26 september 2024

“In de Europese Pijler van Sociale rechten is het recht op onderwijs en training niet voor niets als eerste recht opgenomen”, Marit Maij (GL-PvdA)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

In deze nieuwe interviewreeks delen pas verkozen Europarlementariërs hun ambities voor de nieuwe zittingsperiode en hun visie op kennis in Europa. Even kennismaken dus! Marit Maij is Europarlementariër van GroenLinks-PvdA en is lid van de EMPL-commissie, één van de twintig commissies van het Europees Parlement. Deze parlementaire commissie houdt zich onder andere bezig met sociale zaken en werkgelegenheid, maar óók met het beroepsonderwijs. Ook is Maij plaatsvervangend lid van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (DEVE). Wat wil ze bereiken op deze beleidsterreinen? We spraken met haar over haar plannen en ambities voor de komende jaren.


 “In de Europese Pijler van Sociale rechten is het recht op onderwijs en training niet voor niets als eerste recht opgenomen”, Marit Maij (GL-PvdA)

U bent onder meer lid van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL), wat zijn uw ambities voor de komende termijn?

“Mijn naam is Marit Maij en sinds juli ben ik lid van het Europees Parlement. Ik heb enorm veel zin in de komende periode. Ik ga mij voornamelijk bezighouden met sociale zaken en werknemersrechten. En daarnaast met ontwikkelingssamenwerking en hoe de EU een positieve bijdrage kan leveren aan ontwikkeling in het mondiale Zuiden.”

 

“Binnen de EMPL-commissie zal ik vechten voor het stoppen van de uitbuiting van arbeidsmigranten. Nog te vaak komen arbeidsmigranten in Nederland aan, waarna ze via schimmige uitzendconstructies met slechte arbeidscontracten, een laag salaris en onder erbarmelijke omstandigheden ontzettend zwaar werk moeten doen. Huisvesting is vaak afhankelijk van een contract, waardoor mensen op straat belanden als hun contract eindigt. Hier moeten we een einde aan maken. Dit kan door op Europees niveau wetgeving te maken die de mogelijkheden van uitbuiting beperken en mensen dus meer zekerheid kan geven. Daarnaast moeten we nog veel beter handhaven op werkgevers die de regels omzeilen om maar zo goedkoop mogelijk arbeid in te kopen. Hier ga ik keihard mijn best voor doen.”

 

“Ook zal ik mij blijven inzetten voor de strijd voor gendergelijkheid. Zowel binnen als buiten de EU is daar nog een lange weg in te gaan - ook wanneer we kijken naar het onderwijs- en kennisveld.”

 

“In de Europese Pijler van Sociale rechten is het recht op onderwijs en training niet voor niets als eerste recht opgenomen. We moeten ervoor zorgen dat mensen zich kunnen blijven ontwikkelen, ook om hun werk goed te kunnen blijven doen. Iedereen moet makkelijk toegang kunnen hebben tot opleidingen, ook vaak juist als mensen al werken. Je blijven ontwikkelen is goed voor de arbeidsmarkt en de economie, maar ook voor de mentale gezondheid van mensen. Dit moeten we niet vergeten en ook hier zal ik mij hard voor blijven maken.”

 

Enrico Letta en Mario Draghi adviseren om de vijfde vrijheid te versterken. Ursula von der Leyen beschreef haar visie voor Europa als “het kloppende hart van innovatie” in haar toespraak om herkozen te worden als Commissievoorzitter. Om dat te verwerkelijken wil Von der Leyen de vaardighedenkloof en het tekort op de arbeidsmarkt aanpakken. Wat is daar volgens u voor nodig? 

“Onderzoek, innovatie, kennis en onderwijs zijn ontzettend belangrijk. Goed onderwijs is de basis van onze samenleving en kan grote positieve gevolgen hebben voor de kansen die iemand in het leven krijgt. De vaardighedenkloof kan gedeeltelijk worden aangepakt als we curricula zo vormgeven dat mensen daadwerkelijk de juiste vaardigheden leren. En daarnaast inzetten op leven lang leren: zoveel mogelijk mensen moeten zich kunnen blijven ontwikkelen, bij een werkgever of via subsidies van de overheid. Een vaardighedenkloof is voor niemand goed. In de eerste plaats niet voor de mensen die werk zoeken en ook niet voor werkgevers die al last hebben van een krappe arbeidsmarkt. Ook moeten we blijven investeren in het onder de aandacht brengen van zowel praktische als technische opleidingen.”

 

“Maar voor het oplossen van arbeidstekorten moeten soms ook arbeidsvoorwaarden verbeteren in een sector, om zo het beroep aantrekkelijker te maken. Goede salarissen, normale werktijden en mogelijkheden tot groei zijn daar belangrijk in. Het zal niet alle tekorten oplossen, maar wel een goede stap zijn.”

 

“Ook innovatie kan veel betekenen voor de kwaliteit van leven in een land. Draghi zei het inderdaad goed: investeren in innovatie is een goede manier om onze economie een positieve slinger te geven. Daar zullen wij ons dus zeker ook voor inzetten, ook via Horizon Europe.”

