Dossier: Brexit

Op 31 januari 2020 verliet het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie. Los van het feit dat het VK nu geen EU-lidstaat meer is, blijven alle gemaakte afspraken geldig tot aan het eind van de in het Terugtrekkingsakkoord vastgelegde Transitieperiode (31 december 2020). Het VK neemt dus ook nog gewoon deel aan het laatste jaar van Erasmus+ en Horizon 2020; het draagt ook nog steeds financieel bij aan deze programma’s. Ook het uitwisselen van (onderzoeks-)data kan nog steeds zonder problemen. Tot slot verandert er voorlopig ook nog niets rond verblijfsvergunningen, pensioenen en sociale zekerheid en de erkenning van beroepskwalificaties.


Dit dossier is gesloten en voor het laatste geupdatet op 5 mei 2020. Europese samenwerking met het VK op het vlak van onderwijs en onderzoek is te vinden op de respectievelijke dossierpagina's.

 

Brexitakkoord

Na lange Brexit-onderhandelingen bereikten het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie eind 2019 een Brexitakkoord. Dit akkoord bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het Terugtrekkingsakkoord, waarin de voorwaarden voor het vertrek van het VK uit de EU worden beschreven. Dit akkoord legt ook de zogenaamde Transitieperiode vast; dit betekent dat alle huidige afspraken tussen het VK en het EU van kracht blijven tot 31 december 2020 en dat het VK de eerder gemaakte afspraken rond bijdrages aan het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2014-2020 zal nakomen. Het tweede deel is de Politieke Verklaring, waarin de ambities voor de toekomstige relatie tussen het VK en de EU worden beschreven. Hierin wordt onder andere vermeld dat beide partijen streven naar een ‘ambitieuze, brede, diepe en flexibele’ relatie in de toekomst.

De Transitieperiode en daarna

De Transitieperiode loopt dus nog tot eind dit jaar. Ze kan overigens vóór 1 juli 2020 in onderling akkoord verlengd worden voor 1 of 2 jaar. De Britse premier Johnson heeft al aangegeven dit niet te willen en heeft hiervoor ook al een wet laten aannemen. Zelfs al zou de Transitiefase toch verlengd worden, dan betekent dit niet dat deelname aan de nieuwe EU-programma’s ook automatisch verder zal lopen. Wat er na de Transitiefase zal gebeuren, ligt nog volledig open. Er moet dus zo snel mogelijk en vóór het eind van het jaar een nieuw akkoord onderhandeld worden. Er wordt verwacht dat er eerst een breed algemeen kader en handelsverdrag worden opgesteld, van waaruit de algemene principes voor Britse deelname aan EU-programma’s afgeleid kunnen worden. Deze vormen dan weer de basis voor het opstellen van specifieke akkoorden zoals Horizon Europe en het toekomstige Erasmusprogramma.

Gevolgen voor onderwijs

Op het gebied van onderwijs heeft het VK laten blijken blijvende samenwerking met de EU na te willen streven, waaronder ook deelname aan het nieuwe Erasmusprogramma. Dit zou in principe ook mogelijk zijn voor het VK, aangezien in het oorspronkelijke Commissievoorstel voor het nieuwe Erasmusprogramma vanaf 2021 de regels voor deelname van ‘derde landen’ werd verruimd. Het valt echter op dat er voor de deelname aan het mobiliteitsprogramma een stuk minder politieke aandacht is. De Britten wegen momenteel zorgvuldig af of deelname aan (elementen van) Erasmus+ wel in hun voordeel is. Ook in hun mandaat stellen zij dat deelname in lijn met de eigen belangen moet liggen: "The UK will consider options for participation in elements of Erasmus+ on a timelimited basis, provided the terms are in the UK’s interests." 

Gevolgen voor onderzoek en innovatie

Voor onderzoek en innovatie valt op dat het VK al meerdere malen heeft aangegeven een volledige associatie met Horizon Europe te willen. De onderhandelingen hierover worden echter bemoeilijkt omdat zowel het budget van Horizon Europe als de voorwaarden voor associatie nog niet vastliggen. Het is daarnaast nog maar de vraag hoeveel het VK aan het programma zal willen bijdragen en hoeveel zeggenschap het in ruil daarvoor zal willen hebben. Geassocieerde landen hebben namelijk wel inspraak, maar geen stemrecht. Het Europees Parlement gaf eerder al aan dat geassocieerde landen niet meer geld uit de programma’s mogen halen dan dat ze verhoudingsgewijs betalen – iets wat het VK momenteel wel doet. Medio februari 2020 namen de lidstaten de gesprekken over de deelnamevoorwaarden voor derde landen terug op.

