De EU heeft een Europese beroepsonderwijsruimte nodig, zegt het Europees Parlement voor de tweede maal. Dat staat in eigen initiatief rapport van het Parlementover het bevorderen en aanpassen van beroepsopleidingen  om werknemers succesvol voor te bereiden op de nieuwe Europese economie en industrie 4.0. Het rapport pleit daarnaast voor meer betrokkenheid van bedrijven bij beroepsonderwijs en meer kans voor internationale mobiliteit in het beroepsonderwijs.


Parlement pleit opnieuw voor een Europese beroepsonderwijsruimte

Een Europese beroepsonderwijsruimte!  

Europa heeft een Europese beroepsonderwijsruimte nodig, zegt het Parlement opnieuw in een eigen initiatief rapport  over het bevorderen en aanpassen van beroepsopleiding als instrument voor het succes van werknemers en als bouwsteen voor de EU-economie in de nieuwe industrie 4.0. Huidig beleid voor beroepsonderwijs is tot nu toe gefragmenteerd op nationaal en EU-niveau. Het Parlement vraagt lidstaten en de Commissie dan ook om te werken naar meer convergentie tussen onderwijssystemen op basis van goede voorbeelden. Het Parlement doet alvast een voorschot: zij wil duale beroepsonderwijssystemen die kwalitatieve stages bij bedrijven combineren met schoolonderwijs als beste en vraagt lidstaten om deze verder te ontwikkelen.

Bedrijven moeten zich meer met beroepsonderwijs bezighouden 

Werkgevers moeten beroepsonderwijs beter op de radar krijgen, vindt het Parlement. Veel bedrijven denken dat de vaardigheden van hun staf voldoende zijn om hun werk uit te voerenen veel bedrijven prefereren nieuwe staf aan te nemen in plaats van hun eigen personeel bij te scholen. Veel bedrijven zien bijscholing vaak nog als de verantwoordelijkheid van de werknemer en bieden daarom zelf weinig extra training aan. Daarom moeten er maatregelen genomen worden om deze obstakels te overkomen, bijvoorbeeld door toegang tot beroepsonderwijs mogelijk te maken gedurende werkuren. Het is van groot belang dat werkgevers investeren in de ontwikkeling van de vaardigheden en comptetenties van hun werknemers in het licht van de transities, aldus het Parlement.  

Administratieve lasten spelen bedrijven soms parten 

Hoewel de verantwoordelijkheid voor bij – en omscholing volgens het Parlement bij werkgevers ligt, verzoekt zij lidstaten wel om administratieve procedures rondom beroepsonderwijs te vereenvoudigen. Men kan bijvoorbeeld bepaalde ondernemingen, zoals het mkb en organisaties van de sociale economie, bijstand te verlenen in de vorm van adviesdiensten, om opleidingsbehoeften in kaart te brengen en financiële steun aan te vragen.

Internationale mobiliteit biedt voordelen

Internationale mobiliteit draagt bij aan het bevorderen van een leercultuur die het Parlement graag ziet in de EU. Zij roept op om voor lerenden en leerkrachten mobiliteitsregelingen te faciliteren en mobiliteitsbelemmeringen te verminderen. Bovendien moet de steun die Erasmus+ biedt afgestemd worden op de sociaaleconomische achtergrond en behoeften van deelnemers, ook rekening houdend met het verschil in de kosten van levensonderhoud per gastlidstaat. Het Parlement ziet het Jaar van de Vaardigheden als ideale kans om mobiliteitskansen voor het beroepsonderwijs te vergroten.

Context

Het Parlement mag rapporten uitbrengen op eigen initiatief. Dit rapport werd vormgegeven door de Poolse rapporteur Anna Zalewska van de commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL). Het Parlement spreekt zich de laatste jaren steeds vaker uit spreken over het belang van goed beroepsonderwijs. In 2020 sprak zij zich in een reactie uit over de Raadsaanbeveling inzake beroepsonderwijs. Een jaar later maakte het Parlement zich in een resolutie over de Europese Onderwijsruimte al sterk voor een Europese beroepsonderwijsruimte. Dit rapport over beroepsonderwijs van het Parlement werd niet opgesteld in het kader van het Europese Jaar van de Vaardigheden, maar verwijst wel meerdere keren ernaar en doet voorstellen om het jaar invulling te geven.