Dossier: Erasmus+ (2021-2027)

Erasmus+ is het Europese programma dat mobiliteit en samenwerking op onderwijs, opleiding, jeugd en sport financiert. Het huidige Erasmus+-programma loopt van 2021 tot en met 2027. Erasmus+ wordt gekenmerkt door de grote verscheidenheid én het grote bereik van de instrumenten. Zo komen alle Europese scholieren en studenten in aanmerking voor Erasmus+ financiering ten behoeve van leermobiliteit. Daarnaast wordt de transnationale samenwerking tussen onderwijsinstellingen gefinancierd via Erasmus+. Zo vallen ook het Europese Universiteiten-initiatief en de Centres of Vocational Excellence onder het programma.


Laatste ontwikkelingen 

De Europese Commissie heeft onlangs het Erasmus+ werkprogramma voor 2025 bekendgemaakt, waarin de prioriteiten voor het komende jaar zijn vastgelegd. De belangrijkste focus ligt op een inclusief Erasmus+, met speciale aandacht voor het betrekken van Oekraïense vluchtelingen en het promoten van Europese waarden.

Parallel hieraan is de Europese begroting voor 2025 goedgekeurd. Voor Erasmus+ is een budget van 3,97 miljard euro gereserveerd, dat is zo'n 180 miljoen euro meer dan het voorgaande jaar betekent. Deze toename onderstreept het belang dat de EU hecht aan onderwijs, opleiding en jeugdzaken.

Nederlandse instellingen waren bijzonder succesvol bij het indienen van voorstellen voor de Centres of Vocational Excellence in 2025. Dat meldt het Nationaal Agentschap Erasmus+. Van de vijftien goedgekeurde projecten tellen er vijf minstens één Nederlandse partner. Ambitieuze instellingen kunnen in 2025 ook een voorstel indienen. De aanvraagronde voor dit jaar staat open tot en met 11 juni. Verder kunnen onderwijsinstellingen weer een voorstel indienen voor Erasmus+ forward-looking projects. Dit jaar maakt de Commissie geld beschikbaar voor innovatieprojecten op het vlak van mbo, volwassenonderwijs en digitalisering. Indienen kan tot 27 mei.

Vanaf 1 januari 2025 kunnen Zwitserse instellingen weer volledig deelnemen aan Horizon Europe, terwijl deelname aan Erasmus+ naar verwachting in 2027 zal starten. Dit positieve nieuws voor Zwitserlands staat in schril contrast met de situatie in Hongarije. Ondanks een wetswijziging in 2024 blijven de sancties tegen Hongarije van kracht in 205. Als gevolg hiervan kunnen Hongaarse onderzoeksinstellingen en studenten nog steeds geen financiering ontvangen uit Erasmus+.

Laatst geüpdatet: 17 februari 2025

De Structuur van Erasmus+

Het Erasmus+ programma heeft drie kernacties (KA’s):

  • Kernacties 1: individuele leermobiliteit;
  • Kernactie 2: samenwerking tussen organisaties en instellingen Hier vallen het en de onder;
  • Kernactie 3: ondersteuning van beleidsontwikkeling en samenwerking.

Ook werkt Erasmus+ aan de zogeheten “Jean Monnet” acties. Hiermee ondersteunt het programma onderwijs, onderzoek en debat over de Europese integratie. 

De geraamde begroting voor deze zeven jaar is 26,2 miljard euro. Dit is een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande programma. Met dit budget worden onder andere de mobiliteit van studenten en samenwerking tussen onderwijsinstellingen bekostigd. Grofweg 70% van het totale budget wordt uitgegeven aan mobiliteit (KA1). In totaal nemen ongeveer 10 miljoen studenten, docenten, professoren, leraren en trainers deel aan mobiliteitsactiviteiten in de periode van 2021 tot en met 2027. De overige 30% wordt besteed aan samenwerkingsprojecten (KA2) en ondersteuning voor beleidsontwikkeling (KA3).

Naast alle EU-lidstaten, zijn ook Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Noord-Macedonië, Turkije en Servië geassocieerd met Erasmus+. Individuen en instellingen uit die landen kunnen dus ook gebruik maken van financiering uit het programma. Ondanks de uitgesproken wens van vele stakeholders en lidstaten, zijn het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland niet geassocieerd met Erasmus+.

 

De vele kansen en kanten van Erasmus+

Zoals eerder op deze pagina vermeld, wordt het programma gekenmerkt door de grote verscheidenheid in mogelijkheden. Zie deze link voor een compleet overzicht. Hieronder staan er enkele beschreven. Erasmus+ maakt duidelijk onderscheid tussen mogelijkheden voor personen en voor organisaties.

