Hogeronderwijsinstellingen en onderzoeksorganisaties moeten doordachter en preventiever te werk gaan bij internationale samenwerking. Dat staat in de richtlijnen van de Commissie tegen buitenlandse inmenging. De richtlijnen zijn noch verplicht of uitputtend en moedigen instellingen aan om ook zelf te onderzoeken op welke vlakken zij meer kunnen en/of moeten doen. Ter inspiratie onderscheidt de richtlijn vier aandachtsgebieden: waarden, bestuur, partnerschappen en cyberveiligheid. Ook bevatten de richtlijnen een niet uitputtende lijst aan mogelijk te nemen maatregelen.


Meer bewustzijn en preventie is het devies in de strijd tegen buitenlandse inmenging

Geen one-size-fits-all

Wie de komende jaren internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie aangaat moet bewuster en doordachter te werk gaan. Dat is het algemene advies in de richtlijnen tegen buitenlandse inmenging die de Commissie heeft opgesteld: ‘Tackling R&I foreign interference. De (lijst met) richtlijnen zijn niet bindend of uitputtend. Het is een gereedschapskist die instellingen helpt bij het opstellen van hun eigen (onmisbare) strategie. Een alomvattende strategie zou immers onmogelijk nuttig zijn aangezien elke organisatie andere risico’s met zich meebrengt, aldus de Commissie.

Voorbeelden van te nemen maatregelen

De publicatie onderscheidt vier gebieden van aandacht in de strijd tegen buitenlandse inmenging: waarden, bestuur, partnerschappen en cyberveiligheid. Bij maatregelen rondom waarden kan men denken aan analyses van de druk op academische vrijheid en integriteit bij buitenlandse partners. Het rapport benadrukt echter expliciet om op te passen met het stigmatiseren van buitenlandse onderzoekers en/of studenten. Vanuit bestuurlijke hoek zou het opstellen van gedragscodes rondom het voorkomen van en handelen in geval van technologische spionage kunnen helpen. Instellingen moeten tevens nadenken over risicoanalyses bij het aangaan van partnerschappen, ondernomen door een commissie tegen buitenlandse beïnvloeding binnen de instelling. Op het gebied van cyberveiligheid moet er nog meer nagedacht worden over privacy en wie toegang heeft tot welke data.

Context

Volgens de Global Approach wil Europa het voortouw nemen als het gaat om openheid in internationale samenwerking op het gebied van onderzoek & innovatie, maar dan wel op basis van wederkerigheid, een gelijk speelveld en respect voor fundamentele waarden. Vanuit onder meer de onderzoeksministers kwam daarom de wens Europese richtsnoeren te ontwikkelen voor de aanpak van buitenlandse inmenging. Ook vanuit het besef dat sommige organisaties - vooral in kleinere landen - niet beschikken over de middelen, het bewustzijn of de capaciteit om hiermee bezig te gaan. De publicatie van de richtlijnen komt op een moment dat het thema ook hoog op de agenda staat binnen de internationale gemeenschap. Zo hebben onder meer de Verenigde Staten, Australië en Canada soortgelijke richtlijnen uitgebracht.