief.
Voor Jean Monnet-activiteiten gericht op het hoger onderwijs kunnen instellingen uit het VK voorstellen indienen voor alle drie de mogelijke projectvormen, te weten modules, leerstoelen en expertisecentra. Alleen programmalanden kunnen voorstellen indienen voor Jean Monnet-acties gericht op andere onderwijs-en opleidingsgebieden, waaronder mbo of volwassenonderwijs, dus instellingen uit het VK niet.
Op 24 december 2020 bereikten de EU en het VK na maandenlange onderhandelingen een handels-en samenwerkingsovereenkomst en werd bekend dat de Britten niet zullen deelnemen aan het nieuwe Erasmus+-programma (2021 – 2027). Op 25 maart publiceerde de Commissie het jaarlijkse werkprogramma 2021, de programmagids 2021 en de eerste calls. Hiermee is het nieuwe programma officieel van start gegaan. Binnen het Erasmus+-programma zijn twee soorten deelnemende landen: programmalanden en partnerlanden. Programmalanden komen voor alle acties van Erasmus+ in aanmerking, partnerlanden - waaronder nu het VK - maar voor een beperkt aantal, en er gelden speciale voorwaarden. Alle lopende projecten die zijn geselecteerd onder het vorige Erasmus+-programma (2014 – 2020) waaraan VK-instellingen meedoen, zullen worden afgerond. Het VK doet wel mee als geassocieerd land aan Horizon Europe.