Mogelijkheden voor individuele personen

  • Scholieren: via deze optie kunnen scholieren een kortlopende of langlopende leerervaring in het buitenland op doen. Aanvragen hiervoor kunnen zowel individueel (wel via de school) als in groepsverband gedaan worden. De kosten voor bijvoorbeeld de reis- en verblijfkosten worden gedekt.
  • Studenten: Erasmus+ biedt de mogelijkheid om in het buitenland te studeren of stage te lopen. De financiële steun is bedoeld om als tegemoetkoming van de reis- en verblijfkosten en is van een aantal factoren afhankelijk, bijvoorbeeld de afstand tussen de landen. Verder hoef je als Erasmus+-student geen collegegeld te betalen aan je tijdelijke onderwijsinstelling. Ook bestaat er de mogelijkheid voor studenten om zich in te schrijven voor een gezamenlijke masteropleiding. Het Erasmus Mundus-initiatief voorziet in een volledige beurs voor een internationale masteropleiding. Deze master wordt aangeboden door samenwerkende onderwijsinstellingen.
  • Personeel en medewerkers: Via Erasmus+ kunnen ook docenten voor een bepaalde verbonden zijn aan een buitenlandse instelling. Hier kunnen onderwijsinstellingen van alle niveaus aan meedoen. Ook werknemers van specifieke bedrijven of organisaties kunnen worden ‘uitgeleend’ aan buitenlandse onderwijsinstellingen om hun expertise te delen met leerlingen, scholieren of studenten.   

 

Nationale agentschappen

Om al deze verschillende instrumenten en bijbehorende aanvragen in goede banen te laten verlopen, heeft ieder deelnemend land een nationaal agentschap Erasmus+. Zij geven onder andere informatie over het programma, selecteren projecten en ondersteunen aanvragers en deelnemers. In Nederland ligt deze verantwoordelijkheid bij Nuffic en het Nederlands Jeugdinstituut. Nuffic functioneert als het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training, terwijl het Nederlands Jeugdinstituut de rol van Nationaal Agentschap Erasmus+ Jeugd en Sport op zich neemt.  

Brexit en Erasmus+ 

Het Verenigd Koninkrijk zal niet als programmaland deelnemen aan het nieuwe Erasmus+-programma. Voor een beperkt aantal Erasmus+-acties is het nog wel mogelijk om samen te werken met instellingen in het VK. Huidige projecten met Britse partners uit de programmaperiode 2014-2020 worden nog wel afgerond. De Britse overheid heeft aangegeven een alternatief mobiliteitsprogramma, het Turing Scheme, op te zetten, voor uitgaande mobiliteit van studenten aan Britse onderwijsinstellingen. Het programma geldt dus niet voor mobiliteit naar het VK. De Britten richten zich nu op het aangaan van bilaterale akkoorden binnen Europa, en de rest van de wereld. 

 

Geüpdatet op: 14/10/2024

Laatste ontwikkelingen 

De Europese Commissie heeft onlangs het Erasmus+ werkprogramma voor 2025 bekendgemaakt, waarin de prioriteiten voor het komende jaar zijn vastgelegd. De belangrijkste focus ligt op een inclusief Erasmus+, met speciale aandacht voor het betrekken van Oekraïense vluchtelingen en het promoten van Europese waarden.

Parallel hieraan is de Europese begroting voor 2025 goedgekeurd. Voor Erasmus+ is een budget van 3,97 miljard euro gereserveerd, dat is zo'n 180 miljoen euro meer dan het voorgaande jaar betekent. Deze toename onderstreept het belang dat de EU hecht aan onderwijs, opleiding en jeugdzaken.

Nederlandse instellingen waren bijzonder succesvol bij het indienen van voorstellen voor de Centres of Vocational Excellence in 2025. Dat meldt het Nationaal Agentschap Erasmus+. Van de vijftien goedgekeurde projecten tellen er vijf minstens één Nederlandse partner. Ambitieuze instellingen kunnen in 2025 ook een voorstel indienen. De aanvraagronde voor dit jaar staat open tot en met 11 juni. Verder kunnen onderwijsinstellingen weer een voorstel indienen voor Erasmus+ forward-looking projects. Dit jaar maakt de Commissie geld beschikbaar voor innovatieprojecten op het vlak van mbo, volwassenonderwijs en digitalisering. Indienen kan tot 27 mei.

Vanaf 1 januari 2025 kunnen Zwitserse instellingen weer volledig deelnemen aan Horizon Europe, terwijl deelname aan Erasmus+ naar verwachting in 2027 zal starten. Dit positieve nieuws voor Zwitserlands staat in schril contrast met de situatie in Hongarije. Ondanks een wetswijziging in 2024 blijven de sancties tegen Hongarije van kracht in 205. Als gevolg hiervan kunnen Hongaarse onderzoeksinstellingen en studenten nog steeds geen financiering ontvangen uit Erasmus+.

Laatst geüpdatet: 17 februari 2025

De Structuur van Erasmus+

Het Erasmus+ programma heeft drie kernacties (KA’s):

  • Kernacties 1: individuele leermobiliteit;
  • Kernactie 2: samenwerking tussen organisaties en instellingen Hier vallen het en de onder;
  • Kernactie 3: ondersteuning van beleidsontwikkeling en samenwerking.

Ook werkt Erasmus+ aan de zogeheten “Jean Monnet” acties. Hiermee ondersteunt het programma onderwijs, onderzoek en debat over de Europese integratie. 

