Onderzoek naar gezondheid, verduurzaming en digitalisering heeft de meeste potentie. Dat waarmaken kan niet zonder discipline-overstijgende samenwerking. Van het strategisch plan en de missies is echter geen chocola te maken. Dat is in het kort de input van het veld voor het tweede strategisch plan van Horizon Europe, blijkt uit analyse van de Commissie.


Richt Horizon Europe op groen, gezond en digitaal, zegt veld

Prioriteiten voor Horizon Europe

Het Europese onderzoeksveld heeft de komende tien jaar hoge verwachtingen van onderzoek op het vlak van gezondheid, energie, klimaat, duurzaamheid en digitalisering. Horizon Europe zou zich daarom op deze thema’s moeten richten. Dat blijkt uit de resultaten van de consultatie over het tweede strategisch plan in Horizon Europe. Ook technologie en voeding werden vaak genoemd. Maar liefst 2.558 organisaties en individuen deelden hun ideeën over Europese onderzoeksprioriteiten.

Veel steun voor klimaat

De grootste maatschappelijke uitdagingen zijn klimaatverandering, energiezekerheid en biodiversiteit. Europees onderzoek moet daarom op zoek naar een oplossing voor deze problemen. Maar liefst 90% van de respondenten noemt klimaatverandering als topprioriteit. Andere uitdagingen zijn vergrijzing en de wereldwijde strijd om technologische dominantie.

Multidisciplinaire samenwerking noodzakelijk

Om oplossingen te vinden, moet Horizon Europe multidisciplinaire samenwerking stimuleren, vindt het veld. Weliswaar heeft ieder cluster in pijler twee een thematische focus, maar dat moet geen beperking vormen voor samenwerking tussen onderzoekers. De Commissie moet erop letten dat oplossingen uit een onverwacht disciplinair hoekje kunnen komen. Het tweede strategisch plan moet bovendien meer ruimte laten voor minder ver ontwikkeld onderzoek, de zogenaamde lagere technology readiness levels (TRL). Zo kan baanbrekende innovatie profiteren van baanbrekend onderzoek, antwoordden respondenten.

Samenhang met andere programma’s

Volgens de analyse is er veel te winnen bij samenhang met andere programma’s. Respondenten wijzen op een aantal programma’s die bijzonder veelbelovend zijn, waaronder Digital Europe (41% van de reacties), Erasmus+ (38%), LIFE (38%) en EU4Health (35%). Een snel te behalen voordeel is als deze programma’s technologie of kennis uit Horizon Europe gebruiken voor hun eigen projecten, ook wel sequential funding genoemd. In de praktijk zijn synergieën echter lastig, omdat onderzoekers niet wijs worden uit de programma’s, deadlines niet op elkaar aansluiten of er nog geen regels bestaan voor opeenvolgende financiering. Dit geldt in het bijzonder voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, waarvan 37% desondanks hoge verwachtingen heeft.

Samenhang binnen Horizon Europe

Ook binnen Horizon Europe kan de samenhang beter. Onderzoeksprojecten uit pijler twee zouden meer gebruik moeten maken van Europese onderzoeksinfrastructuren. Verder vraagt meer dan de helft van de respondenten om meer samenhang tussen clusters. Niet duidelijk is welke vorm dit zou aannemen: projecten worden immers uit één cluster gefinancierd.

Strategisch plan zelf onduidelijk

42% procent van de respondenten vindt het eerste strategisch plan moeilijk tot zeer moeilijk te begrijpen. Slecht 28% had hier weinig tot geen moeite mee. Grootste obstakel is de veelvoud aan lagen in het plan, waaronder key strategic orientations, impactgebieden en de verwachte impact. Bovendien bevatte het eerste plan veel jargon en hanteerden de daaropvolgende werkprogramma’s andere termen, wat het geheel omslachtig maakte. Een mogelijke oplossing is dat calls in het werkprogramma expliciet verwijzen naar alinea’s in het strategisch plan.

Toegevoegde waarde missies onder de loep

Missies hebben potentie maar laten nog weinig zien. Er is veel steun voor de interdisciplinaire, sectoroverstijgende belofte van missies. Ook kunnen missies onderzoek tastbaarder maken voor leken. Verder zorgen de missies op regionaal en lokaal niveau voor sturing, zo blijkt. Kritiek is er op de uitvoering. De missies richten zich te veel op toepassing ten koste van onderzoeksactiviteiten, terwijl Horizon Europe een programma voor onderzoek & innovatie is. Verder voelen veel sectoren zich buitengesloten van de besluitvorming, waaronder bedrijven, universiteiten en toegepaste onderzoeksorganisaties.

Wie reageerde er

Maar liefst 2.558 organisaties en individuen reageerden op de consultatie. Bijna de helft kwam uit de academische sector of onderzoeksinstellingen. Ook bedrijven reageerden in groten getale. 86% van de respondenten is afkomstig uit de Europese Unie, maar de Commissie ontving ook reacties uit 48 andere landen. 106 organisaties dienden daarnaast een position paper in, die allemaal online terug te vinden zijn.

Context

Dit rapport dient ter voorbereiding van het tweede strategisch plan voor Horizon Europe. Het strategisch plan omvat de beleidsprioriteiten voor Horizon Europe en de verwachte effecten hiervan. Het plan geeft richting aan de werkprogramma’s van pijler twee. In mei publiceert de Commissie naar verwachting een bredere analyse van het strategisch plan, waar de consultatie deel van uitmaakt. De consultatie bevatte ook vragen over Horizon 2020 en Horizon Europe. Deze worden gebruikt bij evaluaties van Horizon 2020 en Horizon Europe en zullen later verschijnen. Ook Neth-ER reageerde op de consultatie, evenals verschillende Nederlandse kennisinstellingen.