Dossier: Benchmarking & Ranking
Overheden en kennisinstellingen kunnen gebruikmaken van instrumenten als benchmarks en rankings om de prestaties van instellingen en onderwijssystemen te vergelijken. Benchmarks toetsen de geboekte vooruitgang van (strategisch) beleid en ondersteunen de uitwisseling van ervaringen en goede praktijkvoorbeelden. Rankings bieden onderwijsinstellingen, werkgevers en studenten de mogelijkheid om hoger onderwijsinstellingen met elkaar te vergelijken.
Laatste ontwikkelingen
Geen ontwikkelingen
Laatst geüpdatet: 22 oktober 2024
Ranking
Rankings van hoger onderwijsinstellingen en opleidingen zijn een wereldwijd fenomeen. Zij dienen meerdere doelen:
- zij helpen bij het onderscheiden van instellingen en soms ook disciplines en opleidingen;
- zij beantwoorden de vraag van studenten, ouders en andere afnemers van onderwijsdiensten naar eenvoudig te begrijpen informatie over instellingen en opleidingen.
Het is van belang om methodologisch goede rankings op te stellen. Er zijn echter vele verschillen tussen hoe verschillende rankings worden opgesteld. In dat kader spelen de ‘Berlin Principles on Ranking of Higher Education Institutions’ van 2006 een belangrijke rol.
De volgende rankings zijn van belang voor Europese hoger onderwijsinstellingen:
- Centrum for Hochschulentwickelung Ranking (CHE);
- Times Higher Education Supplement Ranking (THES);
- Shanghai Jiao Tong University Ranking (Shanghai Ranking);
- QS University ranking (QS-ranking);
- U-Multirank, een user-driven Europese multidimensionale ranking.
Een overzicht van Nederlandse prestaties in enkele van de belangrijkste rankings uit 2021 is hier te vinden.
Benchmarking
Benchmarks toetsen de geboekte vooruitgang van (strategisch) beleid. Deze laten meetbare uitkomsten en prestaties van verschillende onderwijssystemen zien. Hiermee kunnen landen zich met elkaar vergelijken, goede praktijkvoorbeelden delen en van elkaar leren. De toetsing vindt afhankelijk van de benchmark met intervallen van een aantal jaar plaats.
De belangrijkste middelen om benchmarks op het gebied van onderwijs te meten zijn:
- Onderwijs- en opleidingsmonitor, Europese Commissie;
- Benchmarking Higher Education System Performance, OESO;
- Programme for International Student Assessment (PISA);
- Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) en Progress In International Reading Literacy Study (PIRLS)
- Programme for the International Assessment of Adult Competences (PIAAC);
- Teaching and Learning International Survey (TALIS);
- Europees statistisch systeem (ESS).
De Onderwijs- en Opleidingsmonitor uit december 2021 legde de voortgang richting de doelen uit het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET2030) onder de loep. De EU is enkel dichtbij het doel van 9% vroegtijdige schoolverlaters. Verder valt op dat de basisvaardigheden van lerenden in lezen, wiskunde en exacte vakken ver onder de maat zijn. Die zijn tussen 2010 en 2020 niet verbeterd, terwijl er in die periode wel progressie is geboekt op de andere doelen. Nederland scoort boven het EU-gemiddelde op het gebied van rekenvaardigheden, exacte vakken en voorschools onderwijs, maar op leesvaardigheden scoort zij ondergemiddeld. Wel heeft zij de Europese doelen voor voortijdige schoolverlaters en mensen met een hogeronderwijsdiploma reeds behaald.
Laatste ontwikkelingen
Geen ontwikkelingen
Laatst geüpdatet: 22 oktober 2024
Ranking
Rankings van hoger onderwijsinstellingen en opleidingen zijn een wereldwijd fenomeen. Zij dienen meerdere doelen:
- zij helpen bij het onderscheiden van instellingen en soms ook disciplines en opleidingen;
- zij beantwoorden de vraag van studenten, ouders en andere afnemers van onderwijsdiensten naar eenvoudig te begrijpen informatie over instellingen en opleidingen.
Het is van belang om methodologisch goede rankings op te stellen. Er zijn echter vele verschillen tussen hoe verschillende rankings worden opgesteld. In dat kader spelen de ‘Berlin Principles on Ranking of Higher Education Institutions’ van 2006 een belangrijke rol.
De volgende rankings zijn van belang voor Europese hoger onderwijsinstellingen:
- Centrum for Hochschulentwickelung Ranking (CHE);
- Times Higher Education Supplement Ranking (THES);
- Shanghai Jiao Tong University Ranking (Shanghai Ranking);
- QS University ranking (QS-ranking);
- U-Multirank, een user-driven Europese multidimensionale ranking.
Een overzicht van Nederlandse prestaties in enkele van de belangrijkste rankings uit 2021 is hier te vinden.
Benchmarking
Benchmarks toetsen de geboekte vooruitgang van (strategisch) beleid. Deze laten meetbare uitkomsten en prestaties van verschillende onderwijssystemen zien. Hiermee kunnen landen zich met elkaar vergelijken, goede praktijkvoorbeelden delen en van elkaar leren. De toetsing vindt afhankelijk van de benchmark met intervallen van een aantal jaar plaats.
De belangrijkste middelen om benchmarks op het gebied van onderwijs te meten zijn:
- Onderwijs- en opleidingsmonitor, Europese Commissie;
- Benchmarking Higher Education System Performance, OESO;
- Programme for International Student Assessment (PISA);
- Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) en Progress In International Reading Literacy Study (PIRLS)
- Programme for the International Assessment of Adult Competences (PIAAC);
- Teaching and Learning International Survey (TALIS);
- Europees statistisch systeem (ESS).
De Onderwijs- en Opleidingsmonitor uit december 2021 legde de voortgang richting de doelen uit het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET2030) onder de loep. De EU is enkel dichtbij het doel van 9% vroegtijdige schoolverlaters. Verder valt op dat de basisvaardigheden van lerenden in lezen, wiskunde en exacte vakken ver onder de maat zijn. Die zijn tussen 2010 en 2020 niet verbeterd, terwijl er in die periode wel progressie is geboekt op de andere doelen. Nederland scoort boven het EU-gemiddelde op het gebied van rekenvaardigheden, exacte vakken en voorschools onderwijs, maar op leesvaardigheden scoort zij ondergemiddeld. Wel heeft zij de Europese doelen voor voortijdige schoolverlaters en mensen met een hogeronderwijsdiploma reeds behaald.