18 januari 2024

EUA: ‘Universiteiten moeten nadenken over de toekomst van transnationale samenwerking’

Annabel Hoven

Annabel Hoven

Beleidsmedewerker

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

De Europese Universiteiten Associatie roept universiteiten op om na te denken over de toekomst van transnationale samenwerking. Dat schrijft de Europese koepel in een nieuw rapport. Hierin licht de EUA vier mogelijke scenario’s voor de toekomst uit: groei, transformatie, beperking en instorting van transnationale samenwerking.


EUA: ‘Universiteiten moeten nadenken over de toekomst van transnationale samenwerking’

Rooskleurig perspectief: groei of transformatie

De Europese Universiteiten Associatie (EUA) nodigt universiteiten uit om na te denken over de toekomst van transnationale samenwerking. Deze oproep doet EUA in haar rapport ‘What if? Exploring possible futures of transnational cooperation for Europe’s universities’. Het rapport schetst daarbij vier verschillende toekomstscenario’s van transnationale universitaire samenwerking. Deze toekomstscenario’s zijn geen onvermijdelijke hypothesen, maar dienen vooral als stof tot nadenken voor stakeholders in het hoger onderwijs. Twee scenario’s zijn rooskleurig en focussen op groei en transformatie. Volgens het groeiscenario is samenwerking tussen universiteiten noodzakelijk omdat ze globale uitdagingen individueel niet aan kunnen. Het transformatiescenario anticipeert een nieuwe vorm van universitaire samenwerking op Europees federaal niveau. In dit scenario ontstaan er federale Europese universiteiten, met campussen verspreid door Europa. Deze federale universiteiten bouwen voort op Europese Universiteiten Initiatieven (EUI) en worden dus ook door de EU gefinancierd. Door dreigende geopolitieke spanningen met derde landen beseffen EU-landen in dit scenario dat innovatie en vaardigheden beter gemeenschappelijk op EU-niveau kunnen worden ontwikkeld.

Doemscenario’s: beperking of instorting

EUA benadrukt ook dat er een mogelijkheid is tot twee doemscenario’s: beperking of instorting van de transnationale samenwerking. In het beperking-scenario wordt internationale samenwerking beperkt door geopolitieke verdeeldheid. Beperkingen van derde landen bemoeilijken dan de samenwerking met universiteiten buiten Europa. Samenwerking in Europa wordt dan wel via allianties voortgezet, maar met lagere ambities en in een beperkt aantal universitaire activiteiten. Het zwartste doemscenario veronderstelt de mogelijke instorting van internationale universitaire samenwerking door politieke polarisatie en de groei van protectionisme in EU-lidstaten. Extreem protectionistisch beleid zou dan kunnen leiden tot ontbinding van de Europese Hoger Onderwijs Ruimte (EHEA) en EUI-allianties omdat politici internationale samenwerking van universiteiten wantrouwen en saboteren.

Context

Het rapport van de EUA vloeit voort uit hun Universities and the future of Europe (UniFE) Project. Gedurende het project raadpleegde de EUA-stakeholders voor een brede discussie over de toekomst van Europa en de plaats van universiteiten daarin. Het UniFE project heeft ook geleid tot een tweede EUA-rapport dat pleit voor een vernieuwd sociaal contract tussen universiteiten en de EU. Desondanks dat de geschetste toekomstscenario’s enkel hypothesen zijn, vond de EUA eerder al dat de politieke spanning omtrent internationalisering binnen het Nederlands hoger onderwijs een bedreiging vormt voor de academische autonomie van het wo en hbo. De Commissie wil in 2024 wel inzetten op verbeterde samenwerking op onderwijs, waarvoor ze onlangs drie consultaties voor het hoger onderwijspakket opende. Opvallend genoeg is er in het EUA-rapport weinig aandacht voor kennisveiligheid. Universiteitenkoepel CESAER concludeerde recentelijk nog dat het toenemende spanningsveld tussen kennisveiligheid en open science onder andere zorgt voor een beperking van internationale samenwerking tussen universiteiten. Het Europees Parlement besloot eerder al dat het alle registers wil opentrekken tegen buitenlandse inmenging.
 

Mede geschreven door Vincent Klein Ikkink.