De geraamde begroting voor deze zeven jaar is 26,2 miljard euro. Dit is een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande programma. Met dit budget worden onder andere de mobiliteit van studenten en samenwerking tussen onderwijsinstellingen bekostigd. Grofweg 70% van het totale budget wordt uitgegeven aan mobiliteit (KA1). In totaal nemen ongeveer 10 miljoen studenten, docenten, professoren, leraren en trainers deel aan mobiliteitsactiviteiten in de periode van 2021 tot en met 2027. De overige 30% wordt besteed aan samenwerkingsprojecten (KA2) en ondersteuning voor beleidsontwikkeling (KA3).

Naast alle EU-lidstaten, zijn ook Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Noord-Macedonië, Turkije en Servië geassocieerd met Erasmus+. Individuen en instellingen uit die landen kunnen dus ook gebruik maken van financiering uit het programma. Ondanks de uitgesproken wens van vele stakeholders en lidstaten, zijn het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland niet geassocieerd met Erasmus+.

 

De vele kansen en kanten van Erasmus+

Zoals eerder op deze pagina vermeld, wordt het programma gekenmerkt door de grote verscheidenheid in mogelijkheden. Zie deze link voor een compleet overzicht. Hieronder staan er enkele beschreven. Erasmus+ maakt duidelijk onderscheid tussen mogelijkheden voor personen en voor organisaties.

Mogelijkheden voor individuele personen

  • Scholieren: via deze optie kunnen scholieren een kortlopende of langlopende leerervaring in het buitenland op doen. Aanvragen hiervoor kunnen zowel individueel (wel via de school) als in groepsverband gedaan worden. De kosten voor bijvoorbeeld de reis- en verblijfkosten worden gedekt.
  • Studenten: Erasmus+ biedt de mogelijkheid om in het buitenland te studeren of stage te lopen. De financiële steun is bedoeld om als tegemoetkoming van de reis- en verblijfkosten en is van een aantal factoren afhankelijk, bijvoorbeeld de afstand tussen de landen. Verder hoef je als Erasmus+-student geen collegegeld te betalen aan je tijdelijke onderwijsinstelling. Ook bestaat er de mogelijkheid voor studenten om zich in te schrijven voor een gezamenlijke masteropleiding. Het Erasmus Mundus-initiatief voorziet in een volledige beurs voor een internationale masteropleiding. Deze master wordt aangeboden door samenwerkende onderwijsinstellingen.
  • Personeel en medewerkers: Via Erasmus+ kunnen ook docenten voor een bepaalde verbonden zijn aan een buitenlandse instelling. Hier kunnen onderwijsinstellingen van alle niveaus aan meedoen. Ook werknemers van specifieke bedrijven of organisaties kunnen worden ‘uitgeleend’ aan buitenlandse onderwijsinstellingen om hun expertise te delen met leerlingen, scholieren of studenten.   

 

Nationale agentschappen

Om al deze verschillende instrumenten en bijbehorende aanvragen in goede banen te laten verlopen, heeft ieder deelnemend land een nationaal agentschap Erasmus+. Zij geven onder andere informatie over het programma, selecteren projecten en ondersteunen aanvragers en deelnemers. In Nederland ligt deze verantwoordelijkheid bij Nuffic en het Nederlands Jeugdinstituut. Nuffic functioneert als het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training, terwijl het Nederlands Jeugdinstituut de rol van Nationaal Agentschap Erasmus+ Jeugd en Sport op zich neemt.  

Brexit en Erasmus+ 

Het Verenigd Koninkrijk zal niet als programmaland deelnemen aan het nieuwe Erasmus+-programma. Voor een beperkt aantal Erasmus+-acties is het nog wel mogelijk om samen te werken met instellingen in het VK. Huidige projecten met Britse partners uit de programmaperiode 2014-2020 worden nog wel afgerond. De Britse overheid heeft aangegeven een alternatief mobiliteitsprogramma, het Turing Scheme, op te zetten, voor uitgaande mobiliteit van studenten aan Britse onderwijsinstellingen. Het programma geldt dus niet voor mobiliteit naar het VK. De Britten richten zich nu op het aangaan van bilaterale akkoorden binnen Europa, en de rest van de wereld. 

 

Geüpdatet op: 14/10/2024

lees meer
Erasmus+ (2021-2027)

Blijf op de hoogte

Cookies

Wij gebruiken cookies om uw ervaring op onze website te verbeteren, voor analytische doeleinden en om u gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen. Voor meer informatie over hoe wij cookies gebruiken, kunt u ons Cookiebeleid lezen.

Instellingen   Info  

OK

Instellingen

Essentiƫle cookies zijn cookies die ervoor zorgen dat de website goed functioneert en dat uw voorkeuren (vb. taal, regio) goed worden opgeslagen. Analytische cookies laten ons toe om het gebruik van de website te analyseren en de bezoekerservaring te verbeteren. (altijd actief)
Marketing cookies hebben als doel om uw ervaring te kunnen personaliseren en u relevante inhoud en aanbiedingen te sturen op deze en andere websites

Info most common cookies

Cookie Name  Value  ExpiresTypedescription