Nog heel wat hordes te nemen

Voor de kennissector zal de Britse deelname aan Europese programma’s één van de grote thema’s zijn tijdens de Brexit-onderhandelingen, zo blijkt uit het mandaat dat de Raad eind februari aan de Commissie heeft gegeven. Ook de Britse regering publiceerde haar onderhandelingsmandaat.

Voor de EU leidt Michel Barnier de onderhandelingen, aan Britse zijde is dit David Frost. Begin maart begonnen de onderhandelingen, die al snel moesten worden uitgesteld vanwege de Coronacrisis. Zowel binnen de EU als binnen het VK wordt de roep tot verlenging van de Transitieperiode steeds sterker. De Britse regering blijft echter een mogelijke verlenging resoluut afwijzen. Naast tijdsnood zijn er nog een aantal andere factoren die het sluiten van een samenwerkingsakkoord vóór 31 december a.s. in de weg kunnen staan, namelijk het door de EU resoluut afwijzen van zogenaamd ‘cherry picking’ - waarbij een akkoord rond samenwerking in onderzoek geen ‘bargaining chip’ mag worden voor het algemene vrijhandelsakkoord -, de spanning tussen het door de EU nagestreefde ‘gelijke speelveld’ en de door de Britten hoog in het vaandel geheven ‘soevereiniteit’ en tot slot reciprociteit. Neth-ER zet de mogelijke hindernissen voor u op een rij in dit Brexit-artikel.

Idealiter ligt er eind 2020 een overkoepelend akkoord, mét afspraken rond samenwerking en deelname aan onderzoeks- en onderwijsprogramma’s. Wanneer er geen akkoord is op 31 december 2020 komen alle gemaakte overgangsafspraken te vervallen. Het VK neemt dan sowieso niet langer deel aan EU-programma’s en maakt dan ook geen onderdeel meer uit van de Europese interne markt en de douane-unie. Ook is het mogelijk dat er eind 2020 enkel een ‘mager’ handelsakkoord wordt vastgelegd, zonder specificaties omtrent deelname aan EU-programma’s. In dat geval mist het VK de start van Horizon Europe. Er zou dan bilateraal samengewerkt kunnen worden op basis van nationale financiering – dit vraagt dan wel om bilaterale akkoorden, waar momenteel nog niet aan gewerkt wordt.

 

Dit dossier is gesloten en voor het laatste geupdatet op 5 mei 2020. Europese samenwerking met het VK op het vlak van onderwijs en onderzoek is te vinden op de respectievelijke dossierpagina's.

 

Brexitakkoord

Na lange Brexit-onderhandelingen bereikten het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie eind 2019 een Brexitakkoord. Dit akkoord bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het Terugtrekkingsakkoord, waarin de voorwaarden voor het vertrek van het VK uit de EU worden beschreven. Dit akkoord legt ook de zogenaamde Transitieperiode vast; dit betekent dat alle huidige afspraken tussen het VK en het EU van kracht blijven tot 31 december 2020 en dat het VK de eerder gemaakte afspraken rond bijdrages aan het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2014-2020 zal nakomen. Het tweede deel is de Politieke Verklaring, waarin de ambities voor de toekomstige relatie tussen het VK en de EU worden beschreven. Hierin wordt onder andere vermeld dat beide partijen streven naar een ‘ambitieuze, brede, diepe en flexibele’ relatie in de toekomst.

De Transitieperiode en daarna

De Transitieperiode loopt dus nog tot eind dit jaar. Ze kan overigens vóór 1 juli 2020 in onderling akkoord verlengd worden voor 1 of 2 jaar. De Britse premier Johnson heeft al aangegeven dit niet te willen en heeft hiervoor ook al een wet laten aannemen. Zelfs al zou de Transitiefase toch verlengd worden, dan betekent dit niet dat deelname aan de nieuwe EU-programma’s ook automatisch verder zal lopen. Wat er na de Transitiefase zal gebeuren, ligt nog volledig open. Er moet dus zo snel mogelijk en vóór het eind van het jaar een nieuw akkoord onderhandeld worden. Er wordt verwacht dat er eerst een breed algemeen kader en handelsverdrag worden opgesteld, van waaruit de algemene principes voor Britse deelname aan EU-programma’s afgeleid kunnen worden. Deze vormen dan weer de basis voor het opstellen van specifieke akkoorden zoals Horizon Europe en het toekomstige Erasmusprogramma.