 

“Wat opvalt aan het rapport van Draghi is wel dat hij de vaardighedenkloof en tekorten op de arbeidsmarkt puur ziet als economische problemen. Sociaal beleid wordt verder losgezongen van economisch beleid, terwijl ze zo met elkaar verbonden zijn. Het rapport heeft een vrij droge focus op concurrentievermogen opkrikken, waar we natuurlijk niet tegen zijn, maar wel als dit ten koste gaat van de rechten van werknemers.”

 

Kennisinstellingen hebben veel belang bij Europese samenwerking en de programma’s die dit mogelijk maken, zoals Erasmus+ en Horizon Europe. Dit Parlement mag de opvolgers vormgeven. Hoe kijkt u naar de toekomst van Erasmus+ en Horizon Europe?

“Hier kan ik makkelijk antwoord opgeven: programma’s als Erasmus+ en Horizon Europe hebben een enorm positieve impact op het onderwijs en de wetenschap. Samenwerking en van elkaar leren brengt goede dingen. Het Erasmus+-programma is ook zoveel meer dan alleen uitwisseling van universiteitsstudenten. Het is belangrijk dat het Erasmus+ programma niet alleen voor universiteiten of hbo geldt, maar ook voor het mbo. Ook moet de studiebeurs voor een Erasmus+-uitwisseling toereikend zijn om iedereen de kans te geven van dit waardevolle initiatief te profiteren.”

 

“De beide programma’s moeten inclusief zijn: dat betekent dat verschillende mensen, kennis - en onderwijsinstellingen de kans moeten krijgen om gebruik te maken van de programma’s. Participanten van Erasmus+-programma’s moeten de samenleving reflecteren. Dat gebeurt nu soms misschien nog te weinig. Ook voor Horizon Europe geldt dat niet enkel de gevestigde onderzoeksinstellingen kans moeten maken op subsidie. Hier moeten de criteria inclusief en toegankelijk zijn.” 

 

“Vanuit politiek rechts worden er altijd pogingen gedaan om geld van de programma’s af te halen. Ik ben plaatsvervangend lid van de Commissie die over geld gaat , en ik zal de financiële voorstellen hierop dan ook scherp in de gaten houden. Want de toekomst van de programma’s moet verzekerd worden.”

 

In een vorige interviewreeks vroeg Neth-ER bestuursleden, vertegenwoordigers en andere sleutelspelers uit het kennisveld waar het Parlement en de Commissie de komende vijf jaar nu écht het verschil kunnen maken voor kennisinstellingen.

 

Gaby Allard (MBO Raad), antwoordde:

 

“Demografische uitdagingen zoals vergrijzing, tekorten aan jongeren in het algemeen en technisch geschoolde vakmensen in het bijzonder leiden er in de huidige situatie soms al toe dat sectoren vast dreigen te lopen. Landen weten elkaar in sommige gevallen al te vinden en maken bilaterale afspraken waar geen aanpassingen in wetgeving voor nodig is. Het zou een geweldige doorbraak zijn als Europa net zoals in het hoger onderwijs al is gebeurd, de wederzijdse erkenningen van diploma’s de komende vijf jaar weet te realiseren.’’

 

 

In reactie hierop vertelt Marit Maij... 

“We zien dat de erkenning van diploma’s een belangrijke voorwaarde voor mensen is om in een ander land te gaan werken of studeren. Nu kan de erkenning van diploma’s nog te vaak tot problemen leiden.”

 

“Juist voor middelbare beroepsopleidingen en -diploma’s moeten er specifieke afspraken gemaakt worden om deze op elkaar af te stemmen. Dat gebeurt nu nog te vaak niet. De EU moet verder werken aan de wederzijdse erkenning van diploma’s en ook van certificaten. Dit moet niet alleen zo zijn voor diploma’s binnen de EU, maar ook voor diploma’s van daarbuiten. Er is dus nog een hele weg te gaan!”

 

Hoe kunnen het Nederlandse kennisveld en schakelorganisaties zoals Neth-ER u de komende jaren ondersteunen bij uw werk?

“Ik vind het belangrijk dat de politiek openstaat voor signalen uit de samenleving. Mijn spreekwoordelijke deur staat dan ook altijd open om jullie ideeën en voorstellen te horen.”

 

Context

In de nieuwe interviewreeks spreekt Neth-ER met de pas verkozen Europarlementariërs over hun ambities voor het komende Europese mandaat en hun visie op kennis in Europa. De Nederlandse volksvertegenwoordigers zijn (plaatsvervangend) lid van verschillende commissies, zoals de Begrotingscommissie of de Commissie voor industrie, onderzoek en innovatie. Deze parlementaire commissies bestaan uit gekozen volksvertegenwoordigers uit alle EU-lidstaten en die zich richten op specifieke beleidsterreinen binnen de Europese Unie. Deze artikelserie biedt een unieke kennismaking tussen de Europarlementariërs en het Nederlandse kennisveld, en geeft een exclusief inkijkje in de werking van het Europees Parlement.