Gevolgen voor onderwijs

Op het gebied van onderwijs heeft het VK laten blijken blijvende samenwerking met de EU na te willen streven, waaronder ook deelname aan het nieuwe Erasmusprogramma. Dit zou in principe ook mogelijk zijn voor het VK, aangezien in het oorspronkelijke Commissievoorstel voor het nieuwe Erasmusprogramma vanaf 2021 de regels voor deelname van ‘derde landen’ werd verruimd. Het valt echter op dat er voor de deelname aan het mobiliteitsprogramma een stuk minder politieke aandacht is. De Britten wegen momenteel zorgvuldig af of deelname aan (elementen van) Erasmus+ wel in hun voordeel is. Ook in hun mandaat stellen zij dat deelname in lijn met de eigen belangen moet liggen: "The UK will consider options for participation in elements of Erasmus+ on a timelimited basis, provided the terms are in the UK’s interests." 

Gevolgen voor onderzoek en innovatie

Voor onderzoek en innovatie valt op dat het VK al meerdere malen heeft aangegeven een volledige associatie met Horizon Europe te willen. De onderhandelingen hierover worden echter bemoeilijkt omdat zowel het budget van Horizon Europe als de voorwaarden voor associatie nog niet vastliggen. Het is daarnaast nog maar de vraag hoeveel het VK aan het programma zal willen bijdragen en hoeveel zeggenschap het in ruil daarvoor zal willen hebben. Geassocieerde landen hebben namelijk wel inspraak, maar geen stemrecht. Het Europees Parlement gaf eerder al aan dat geassocieerde landen niet meer geld uit de programma’s mogen halen dan dat ze verhoudingsgewijs betalen – iets wat het VK momenteel wel doet. Medio februari 2020 namen de lidstaten de gesprekken over de deelnamevoorwaarden voor derde landen terug op.

Nog heel wat hordes te nemen

Voor de kennissector zal de Britse deelname aan Europese programma’s één van de grote thema’s zijn tijdens de Brexit-onderhandelingen, zo blijkt uit het mandaat dat de Raad eind februari aan de Commissie heeft gegeven. Ook de Britse regering publiceerde haar onderhandelingsmandaat.

Voor de EU leidt Michel Barnier de onderhandelingen, aan Britse zijde is dit David Frost. Begin maart begonnen de onderhandelingen, die al snel moesten worden uitgesteld vanwege de Coronacrisis. Zowel binnen de EU als binnen het VK wordt de roep tot verlenging van de Transitieperiode steeds sterker. De Britse regering blijft echter een mogelijke verlenging resoluut afwijzen. Naast tijdsnood zijn er nog een aantal andere factoren die het sluiten van een samenwerkingsakkoord vóór 31 december a.s. in de weg kunnen staan, namelijk het door de EU resoluut afwijzen van zogenaamd ‘cherry picking’ - waarbij een akkoord rond samenwerking in onderzoek geen ‘bargaining chip’ mag worden voor het algemene vrijhandelsakkoord -, de spanning tussen het door de EU nagestreefde ‘gelijke speelveld’ en de door de Britten hoog in het vaandel geheven ‘soevereiniteit’ en tot slot reciprociteit. Neth-ER zet de mogelijke hindernissen voor u op een rij in dit Brexit-artikel.

Idealiter ligt er eind 2020 een overkoepelend akkoord, mét afspraken rond samenwerking en deelname aan onderzoeks- en onderwijsprogramma’s. Wanneer er geen akkoord is op 31 december 2020 komen alle gemaakte overgangsafspraken te vervallen. Het VK neemt dan sowieso niet langer deel aan EU-programma’s en maakt dan ook geen onderdeel meer uit van de Europese interne markt en de douane-unie. Ook is het mogelijk dat er eind 2020 enkel een ‘mager’ handelsakkoord wordt vastgelegd, zonder specificaties omtrent deelname aan EU-programma’s. In dat geval mist het VK de start van Horizon Europe. Er zou dan bilateraal samengewerkt kunnen worden op basis van nationale financiering – dit vraagt dan wel om bilaterale akkoorden, waar momenteel nog niet aan gewerkt wordt.

 

lees meer

Cookies

Wij gebruiken cookies om uw ervaring op onze website te verbeteren, voor analytische doeleinden en om u gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen. Voor meer informatie over hoe wij cookies gebruiken, kunt u ons Cookiebeleid lezen.

Instellingen   Info  

OK

Instellingen

Essentiƫle cookies zijn cookies die ervoor zorgen dat de website goed functioneert en dat uw voorkeuren (vb. taal, regio) goed worden opgeslagen. Analytische cookies laten ons toe om het gebruik van de website te analyseren en de bezoekerservaring te verbeteren. (altijd actief)
Marketing cookies hebben als doel om uw ervaring te kunnen personaliseren en u relevante inhoud en aanbiedingen te sturen op deze en andere websites

Info most common cookies

Cookie Name  Value  ExpiresTypedescription